Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (CU) pleit voor vermogensbelasting: „Eenvoud is ook rechtvaardigheid”
Ruim 1700 extra ambtenaren om een nieuw box 3-probleem op te lossen? Terwijl particuliere verhuurders vrij massaal hun huurwoningen verkopen? Reden te over voor een tijdelijke vermogensbelasting, vindt CU-Kamerlid Pieter Grinwis.

In alle tumult over een langetermijnoplossing voor box 3 dreigt bijna vergeten te worden dat er ook op korte termijn nood aan de man is. De manier waarop de fiscus onjuiste aanslagen corrigeerde na het eerdere Kerstarrest schiet tekort, oordeelde de Hoge Raad juni jongstleden in een nieuw arrest. Bijbehorend gevolg: in één klap valt de wettelijke basis weg om nog langer belasting te kunnen heffen op inkomen uit vermogen.
Inmiddels heeft staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit en Belastingdienst) zijn strijdplan klaar. Binnenkort stuurt hij zijn wet naar de Tweede Kamer. Van Oostenbruggen blijft voorlopig belasting heffen op basis van een fictief rendement, maar wil daarnaast een tegenbewijsregeling invoeren. Iedereen die meent minder vermogensinkomsten te behalen dan de fiscus veronderstelt, wordt in de gelegenheid gesteld dat aan te tonen. De regeling is vermoedelijk vooral interessant voor aandeelhouders in een slecht beursjaar.
De tegenbewijsregeling is een enorme opgave voor de Belastingdienst. De dienst stelt dat er feitelijk sprake is van een nieuw tijdelijk box 3-stelsel, gebaseerd op de uitgangspunten van de arresten van de Hoge Raad. Daarvoor zijn in totaal 1757 extra ambtenaren nodig (2024 t/m 2026). Voor volgend jaar zomer moeten er bijna 2 miljoen box 3-aanslagen gecorrigeerd zijn, schat de fiscus.
Alle goede bedoelingen ten spijt, de staatssecretaris neemt de verkeerde afslag door het oude stelsel op te lappen met een tegenbewijsregeling, meent CU-Kamerlid Pieter Grinwis. Hij stelt voor om het over een geheel andere boeg te gooien. Grinwis heeft in de kerstvakantie zélf een plan B opgesteld, gestaafd door wat berekeningen in Excel. Voer een tijdelijke vermogensbelasting in van 1,2 procent, luidt zijn oproep aan Van Oostenbruggen. Een vermogensbelasting is geen heffing op inkomsten uit vermogen, maar op het vermogen zelf.
Waarom pleit u voor een vermogensbelasting?
„Allereerst vanwege de eenvoud. Mijn stelling is: eenvoud is ook rechtvaardigheid. Wat is er nu eenvoudiger dan een vermogensbelasting? Ik schrok ervan toen ik hoorde dat er 1757 fte nodig is voor de tegenbewijsregeling. Zet die mankracht alsjeblieft in voor het hervormen van het belasting- en toeslagenstelsel. Een vermogensbelasting is met een paar ambtenaren uit te voeren.
Daarnaast: het voorstel van de staatssecretaris is problematisch voor particuliere verhuurders. Hun grootste probleem is box 3; niet de Wet betaalbare huur, waar VVD en BBB hun pijlen op richten. Voor particuliere verhuurders is een fictief rendement van 7,7 procent uit hun huuropbrengsten niet haalbaar. De tegenbewijsregeling geeft hun bovendien geen mogelijkheid om gemaakte kosten van de belasting af te trekken. In het verleden betaalden verhuurders misschien te weinig belasting in box 3, maar op dit moment zuigt de overheid eerder de verhuurder uit dan de verhuurder de huurder. Dan doen we iets niet goed.”
De 1757 extra ambtenaren worden hoofdzakelijk ingezet om bijna 2 miljoen oude box 3-aanslagen te corrigeren. Dat blijft nodig, ook als daarnaast een tijdelijke vermogensbelasting wordt ingevoerd.
„Mijn voorstel biedt geen oplossing voor het verminderen van herstelwerkzaamheden. Het is een alternatief gericht op de overbruggingsperiode van 1 januari 2027 tot er een nieuw box 3-stelsel is.”
Ziet u een vermogensbelasting ook als de langetermijnoplossing?
„Dat bepleit ik op dit moment niet, maar ik sluit het niet uit. Een langetermijnoplossing laat waarschijnlijk nog jaren op zich wachten. Voor de tussentijd pleit ik voor een eenvoudige vermogensbelasting in plaats van het oude stelsel opgelapt met een tegenbewijsregeling.”
Het principe ”belast de vruchten, niet de boom” laat u hiermee voorlopig los. Vindt u dat jammer?
„Principieel gezien vind ik dat de overheid belasting moet heffen op basis van draagkracht. Dat betekent: iedere euro aan inkomsten gelijk belasten, ongeacht of het gaat om salaris, erfenis, rente of dividend. Dus ja, het is jammer om daarop in te leveren. Maar: eenvoud is ook rechtvaardigheid.”
Spaarders die weinig rente krijgen, betalen met uw voorstel net zo veel belasting als beleggers met een hoog rendement. Is dat eerlijk?
„Van 2001 tot 2016 hebben we de facto met zo’n systeem gewerkt. Toen de spaarrente nog wat hoger was, kraaide er geen haan naar.
Daar komt bij dat een echtpaar met niet meer dan 115.000 euro spaargeld geen belasting hoeft te betalen in box 3. Die grens ligt nu veel hoger dan vroeger.”
Oud-staatssecretaris Van Rij achtte een vermogensbelasting juridisch weinig kansrijk. Hoe ziet u dat?
„Ik heb er vertrouwen in dat een beperkte vermogensbelasting niet omver gekegeld wordt met een beroep op het eigendomsrecht. Ook hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars –geen voorstander van een vermogensbelasting– denkt dat een heffing van 1,2 à 1,3 procent standhoudt bij de rechter, zei hij onlangs in de Tweede Kamer.
Uiteindelijk valt deze vraag alleen te beantwoorden als de rechter zich hier daadwerkelijk over uitspreekt. Daarom zeg ik: probeer het voor de overbruggingsperiode.”
Gaat u de tegenbewijsregeling steunen?
„Zoals het er nu naar uitziet kunnen particuliere verhuurders hun gemaakte kosten niet van de belasting aftrekken. Dat is een cruciaal punt. Daar moet een oplossing voor komen; wij kunnen de wet niet ongewijzigd steunen.”