Israel van Dorsten en lotgenoten helpen sekteslachtoffers: „Ik heb vaak moeten horen dat ik wél deugde”
Alle drie groeiden ze op in een geïsoleerde, sektarische omgeving. Nu staan Israel van Dorsten, die in 2019 ontsnapte uit de beruchte boerderij in Ruinerwold, en twee andere ervaringsdeskundigen klaar om lotgenoten te helpen.

Vaak heeft Israel (31) nog nachtmerries. Het zijn de naweeën van het leven op de volledig van de buitenwereld afgesloten boerderij, waar vader Gerrit Jan het gezin regeerde met manipulatie, mishandeling en misbruik. De eerste 25 jaar van zijn leven was Israel nooit naar school geweest, stond hij nergens geregistreerd en sprak hij nauwelijks mensen buiten het eigen gezin.
Toch gaat het nu goed, zegt hij. Zijn studie aan de filmacademie verwisselde hij voor sociologie. „Ik wilde ook theoretisch uitgedaagd worden. Groepsdynamieken en hoe mensen met elkaar omgaan vind ik interessant.” Met zijn vader heeft hij al bijna drie jaar geen contact meer. Toen hij een poging deed, merkte hij dat Gerrit Jan de controle weer probeerde te grijpen, net als vroeger. „Ik wil mijn leven niet door hem laten belemmeren, me weer slecht en schuldig voelen.”
Knokploeg
In hetzelfde jaar dat Israel zijn ouderlijke huis ontvluchtte, verliet Joel Crosby (30) de evangelische gemeente De Deur in Zwolle. In 2020 publiceerde het Reformatorisch Dagblad een zevendelige artikelenserie over die gemeente, waarin onder meer misbruik en manipulatie aan het licht werden gebracht.
Crosby groeit op in deze kerk, maar op den duur worden zijn ouders steeds kritischer. Als zij de gemeente verlaten, bindt Joel zich in eerste instantie nog sterker aan de kerk. „Ik verzette me tegen hen en wilde laten zien: ik ga hier nooit weg.”
De omslag komt als een familielid hem vertelt dat de voorganger haar heeft misbruikt. Ook hoort Joel over dierenoffers: vrouwelijke gemeenteleden die vissen, kippen of een varken moesten slachten voor de ogen van de pastor, die daarvan seksueel opgewonden raakte. Ook nadat deze voorganger is afgezet, blijft De Deur een sekte, stelt het ex-lid. „Leiders bepalen alles voor hun leden. Of ze een baan mogen aannemen, welke opleiding ze gaan doen, of ze verkering mogen vragen of mogen trouwen.”
Zelf krijgt hij in eerste instantie toestemming voor een huwelijk, maar dat trekt de voorganger in als ook Crosby vragen begint te stellen bij de gang van zaken in De Deur. „Hij deed er alles aan om onze relatie kapot te krijgen.” Daarop stapt Crosby uit de kerk. „Ik verloor al mijn sociale contacten en vrienden.” Wel fungeerde zijn familie als vangnet.
De gevolgen van zijn tijd bij De Deur merkt hij nog steeds. „Op straat ben ik vaak op mijn hoede, ik wil erop voorbereid zijn dat ik mensen kan tegenkomen. Mij is gelukkig nog niets overkomen, maar het huis van een ander ex-lid is bekogeld met eieren. Vroeger had De Deur zelfs een knokploeg die ex-leden in elkaar sloeg”, zegt Crosby, die tegenwoordig samenkomt in een huisgemeente. „Daar is geen hiërarchie.”
Kwakzalverij
Een heel andere ervaring heeft Jan van der Winden (54), die opgroeide in een „zeer radicale tak” van de antroposofische beweging. Als zijn moeder kanker krijgt, wordt ze behandeld in een antroposofische kliniek. Jan, dan 15 jaar, stelt lastige vragen over de „kwakzalverij”. „Daarop bedachten mijn stiefvader en de huisarts een plan om mij te laten verdwijnen. Met een flinke dosis rustgevende medicatie werd ik in de auto gestopt en naar een antroposofische instelling voor verstandelijk gehandicapten in België gebracht. Misdadig.” In de instelling heeft hij het niet slecht. „De begeleiders waren heel lief. Ze zeiden: Jij hoort hier niet.” Uiteindelijk weet Jan weg te vluchten. Nog net op tijd om afscheid te kunnen nemen van zijn terminaal zieke moeder.
