Hoe kwetsend woorden kunnen zijn, weten mensen die tot een minderheid behoren. Of het nu gaat om iemand met een andere levensbeschouwing dan de meerderheid, een visie die afwijkt van die van de middenmoot, een huidskleur die niet doorsnee is, velen weten uit ervaring dat woorden als een dolksteek tot diep in het hart kunnen doordringen.
De tong is vol dodelijk venijn, zegt de apostel Jakobus. De Bijbel noemt ook het tegengif: een zacht antwoord keert de grimmigheid af.
In de achterliggende week was er veel onrust over al of niet zorgvuldig taalgebruik. De opvallendste kwestie is die van docent Laurens Buijs van de Universiteit van Amsterdam. Vorige week zaterdag beklaagde hij zich in het Reformatorisch Dagblad erover dat studenten hem de mond snoerden omdat hij zou discrimineren. Buijs neemt geen blad voor de mond als het gaat om non-binariteit, het verschijnsel dat mensen zich noch man noch vrouw voelen. Wie daar ruimte aan biedt, begeeft zich op „een gevaarlijk en pseudowetenschappelijk dwaalspoor.” Dat werd Buijs niet in dank afgenomen. Inmiddels hebben SGP en PVV de minister van Onderwijs gevraagd of studenten zomaar –omdat ze zich onveilig voelen– hun docent het zwijgen mogen opleggen.
Naast Buijs kregen ook anderen deze week te maken met gevoeligheden rond dit thema. In Ede werd vrijdag een FVD’er uitgesloten van een regenboogdebat omdat zijn partijgenoot in de Arnhemse gemeenteraad had uitgehaald naar Paarse Vrijdag en genderkoek. Een Schotse minister ligt onder vuur omdat ze zich uitsprak tegen het homohuwelijk. En de Bremense predikant ds. Olaf Latzel moet zich opnieuw verdedigen tegen de beschuldiging van homohaat.
Het is geen toeval dat de discussie over grenzen aan de vrijheid van meningsuiting met de regelmaat van de klok oplaait. Rond het thema geslacht, gender en seksualiteit geldt de titel van het boek van de Leidse hoogleraar Kinneging: ”Je mag zeggen wat je denkt. Als je maar hetzelfde denkt als iedereen”. Wie zich daar niet aan houdt, is –zegt men– respectloos en intolerant. Het recht op gelijkheid verstikt de vrijheid, stelde de hersteld hervormde predikant ds. M. Klaassen deze week terecht vast.
Deze dreigende ontwikkeling kan christenen in de verleiding brengen om aan de andere kant uit de boot te hangen en daar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting te verkennen. Toch zijn die niet het ultieme kader voor zijn uitspraken. Een christen weet zich gebonden aan een hoger gebod. Dat vraagt om duidelijk en glashelder afwijzen van on-Bijbelse praktijken en opvattingen. Ook dát is tolerantie, want echte verdraagzaamheid komt voort uit de vaste overtuiging dat Gods Woord heilzaam is voor ieder. Maar die houding maakt de woorden ook mild en doordrenkt ze van liefde tot de naaste.