Spaanse regering wankelt door ruzie over wapendeal met Israël
Een regeringscrisis in Spanje is op het nippertje afgewend door een wapendeal met Israël in te trekken. Maar er staan nog tientallen andere militaire contracten met de Joodse staat op stapel. Totale waarde: ruim een miljard euro.

De Spaanse regering heeft donderdag een contract ontbonden voor de aankoop van 15 miljoen kogels uit Israël. Met deze maatregel is de sociaaldemocratische premier Pedro Sánchez er op het laatste moment in geslaagd een regeringscrisis te voorkomen. Binnen zijn regeringscoalitie waren de spanningen hoog opgelopen vanwege de aankoop van wapentuig uit Israël. De linkse coalitiepartner Sumar zinspeelde eerder deze week op „ernstige gevolgen” als de deal zou doorgaan – wat een schending van het regeringsbesluit zou zijn om alle wapentransacties met Israël stop te zetten uit protest tegen de massale bombardementen op burgers in Gaza.
De munitie van het Israëlische bedrijf IMI Systems was besteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat staat onder leiding van Fernando Grande-Marlaska, een vertegenwoordiger van de rechtervleugel binnen het progressieve kabinet-Sánchez. De aankoop van de partij kogels werd formeel geregistreerd op Goede Vrijdag –een feestdag in Spanje– in de hoop dat er niet al te veel ruchtbaarheid aan gegeven zou worden.

Dat pakte anders uit. Na de eerste publicaties over de kwestie gaf Sánchez de opdracht te zoeken naar een manier om het contract te annuleren. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken was dat echter niet meer mogelijk. Toen binnen Sumar stemmen opgingen om uit de regeringscoalitie te stappen, besloot Sánchez de aankoop eenzijdig stop te zetten door de Israëlische leverancier geen importvergunning te verstrekken.
Volkerenmoord
Vicepremier Yolanda Díaz haalde opgelucht adem. De aankoop zou „een flagrante schending” zijn geweest van het kabinetsbesluit om geen militaire zaken met Israël te doen, aldus de leider van Sumar. De Israëlische regering was minder blij. Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken beschuldigde Spanje ervan de veiligheid op te offeren voor politieke motieven. „Spanje stelt zich aan de verkeerde kant van de geschiedenis op tegen de Joodse staat”, aldus de Israëlische woordvoerder.
In mei 2024 voegde Spanje zich samen met Ierland en Noorwegen bij de ruim 140 landen die de Palestijnse staat erkennen. Tegelijk verzekerde Sánchez in het Spaanse parlement dat zijn land geen wapendeals meer met Israël zou sluiten. In oktober vorig jaar werd dat standpunt herbevestigd. Madrid kondigde de stopzetting aan van alle wapentransacties met de Joodse staat om wat zij beschouwt als „volkerenmoord” in Gaza.
Een resolutie van de Verenigde Naties –in september aangenomen door 124 landen waaronder Spanje– verplicht tot het opschorten van alle handel en investeringen die kunnen bijdragen aan de illegale bezetting van Palestijnse gebieden. Het Internationale Hof van Justitie heeft zich in juli in dezelfde zin over de kwestie uitgesproken. Volgens VN-rapporteurs en mensenrechtenorganisaties draagt de aanschaf van militair materieel van bedrijven in Israël bij aan de operaties van het Israëlische leger en aan de bezetting van Palestijnse gebieden.
Toch heeft stopzetting van de wapenhandel met Israël nog heel wat voeten in de aarde. De aankoop die Spanje heeft afgeblazen is een kleine levering van 15 miljoen euro. Daarnaast zouden er nog tientallen andere wapentransacties tussen Spanje en Israël in de maak zijn. „Bij elkaar gaat het om meer dan een miljard euro”, zegt Eduardo Melero van het Centrum Delàs voor Vredesstudies. „Burgers verdienen niet dat de regering hierover liegt. Tot nu toe hebben ze bijna niets gedaan om de wapenhandel met Israël echt te verminderen.”