Voer migratiebeleid ten minste op basis van juiste cijfers
Migratiebeleid is een van de belangrijkste splijtzwammen van dit moment in Europa en de lidstaten. In Frankrijk is de discussie over het asielbeleid opgelaaid naar aanleiding van de recente rellen, in Nederland is het crisis in het kabinet. Op Europees niveau tekenen zich diepe breuklijnen af tussen met name landen in het oosten en het westen.
In die zin lijkt migratie een typisch probleem van deze tijd. Niets is natuurlijk minder waar. Soms trokken zelfs hele volken tegelijk van de ene naar de andere plek. Denk aan het volk Israël, dat collectief vanuit Egypte naar Kanaän migreerde. Ook de Europese geschiedenis is er een van voortdurende migratie, zoals in de tijd van de Grote Volksverhuizing in de 4e en 5e eeuw.
Migratie is dus een constante in de geschiedenis en geen uitzonderlijke crisis. Dat maakt direct duidelijk dat migratie geen fenomeen is dat „op te lossen” valt, in de zin dat we mensen ertoe kunnen bewegen allemaal in het land van geboorte te blijven. Zolang er tussen landen grote verschillen in ontwikkeling zijn, zullen mensen een beter heenkomen blijven zoeken – nog los van pushfactoren als oorlogen en natuurrampen. Er is niets nieuws onder de zon.
Het neemt niet weg dat voor iedereen duidelijk is dat migratie voor problemen kan zorgen. Een rijk land als Nederland is een gewilde bestemming voor migranten, maar kan hen uiteraard niet ongelimiteerd ontvangen. Hetzelfde geldt voor Frankrijk, waar migratie weer hoog op de agenda staat na de recente onlusten. Uit een onderzoek in opdracht van de krant Le Figaro blijkt dat meer dan 70 procent van de Franse bevolking op dit moment pleit voor het terugdringen van het aantal migranten. Velen duiden de ontsporingen in de voorsteden van de afgelopen anderhalve week als het gevolg van een mislukt migratiebeleid.
De politiek zal een dergelijk sentiment niet zomaar van tafel kunnen schuiven, maar zal ook pas op de plaats moeten maken. De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, deed dat deze week al door te onderstrepen dat er onder de gearresteerde relschoppers veel jongens waren met namen als Kévin en Mattéo, ofwel zeer Frans. De kwestie gaat wat hem betreft dus primair om „jonge delinquenten, niet om buitenlanders”.
Hoe dat ook zij, bij de discussie rond migratie is het noodzakelijk ten minste de gegevens scherp te hebben. Zoals het feit dat Nederland in de eerste vijf maanden van het jaar ruim 16.000 asielzoekers heeft ontvangen, waarmee het totale aantal over 2023 veel lager lijkt uit te gaan pakken dan staatssecretaris Eric van der Burg in april zei te verwachten (70.000). Dat getal blijft echter rondzingen. Een ander gegeven is dat Nederland een derde mínder asielverzoeken krijgt dan buurlanden en het aantal hier op het EU-gemiddelde zit.
Er kan dan nog op allerlei punten gediscussieerd worden, maar in een sfeer van paniek en crisis kan geen beleid over mensen worden gemaakt.