Onderzoek bevestigt meeste klachten over oud-voorzitter Arib
De anonieme klachten tegen oud-Kamervoorzitter Khadija Arib zijn woensdag grotendeels bevestigd in een onderzoek dat door de huidige voorzitter werd ingezet. Arib spreekt van „achterbakse politiek”.
Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer maakte dinsdag, naar aanleiding van het onderzoek dat door Hoffmann Bedrijfsrecherche werd uitgevoerd, bekend dat er sprake is geweest van een „sociaal onveilige werkomgeving”.
In twee anonieme brieven werd Arib begin 2022 beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag jegens ambtenaren. Dat liep uiteen van het uitsluiten van ambtenaren bij vergaderingen waar zij bij hadden moeten zijn, tot het negeren van kritische ambtenaren.
In de brieven stonden zeventien situaties beschreven waarin Arib haar boekje te buiten zou zijn gegaan. Zestien daarvan berusten volgens de onderzoekers op feiten.
In totaal spraken de onderzoekers met negentien direct betrokken medewerkers. Vijf andere ambtenaren werkten niet mee.
Van die negentien hebben er achttien aangegeven de omschreven situaties in ieder geval deels te herkennen. Arib sprak soms met stemverheffing, en daar hebben negen van haar medewerkers naar eigen zeggen emotioneel onder geleden, stelt het onderzoek.
In de samenvatting die dinsdag verscheen staat dat Arib niet aanspreekbaar was op haar gedrag. Ook zou de oud-Kamervoorzitter na „incidenten” geen excuses hebben gemaakt.
Toch verklaarden vijftien ambtenaren dat Arib een heel bekwaam Kamervoorzitter was „die op momenten attent en betrokken was”.
Een van de zwaarste aanklachten omschreven in de anonieme brieven hebben de onderzoekers niet kunnen bewijzen. Arib zou een ambtenaar hebben ontslagen met wie ze een conflict had. Dat is niet waar. De betreffende persoon is wel overgeplaatst naar een andere afdeling.
Het volledige rapport is om privacyredenen niet openbaar gemaakt. Het presidium bekijkt nog of dat later alsnog deels kan gebeuren of dat ze het vertrouwelijk laat inzien door Kamerleden.
Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp betreurde dinsdag in een reactie de ontstane situatie. Ze gaat de betrokken ambtenaren nazorg aanbieden.
Arib liet dinsdag in een eerste reactie weten dat het onderzoek tegen haar een „uiting is van achterbakse politiek die het aanzien van het parlement beschadigt”.
Aribs advocaat Geert-Jan Knoops laat De Telegraaf weten dat het onderzoek niet deugt. „De regelingen die gelden voor de politieke én ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer verbieden om onderzoek te doen naar anonieme meldingen. Toch is dat precies wat hier is gebeurd”, aldus Knoops.
Ook beklaagt Knoops zich in zijn reactie over de werkwijze van de onderzoekers en het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer. „Arib mag niet weten wie er verklaringen over haar hebben afgelegd en zij mag niet inzien wat er over haar is gezegd”, zegt de advocaat. „Haar recht op wederhoor is op alle mogelijke manieren feitelijk onmogelijk gemaakt”, meent Knoops.
Dolkstoten
Arib heeft niet meegewerkt aan het onderzoek. Ze verzet zich al langer tegen het onderzoek, en probeerde via de rechter publicatie van de samenvatting te voorkomen.
Ruim een jaar geleden vertrok Arib boos uit de Tweede Kamer toen het onderzoek werd aangekondigd. Ze sprak van „anonieme dolkstoten” die in haar ogen politiek gemotiveerd waren. De voormalig voorzitter was 24 jaar Kamerlid voor de PvdA.
De kwestie Arib verdeelt de Kamer. Vorige week probeerden onder meer oppositiepartijen BBB, SP, PvdD en GroenLinks-PvdA de publicatie van het rapport op 31 oktober tegen te houden. De partijen vroegen de voorzitter te wachten met publiceren tot 15 november, als de rechter een uitspraak doet over de rechtmatigheid van het onderzoek. De vier coalitiepartijen voelden hier echter niets voor.