Na haar dood zwerft hij rond op straat. „Op een nacht sliep ik in een tentje op een camping in het bos. Daar werd ik me er bewust van hoe gestoord mijn wereld eigenlijk was. En dat ik er helemaal alleen voor stond. Ik werd zo boos, dat ik op mijn fietsje naar de praktijk ben gereden van de antroposofische huisarts en de ruiten heb ingegooid. Vervolgens werd ik opgepakt door de politie – dát was mijn redding.”
De politie schakelt hulpverlening in. Na een verblijf in een psychiatrische kliniek bouwt Jan voorzichtig zijn leven op. Hij wordt stadswacht in Utrecht en komt uiteindelijk in dienst bij de politie. „De belangrijkste motivatie om daar te werken was mijn eigen veiligheid. Als ik daar zat, konden ze me niet meer laten verdwijnen.”
Jaren later leidde Van der Winden binnen de politie een team dat agenten ondersteunt die betrokken zijn bij situaties rond sektes. Inmiddels helpt hij slachtoffers uit sektes met een nieuw begin via zijn bureau Met Nieuwe Ogen Kijken.
Bestseller
Van Dorsten, Crosby en Van der Winden schreven alle drie een boek over hun ervaringen. In ”Gekke Jantje” doet Van der Winden zijn levensverhaal uit de doeken. Van Dorstens ”Wij waren, ik ben” werd een bestseller. En in ”Achter gesloten deuren” deelt Crosby getuigenissen van ex-leden van De Deur. Hun verleden bracht de ervaringsdeskundigen bij elkaar. Samen richtten ze vorig jaar Vrijhartig op, een organisatie die training en advies geeft op het gebied van sektes.
Israel, in 2022 zei je in een interview met het RD: „De beste manier om met het verleden om te gaan, is om anderen ermee te helpen.” Is dat de reden dat jullie Vrijhartig zijn gestart?
Van Dorsten: „Ja, dat denk ik wel. Anderen helpen helpt mij ook, omdat ik dan meer begrip krijg voor mijn situatie. Eerst wilden we slachtoffers van sektes zelf helpen, maar met z’n drieën is dat niet te doen. Op dit moment voel ik me ook niet klaar om rechtstreekse hulp te bieden. Het is een grote verantwoordelijkheid en het vraagt mentaal best wat van je. We krijgen wel veel aanvragen van slachtoffers, die verwijzen we door naar Jans bureau. Daarnaast heeft de overheid inmiddels opdracht gegeven aan expertisecentrum Fier om hulpverlening op te zetten voor mensen uit sektarische groepen.
Onze meerwaarde zit erin dat wij begrijpen hoe sektarisme werkt. En dus kunnen wij hulpverleners ondersteunen om de juiste hulp te bieden. Met Vrijhartig hebben we al lezingen gegeven aan professionals in de reclassering, bij de jeugdbescherming en het Leger des Heils.”
Wat moeten zij weten over sektes?
Van der Winden: „Mensen die uit een sekte stappen zijn alles kwijt, hebben geld verloren, soms ook hun kinderen. Ze willen een nieuw leven opbouwen, maar voelen zich bedreigd door de groep en worden achtervolgd door gedachten die erin gestampt zijn. Soms is het verstandig om niet meteen naar de politie te stappen. Hulpverlening moet eerst zorgen voor stabiliteit en een goed netwerk.”
Crosby: „Wie uit een sekte is gestapt, heeft grote kans er opnieuw in terecht te komen. Je gaat op zoek naar het extreme, want dat ben je gewend. Zelf raakte ik na het verlaten van De Deur betrokken op de extreemrechtse complottheorieën van QAnon.”
Jullie willen anderen helpen, maar wat heeft jullie destijds geholpen?
Crosby: „Dat mijn familie contact bleef houden, ook al wilde ik de banden verbreken. Het is eigenlijk hypocriet dat ik dit zeg, want zelf doe ik het niet. Ik vind dat nog te moeilijk. Wel help ik mensen die weg willen bij De Deur bijvoorbeeld aan een goede therapeut.”
