Trump probeert pers steeds meer naar zijn hand te zetten
Dat de Amerikaanse president Donald Trump geen vriend is van de media, is geen nieuws. Dat leidde in zijn eerste ambtsperiode al tot schermutselingen. Maar nu gebruikt hij alle beschikbare middelen om de pers naar zijn hand te zetten.

Het persbureau Associated Press (AP) is vorige week door Trump de toegang tot de perszaal van het Witte Huis ontzegd. Reden? AP blijft het water ten zuiden van de VS de Golf van Mexico noemen. Het negeert daarmee het besluit van Trump dat dit voortaan de Golf van Amerika heet. Trump legt dit uit als obstructie. AP zegt wereldwijd klanten te bedienen en die houden bijna allemaal vast aan de naam Golf van Mexico.
Volgens AP is het weigeren van de toegang tot de persconferenties van de president, bedoeld „om AP te straffen voor de inhoud van zijn publicaties”. In een brief aan het Witte Huis laat AP weten dat het persbureau „het grondwettelijk recht op persvrijheid, vrije informatiegaring en -voorziening krachtig zal verdedigen”.
„Journalisten straffen omdat ze de door de staat voorgeschreven terminologie niet gebruiken, is een alarmerende aanval op de persvrijheid”, aldus de Foundation for Individual Rights and Expression –een non-profitorganisatie die opkomt voor de rechten van het Eerste Amendement– in een verklaring. „President Trump heeft de bevoegdheid om te veranderen hoe de Amerikaanse overheid naar de Golf verwijst. Maar hij kan een nieuwsorganisatie niet straffen voor het gebruiken van een andere term. De rol van onze vrije pers is om machthebbers ter verantwoording te roepen, niet om als hun spreekbuis op te treden.”
Voorrecht
Karoline Leavitt, woordvoerder van het Witte Huis, is daarvan niet onder de indruk. Ze zei vorige week: „Het is een voorrecht om verslag te doen van het Witte Huis.”
De maatregel is onderdeel van een campagne die Trump tegen kritische media voert. In opdracht van de president onderzoekt de Federal Communications Commission enkele omroepen vanwege het „opzettelijk vervalsen van nieuws”. Feitelijk gaat het om nieuwsduiding die de president niet bevalt.
Al eerder diende Trump een klacht in tegen omroep ABC omdat die tijdens het debat tussen Trump en Kamala Harris laatstgenoemde zou hebben bevoordeeld.
Daxton Stewart, hoogleraar journalistiek aan de Texas Christian University, noemt het „buitengewoon zorgelijk” dat Trump de media zo bejegent. „Het knevelen van de media zet de poort open naar een dictatuur.”
Dat onderzoeken, aanklachten of slechts het dreigen met processen effect hebben, leidt er volgens Stewart toe dat media „terughoudend zijn om kritische stukken te schrijven. Terwijl een kritische pers juist een kernelement is van de democratie”.
Als voorbeeld noemt Stewart de financiële schikking die CBS News probeert te treffen, omdat Trump de omroep heeft aangeklaagd. Hij zegt dat Harris door een gunstige belichting en het decor is bevoordeeld in een interview. Volgens de president is de kijker daardoor misleid. Hij eist daarom 10 miljard dollar. Juristen achten de rechtszaak kansloos. Maar CBS News wil voorkomen de permanente toorn van Trump op zich te laden en is daarom bereid te betalen.
Machtspolitiek
Stewart noemt dat een knieval voor de machtspolitiek van Trump. „Ook al zijn de kansen voor mediabedrijven in dergelijke zaken behoorlijk goed, de meeste vinden het vandaag de dag veiliger om te betalen dan te winnen.”
Onderzoeker Jameel Jaffer van Columbia University waarschuwt: „Elke schikking verzwakt de democratische vrijheden. Ze scheppen precedenten –niet wettig, maar evengoed precedenten– die bepalen hoe rechters en het volk over persvrijheid denken.”