Meditatie: Eeuwige voorraad bij God
„Tot U zal alle vlees komen.”
Psalm 65:3b
Ik ben tot God gekomen, zoals ik was. En wanneer iemand zich met zijn last voor Hem neerwierp, heeft Hij hem altijd nog opgericht: „Gij verhoort het gebed!” Wat ben ik anders dan vlees, stof, aarde en as? Van U echter, o God, moet het gepredikt en wederom gepredikt worden, dat Gij het gebed verhoort. En o, hoe verblijd ik mij: alle vlees, tot zelfs de kleine kinderen toe, komt tot U. Welke Heere, wat een Koning hebben wij toch, Die te Sion een eeuwige voorraad heeft om ons naar lichaam en ziel te helpen.
Wanneer Gods gerichten over de aarde gaan, dan komt de belijdenis van zonde wel uit de mond. En ook de Heilige Geest is er dan en straft de mensen vanwege hun zonden. Zelfs de ruwste soldaat zal toch graag, als hij gewond ligt, luisteren naar: „Jezus, dat Uw heil’ge wonden, zielesmart en bittere dood mij verschaffen te aller stonde troost in lijfs- en zielenood; dat bij neiging tot het kwade Uw pijn mij kome te stade; dat ik Uw angst en smart diep beware in mijn hart.”
En moest het volk, dat door de Heere in oorlogstijd getuchtigd en onderwezen, gestraft en vermaand werd, het niet van harte belijden: „Wij bevinden ons in een toestand, waarin wij Gods rechtvaardige toorn tegen ons afroepen?”
H.F. Kohlbrugge,
predikant te Elberfeld
(”Van oorlog en vrede”, 1870)