Van der Winden: „Mij hielp dat een hulpverlener naar mijn verhaal luisterde en zei: „Jij bent niet gek”. Ik heb vaak moeten horen dat ik wél deugde voordat ik dit geloofde.”
Van Dorsten: „Toen ik vanuit de boerderij om hulp vroeg, begrepen hulpverleners niet goed wat er speelde. Ze hadden gewoon geen idee dat zoiets kan bestaan. Daarom proberen wij professionals bewust te maken van signalen.”
Aan welke signalen herken je een sekte dan?
Van der Winden: „In sektes draait het om geld, macht en seks. Seksueel misbruik en stelen zijn strafbaar; manipulatie is niet verboden – in andere landen overigens wel. De politie kan pas tegen een sekte optreden bij vermeende strafbare feiten. Als je machtsvertoning en manipulatie opmerkt, kun je er bijna vergif op innemen dat er ook sprake is van strafbare feiten. Op die signalen moet je dus alert zijn.”
Van Dorsten: „Veel signalen, zoals een afgezonderde groep, zeggen op zichzelf nog niet dat het gevaarlijk is. De term sekte wordt relatief vaak geassocieerd met het christelijk geloof, minder snel met bijvoorbeeld de islam. Veel mensen die zich bij ons melden hebben ook een christelijke achtergrond, terwijl een sekte vanuit elke geloofsovertuiging of levensvisie kan ontstaan.”
Crosby: „Vaak gebeurt dat vanuit evangelische stromingen. De Deur lijkt op het eerste gezicht geen gesloten groep. De kerk doet veel aan evangelisatie en treedt dus erg naar buiten. Voor nieuwkomers is deze gemeente, zeker als je eenzaam bent, als een warm bad. Wel krijg je te horen: „Je kunt online beter geen informatie over ons opzoeken, want dat zijn allemaal leugens.” Dat is een rode vlag.”
Van Dorsten: „Binnen sektarische groepen heerst een allesomvattende en absolute levensovertuiging. Dat betekent niet dat het geloof van die groep fout is. Maar als je veel macht bij één leider legt, brengt dat risico’s met zich mee. We zeggen dus niet dat een hulpverlener mensen uit een bepaalde kerk moet halen. Dat zou de vrijheid om te geloven aantasten. Wel kan een hulpverlener wijzen op risico’s van zo’n gesloten gemeenschap. En de juist hulp geven als een cliënt eruit wil stappen.”
Waar moeten hulpverleners in dat geval rekening mee houden?
Crosby: „Dat een verleden in een sekte niet hetzelfde is als een posttraumatische stressstoornis. Iemand komt uit een systeem dat in één keer wegvalt. Dat raakt je identiteit, hoe je gevormd bent – misschien wel je leven lang. Ineens moet je deel worden van een maatschappij waar je je tijdens je hele leven tegen hebt verzet. ”
Van Dorsten: „Hulpverleners moeten kijken wat iemand mist doordat die persoon in die groep heeft gezeten. Zelfstandigheid bijvoorbeeld, zelf keuzes leren maken. In sektarische groepen hoef je niet te kiezen; je volgt de leider. Vertrouwen hebben in mensen buiten de eigen groep is ook zoiets; en sociale contacten leren opbouwen. In de groep worden vrienden je gegeven, daarbuiten moet je ze ineens zelf kiezen.”
Crosby: „Het heeft jaren geduurd voor ik wist hoe je vrienden moet maken. Je leven speelde zich helemaal binnen die community af. Met mensen die uit De Deur zijn gestapt, heb ik het vaak over hoe gek het is dat je de groep soms mist.”
Van der Winden: „Mensen die zich melden nadat ze een sekte hebben verlaten, kunnen verward overkomen. Tegelijk is het cruciaal dat slachtoffers serieus worden genomen door instanties waar ze na lang aarzelen en moed verzamelen aankloppen. Worden zij niet begrepen, dan lopen ze vaak direct gevaar, want kritiek geven is in een sekte gevaarlijk. Als er goed naar het slachtoffer geluisterd wordt, kan hij ontsnappen uit de sektarische wurggreep.”
Van Dorsten, Crosby en Van der Winden delen hun ervaringen ook met het publiek. Zo houden ze woensdagavond een bijeenkomst in Nieuw Loosdrecht. Meer informatie: vrijhartig.nl