OpinieToegespitst

Verbind geloof en wetenschap

Wetenschap en geloof gaan niet goed samen, is de gedachte. Toch lijkt het erop dat de relatie tussen deze twee meer wordt gewaardeerd.

Prof. dr. Marc J. de Vries
26 April 2025 17:05Leestijd 6 minuten
beeld RD
beeld RD

Toen theoloog Gijsbert Voet op 21 augustus 1634 zijn inaugurele rede aan de Academie te Utrecht hield, met als titel ”Oratio de Pietate et Scientia Conjungenda”, oftewel ”Rede over het verbonden moeten worden van vroomheid en wetenschap”, zal dat weinig opschudding veroorzaakt hebben. Het was in die tijd weinig bijzonders om geloof en wetenschap met elkaar te verbinden.

Voet, of op z’n Latijn Voetius, had het weliswaar meer over de houding van vroomheid waarmee christenen wetenschap moeten bedrijven dan over een inhoudelijke relatie, maar dat laatste was in die tijd net zo min problematisch als het eerste.

Tegenwoordig is dat wel anders. Velen menen dat geloof en wetenschap zeker inhoudelijk streng van elkaar gescheiden dienen te blijven. Wetenschap wordt gezien als objectief en het geloof als subjectief en die twee gaan niet goed samen, zo is de gedachte. Toch zijn er anderen voor wie het ”conjungenda” van Voetius nog steeds relevant is.

Merkwaardig

Een paar weken geleden mocht ik aan de universiteit van Caldas in Manizales, Colombia, een gastlezing geven over de filosofie van artificiële intelligentie, waarbij ik expliciet een christelijk wereldbeeld als uitgangspunt genomen had. De organisatoren wisten dat ik dat ging doen, en mij werd geen strobreed in de weg gelegd bij die inhoudelijke keuze. Maar tijdens de lezing en ook in enkele nagesprekken merkte ik wel dat het verbinden van filosofische beschouwingen met een christelijk wereldbeeld toch wel als een merkwaardige gedachte gezien werd. Filosofie is immers ook een wetenschap en daarvoor geldt dus de regel dat je die gescheiden moet houden van geloof.

Het behoort tot een christelijk wereldbeeld dat de mens een unieke plaats in de werkelijkheid inneemt

Het is onwaarschijnlijk dat de aarzelingen bij mijn opzet voortkwamen uit een afkeer van het christelijk geloof. Colombia is immers een land waar 73 procent van de bevolking rooms-katholiek is en 14 procent protestants. Niet voor iedereen heeft dat veel betekenis, hoewel ik tijdens de mistijden in de roomse kerken toch steeds aardig wat mensen in de kerk zag zitten, zowel ouderen als jongeren. De aarzeling heeft dus niet te maken met een verzet tegen religie, zoals bij de bekende atheïst-wetenschapper Richard Dawkins het geval is. Het was vooral het idee dat een levensbeschouwing van betekenis zou kunnen zijn voor een filosofische beschouwing dat verwondering wekte.

Ingeprogrammeerd

Het was mooi om te merken dat toen het publiek van de eerste verbazing bekomen was, er toch begrip ontstond voor de combinatie van geloof en filosofie. Het behoort tot een christelijk wereldbeeld dat de mens een unieke plaats in de werkelijkheid inneemt. Deze is naar Gods beeld geschapen. Er zijn boeken volgeschreven over wat dat betekent, maar zo veel is wel duidelijk dat het te maken heeft met de mogelijkheid om zelf een beslissing te nemen en niet gebonden te zijn aan algoritmen.

Dat kunnen overstijgen van alles wat ons ‘ingeprogrammeerd’ is (via ons DNA of door opvoeding) brengt met zich mee de mogelijkheid van creativiteit, inlevingsvermogen, flexibiliteit in nieuwe situaties en morele verantwoordelijkheid. Het hebben van een ziel heeft hier alles mee te maken, en omdat we niet zouden weten hoe we die ooit in een machine zouden kunnen inbrengen, zal ook de meest geavanceerde AI-toepassing die niet hebben. Een christelijk wereldbeeld helpt dus om realistische verwachtingen ten aanzien van AI te formuleren. Dat voorkomt dat AI teleurstelt en we gefrustreerd raken waardoor we de potentie van AI niet benutten (waarbij we uiteraard de keerzijde van AI zeker in het oog moeten houden).

Delftse studenten vonden de verbinding tussen christelijk geloof en filosofie verrassend

Opener

In de christelijke filosofie doen we niet anders dan proberen een christelijke visie op de werkelijkheid te verbinden met filosofie. Ik heb bij de Delftse studenten ook steeds gemerkt dat ze de verbinding tussen christelijk geloof en filosofie verrassend vonden. Als ik bijvoorbeeld betoogde dat een christelijk mensbeeld de noties van zonde en kwaad bevat, en dat het vanuit dat mensbeeld gezien dus geen kwaad kan om bij het ontwerpen van producten niet alleen de welwillende, maar ook de kwaadwillende gebruiker voor ogen te houden, gingen aanvankelijk de wenkbrauwen omhoog, maar klonk er al snel toch ook een instemmend gemompel: „Dat hebben we bij andere colleges nog nooit gehoord, maar er zit beslist wat in.”

„Ik heb bij de Delftse studenten ook steeds gemerkt dat ze de verbinding tussen christelijk geloof en filosofie verrassend vonden.” beeld ANP, Lex van Lieshout

Zou het kunnen zijn dat er na een periode van sterk verzet tegen de combinatie van geloof en wetenschap een nieuwe tijd aanbreekt waarin de waarde van deze relatie weer ingezien wordt, ook door niet-christenen? De ervaring in Manizales gaf mij hoop. Er groeit een geslacht op dat opener staat tegenover het christelijk geloof, omdat het geen frustrerende ervaringen met de kerk heeft opgedaan. Een recent onderzoek (”God in Nederland”) heeft laten zien dat voor het eerst in lange tijd de jongere generatie (de generatie Z) vaker in God gelooft dan de oudere (de millennials). Een opmerkelijke uitkomst.

Onontkoombaar

Misschien wordt het dan ook tijd dat wetenschappers zich weer gaan realiseren dat zij bij hun wetenschappelijk werk onontkoombaar uitgaan van een wereldbeeld, of ze zich daar nu bewust van zijn of niet. Voor de discussies over geloof en wetenschap zou het gezond zijn als ze zich daar wel bewust van zouden zijn, zodat de discussie zuiver gevoerd kan worden en niet op basis van het misverstand van de ‘neutrale’ wetenschap. Atheïsme en agnosticisme zijn net zo goed wereldbeelden als het christelijk geloof.

Iemand als Richard Dawkins laat onbeschaamd zien hoezeer zijn atheïstisch wereldbeeld voor hem verbonden moet worden (”conjungenda”!) met zijn wetenschappelijke werk. Hij verontreinigt de discussie door te suggereren dat zijn atheïsme geen geloof is. Ik merkte in Manizales instemming met mijn bewering dat elk mens een geloof heeft, als het niet in God of een god is, dan in zichzelf, in geld of… in wetenschap, en dat je dat geloof niet achter je kunt laten als je de wetenschap in gaat. Zou het voor een nieuwe generatie weer betekenis kunnen krijgen dat een wereldbeeld je wetenschappelijk werk kan voeden? Wellicht kan het inspirerend zijn om de rede van Voetius nog eens te lezen.

De auteur is hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft.

Meer over
Toegespitst

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer