Rutte IV is nog niet uit de problemen
Het meest onheilspellende scenario, een kabinetsval vóór de ministerraad van vrijdag, is afgewend. Maar Rutte IV is nog niet uit de problemen. Vijf vragen.
Waarom liep het beraad van woensdag zo uit de hand?
VVD, D66, CDA en ChristenUnie overleggen al wekenlang in redelijke harmonie over de vraag hoe het kabinet zijn grip op de asielinstroom kan versterken. Inmiddels zijn ze het erover eens dat het tijd is het asielstelsel op de schop te nemen. Dat zou in de toekomst onderscheid moeten maken tussen vluchtelingen –degenen die vervolging hebben te duchten op grond van bijvoorbeeld ras, godsdienst, nationaliteit of politieke overtuiging– en mensen die aanmerking komen voor een zogenaamde subsidiaire beschermingsgrond. Daaronder vallen ook oorlogsvluchtelingen. Zij zouden na een eerste ingewilligd asielverzoek voortaan eerder een herbeoordeling krijgen met als mogelijk gevolg dat ze al na een paar jaar weer worden teruggestuurd.
VVD en CDA mikken erop dat Nederland door de maatregel minder aantrekkelijk wordt als toevluchtsoord. Ook D66 en ChristenUnie kunnen leven met de stelselherziening; zij het schoorvoetend en op één voorwaarde. Die luidt dat VVD en CDA niet tornen aan het recht op gezinshereniging. Die eis leek al hoog en breed te zijn ingewilligd, maar woensdag kwam Rutte daar onverwacht op terug.
Wat wilde de premier dan?
Rutte wilde alsnog paal en perk stellen aan het aantal kinderen van oorlogsvluchtelingen dat een zogenoemde nareis mag maken. Daarvoor had hij een nareisquotum in gedachten van hooguit 250 kinderen per maand. Voor CU en D66 was die eis een brug te ver. Daarop eiste de premier dat de knoop uiterlijk vrijdag moest worden doorgehakt; desnoods via een hoofdelijke stemming in de ministerraad. Voor dat dreigement heeft hij intussen excuses gemaakt.
Paal en perk willen stellen aan het aantal nareizende kinderen van oorlogsvluchtelingen; over welke aantallen praten we dan?
Bezien over de jaren 2018 tot en met 2022 gaat het dan om zo’n 16 tot 29 procent van de asielinstroom, zo blijkt uit gegevens van het CBS. Zo kwamen er in 2019 bijna 27.000 asielzoekers naar Nederland, inclusief 4170 nareizigers (16 procent). In 2021 ging het om 34.860 asielzoekers en 10.120 nareizigers (29 procent).
Waarom lopen de gemoederen over deze categorie nareizigers zo hoog op?
Doorslaggevend voor VVD en CDA is dat het de hoogste tijd is om asielzoekers af te schrikken en te ontmoedigen om naar Nederland te komen. Voor D66 en CU is het onbestaanbaar dat kinderen van oorlogsvluchtelingen die in Nederland belanden straks vaker gescheiden moeten blijven van hun ouders. „Wij zijn een gezinspartij”, zei CU-partijleider Bikker donderdag.
Duidelijk is dat de controverse oude wonden openrijt. Zo is de VVD nog niet vergeten dat de partij in 2019 mede door toedoen van de ChristenUnie de regels voor het kinderpardon moest verruimen, hoewel in het regeerakkoord was afgesproken dat niet te doen. D66 is met name beducht voor een herhaling van de asielperikelen van het afgelopen halfjaar. Toen kondigde Rutte IV ook stoere nareisbeperkende maatregelen aan, maar al na half jaar konden die richting prullenbak. De rechter stak er een stokje voor.
Vrijdagmiddag na de ministerraad wordt het overleg hervat. Hoe loopt dat af?
De kans dat D66 en CU alsnog akkoord zullen gaan met een nareisquotum voor kinderen van oorlogsvluchtelingen is nihil. Vrijdag meldde de NOS dat de twee partijen donderdag ook een mogelijke ontsnappingsroute voor VVD en CDA hebben geblokkeerd. Die kwam erop neer dat de nareisbeperking buiten het kabinetsplan zou blijven. Wel zouden VVD en CDA de gelegenheid krijgen om die later alsnog toe te voegen via een aparte initiatiefwet waarover de Tweede Kamer dan zou beslissen. Dat willen D66 en CU dus niet.
Evengoed blijven de vier nog even doorzoeken naar een compromis. De ergste crisisdreiging is dus tijdelijk wat verminderd, maar zonder nu al helemaal weg te zijn.