Christen-ethici vrezen dat uitbreiding NIPT leidt tot meer abortussen
Christen-ethici vrezen dat het aantal abortussen na 1 april zal toenemen. De Gezondheidsraad wil namelijk dat vrouwen die de niet-invasieve prenatale test (NIPT) doen vanaf dat moment standaard worden geïnformeerd over alle ernstige chromosoomafwijkingen die aan het licht komen.
Nu kunnen vrouwen nog kiezen waarover ze geïnformeerd willen worden: alleen over het down-, edwards- of patausyndroom, of ook over andere structurele chromosoomafwijkingen, de zogenaamde nevenbevindingen. Als het aan de Gezondheidsraad ligt, komt aan die keuzevrijheid binnenkort een einde. Voortaan moeten vrouwen over alle chromosomale afwijkingen die tot ernstige gezondheidsklachten bij het kind kunnen leiden op de hoogte worden gebracht, vindt de Commissie Bevolkingsonderzoek, een onderdeel van de raad. Ze bracht daarover maandag een adviesrapport uit, gericht aan minister Kuipers van VWS.
De commissie wil het keuzepalet voor vrouwen versmallen omdat te veel mogelijkheden de beslissing over deelname aan de NIPT „nog complexer en ingewikkelder maken dan ze al is”. De keuze overlaten aan deelnemers leidt bovendien tot „uitvoeringsverschillen die zoveel mogelijk vermeden moeten worden in een screeningsprogramma”.
Prof. dr. Theo Boer, hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Groningen, deelt de zorg van NPV-directeur Van Dijk dat de maatregel tot meer abortussen zal leiden. „De overheid kan beweren dat dit geen actie is om het aantal kinderen dat met een bepaalde afwijking wordt geboren te verminderen, maar de consument zal deze screening daar wel degelijk voor gebruiken.”
Van Dijk en Boer zijn ook kritisch over het feit dat de keuzevrijheid van zwangere vrouwen wordt ingeperkt. Weliswaar kunnen vrouwen ervoor kiezen géén NIPT te ondergaan, maar als ze daar wel toe overgaan, hebben ze vervolgens niet de vrijheid om bepaalde informatie te weigeren. Boer: „Autonomie behelst altijd het recht om bepaalde dingen niet te hoeven weten. Die keus hebben ze straks niet meer.”
Boer is lid van de vaste commissie ethiek en recht bij de Gezondheidsraad. Hij vindt het „opvallend” dat deze commissie niet is geraadpleegd bij de totstandkoming van het advies. „Weliswaar hebben ethici erover meegedacht, maar het lijkt er niet op dat ethiek een volwaardige plaats heeft gekregen. Terwijl het standaard aanbieden van NIPT aan zwangere vrouwen een bij uitstek ethisch thema is.”
Van het rapport gaat een signaalfunctie uit, zeggen Boer en Van Dijk. Boer: „De overheid lijkt ermee te willen zeggen: Wij kunnen ons goed voorstellen dat u de zwangerschap van een kind met aandoening a, b of c niet wilt uitdragen.” Van Dijk: „Als de test straks standaard wordt aangeboden en vrouwen niet meer het recht hebben om bepaalde informatie te weigeren, lijkt het erop dat we afwijkingen bij het ongeboren kind horen te weten. Dat is geen goede ontwikkeling. Het sturende zit hem zeker ook in het kosteloos aanbieden van de NIPT vanaf 1 april. Wat ons betreft zou er een prijskaartje aan moeten hangen.”