BinnenlandTweede Wereldoorlog
Monument voor mannenroof in Rotterdam

Met gevelteksten en een expositie herdenkt Rotterdam de grote razzia van tachtig jaar geleden. „Vreeselijke dag, alle mannen van 17 tot 40 jaar weg”, noteerde de moeder van Leen Hordijk.

L. Vogelaar
11 November 2024 12:57
Een geveltekst op de RET-remise herinnert aan de grote razzia in Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. beeld Hester Blankestijn
Een geveltekst op de RET-remise herinnert aan de grote razzia in Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. beeld Hester Blankestijn

In twee dagen tijd voerden de Duitsers meer dan 50.000 mannen weg uit Rotterdam en Schiedam. Ontsnappen was lastig: de Duitsers hadden de toegangswegen afgesloten, de bruggen opgehaald, het telefoonverkeer stilgelegd, de politie ontwapend.

De achttienjarige Leendert Hordijk werd weggehaald uit een winkelpand aan de Boergoensevliet. Hij moest naar de nog in aanbouw zijnde remise van vervoersbedrijf RET, een van de plaatsen waar de mannen werden bijeengedreven. Daarover schreef hij: „Hier stonden al enige honderden mannen te wachten. Ik zag vrienden van school. Vanaf dat ogenblik zijn we samen gebleven. In de avond moesten we door de verduisterde stad in stromende regen, in colonne en onder bewaking, naar een onbekend doel.”

Die woorden staan nu op de zijgevel van het RET-gebouw aan de Sluisjesdijk, aan de rand van wijk Charlois. Zaterdagmiddag zijn ze onthuld, tegelijk met een paneel op de voorgevel over de herinneringen van Pieter L. van Zijl.

Herinneringen van Pieter van Zijl. beeld RD

Initiatiefnemer is Hordijks dochter Fenneke. Het werd een project van stichting De Zoek naar Schittering, die in Rotterdam poëzie op gevels aanbrengt. „De opgepakte mannen trokken in colonne door een stikdonkere stad”, zegt Hordijk. „De achterblijvende gezinnen leden honger en gebrek.”

Rotterdam had al zo veel te verduren gekregen: na het verwoestende bombardement van mei 1940 waren nog 21 luchtaanvallen gevolgd. Bijna honderdduizend mensen raakten dakloos. En nu de mannenroof, op 10 november 1944 in de buitenwijken, de volgende dag in het centrum van de stad. Mannen in de leeftijd van 17 tot 40 jaar kregen een bevel in de brievenbus dat ze zich moesten melden. De Duitsers gingen de huizen langs om te kijken of niemand achterbleef. ”Aktion Rosenstock”, heette de grootste razzia die de Duitsers in bezet Nederland hebben gehouden. „Wat een paniek moet er geweest zijn.”

De bezetter wilde 600.000 jonge mannen wegvoeren uit West-Nederland om dwangarbeid te verrichten in Duitsland én om te voorkomen dat ze de geallieerden zouden helpen bij de bevrijding. Rotterdam en Schiedam waren als eerste aan de beurt, omdat daar havens waren, zegt Jan Willem Cleijpool, een van de initiatiefnemers voor het razziamonument dat vorig jaar aan de Parkkade werd onthuld. Ook Cleijpools vader moest naar Duitsland. „Mijn moeder hield zich met een baby staande in de Hongerwinter. Mijn vader sprak er niet over, maar de oorlog drukte een stempel op ons gezin.”

„Mijn vader sprak er niet over, maar de oorlog drukte een stempel op ons gezin” - Jan Willem Cleijpool, initiatiefnemer razziamonument Rotterdam

Pieter van Zijl wist bij Wezep te ontsnappen en verstopte zich in het bos. Leen Hordijk werd tewerkgesteld in een Duitse worstfabriek en was pas op 9 juli 1945 weer thuis. Hij hield er nachtmerries aan over, zegt zijn dochter. Meer dan 500 mannen overleefden de wegvoering niet.

Grafsteen

De RET is nog steeds aan de Sluisjesdijk gevestigd, in het havengebied. ”Sorry, geen dienst”, staat er op de bussen die in rijen staan geparkeerd. Het vervoersbedrijf biedt graag ruimte aan een blijvende herinnering aan de razzia, zegt algemeen directeur Linda Boot. Ze weet hoe ingrijpend de gebeurtenissen waren: „Mijn vader is uit Gouda weggevoerd voor de Arbeitseinsatz.”

Deze maandag had de eerste kranslegging plaats bij het razziamonument in Rotterdam. Vijf minuten lopen vanaf de RET-remise staat het Dokhuis, het vroegere havenkantoor. Daar begon zaterdag de expositie ”Stemmen van de razzia”. Het is een van de activiteiten waarmee de Maasstad tot 1 december de razzia herdenkt.

Aan de muren van het Dokhuis hangen kunstwerken die Fenneke Hordijk met inkt en grafiet maakte: ”Verhaal van mijn vader”. Op grote panelen is te lezen wat de razzia teweegbracht. Er zijn persoonlijke verhalen van gedeporteerde mannen en achterblijvers te zien en te beluisteren. In een vitrine liggen spullen die Willem Jan Loeve zorgvuldig bewaarde; herinneringen aan zijn periode in Duitsland. Er ligt ook een klein zwart-witfotootje van de grafsteen van ”Onze lieve jongen Bert”, zijn vijfjarige zoontje dat hij nooit meer terugzag. „Bert overleed na een (honger)tocht naar Meppel op 1 maart 1945”, staat op een briefje vermeld. „Tot 11 mei wist Willem van niets.”

verhaalvanmijnvader.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer