Sinds we in Oostenrijk wonen, kunnen we ons gelukkig prijzen met een meertje op loopafstand. Wij zijn niet de enige die van dit meertje genieten. Onderaan het trappetje waarmee je het water in- en uitgaat, geniet een felgekleurde zonnebaars van een rustig bestaan in het water. Zo nu en dan wordt zijn rust vestoord door, zoals het in de natuur vaker het geval is, de mens. Het schijnt dat deze zonnebaars zich onder de derde trede van dit trappetje heeft gevestigd, een centimeter of 40 onder het wateroppervlak.
„En waar is de stoeltjeslift precies” vroeg mijn vader hijgend op de dag dat wij voor het eerst met de makelaar het weggetje naar ons huis in Oostenrijk opzwoegden.
Op het gymnasium waar ik naartoe ga, worden veelal dezelfde vakken onderwezen als in Nederland op een Nederlands gymnasium. Ik krijg Italiaans in plaats van Frans en natuurlijk Duits in plaats van Nederlands. Ook de lesstof is soms wat anders.
„Je hebt hier wel lekker de ruimte, hè”. Dat wordt regelmatig gezegd door Nederlandse gasten die bij ons op bezoek zijn in Oostenrijk. En het is onbetwistbaar waar. In Nederland groeit een groot deel van de mensen op met tuintjes omringd door heggen, schuttingen of een hek. Hier hebben we noch heg, noch schutting, noch hek. Ons huis grenst direct aan het bos. De reetjes lopen letterlijk in de tuin, de vos bezoekt het kippenhok en onze honden komen regelmatig met een onderdeel van een zwijn of ree thuis.
Kan je al Oostenrijks? Die vraag krijg ik regelmatig. Hoewel in mijn nieuwe thuisland Oostenrijk officieel Duits gesproken wordt, zijn er veel verschillende dialecten. Zo praten ze in Wenen Wienerisch, in Tirol Tirolerisch en bij ons in Karinthië dus Kärntnerisch.
De eerste schooldag in Oostenrijk. „In het diepe gestort worden” beschrijft die ervaring nog het best.
Toen ik de eerste zondag in Oostenrijk een zaaltje in een gewoon woonhuis binnenkwam, werd ik gelijk overweldigd door een hoop uitgestoken handen, van hartelijke mensen. De vrouwen hadden geen hoeden op, droegen broeken en ik verstond helemaal niks van ze.
Een van de vele dingen waaraan ik hier in Oostenrijk moest wennen, is het opstaan wanneer de leerkracht –Herr of Frau Professor– de klas binnenkomt. Even voor de duidelijkheid, hier blijf je de hele dag in hetzelfde lokaal zitten. De docenten komen naar jou toe in plaats van jij naar hen.
Mijn ouders hebben een appartementenhuis gekocht in Oostenrijk. Klinkt erg chique, was het niet. Het pand was een ruïne vol schimmel en zooi. Voordat dat verhuurd kon worden, moest er dus flink wat gebeuren. En aangezien wij niet bepaald de handigste klussers zijn, hadden we hulp nodig.
Steeds vaker hoor ik van mensen dat ze het verlangen koesteren om te emigreren. Een nieuw “fantastisch” land, meer rust, mooiere natuur, hogere bergen, een frisse start. Wereldwijd willen meer dan een miljard mensen weg uit hun thuisland, volgens de website van het Friesch Dagblad. Maar wat weerhoudt deze mensen er nu van om daadwerkelijk hun boeltje te pakken en het avontuur tegemoet te gaan? Is het angst voor het onbekende? Angst om al het vertrouwde achter te laten?
Subthema 'Columns uit Oostenrijk'
Het vertrouwde, gezellige, volgebouwde Nederland hebben ze de rug toegekeerd. Maria en Matthias Wilbrink verwisselden vijf jaar geleden het Gelderse dorpje Lieren voor een leven tussen Oostenrijkse bergen en meren. Voor Puntuit schrijven ze vanaf nu wekelijks een wisselcolumn over de gebeurtenis die hun leven sindsdien op een ander spoor zette.