Hij schrijft: „Maar die den Heere aanhangt, is één geest met Hem.” Ds. Comrie denkt dat Paulus bewust deze woorden gebruikt om zich zo uit te spreken tegen mystieke Joodse manier van denken. Er waren namelijk Joden die zeiden dat de ziel van een mens als het ware samensmelt met de ziel van God. Dat kan natuurlijk niet. In het woordje ‘aanhangen,’ ziet ds. Comrie een heel belangrijke eigenschap van het geloof.
Zie je het voor je? Vader of moeder is weggeweest en komt thuis. Jouw kleine broertje of zusje springt vader of moeder om de nek. Daar hangt het kind aan de nek van vader of moeder. Eindelijk, papa of mama is thuis!
In het ware geloof is er ook sprake van omhelzen en aanhangen. Deze woorden lijken veel op elkaar. Aanhangen zegt eigenlijk dat als de Heere jouw hart vernieuwt en je na lang tobben eindelijk zó dicht bij de Heere mag zijn, jij jezelf aan Hem vastklampt. Het geloof was net als een hand, weet je nog?
Denk maar aan de bruid uit het Hooglied van Salomo. Zij weet ook wat aanhangen is. Ze zegt: „Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast en liet Hem niet gaan.” Als de Heere met Zijn liefde zó dicht bij je hart is ben je zo gelukkig! Dan wil je dat Hij voor altijd bij je blijft. Het geloof in je hart grijpt Hem als het ware vast. Je fluistert het zachtjes: „Heere, nu bent U zo dichtbij, wilt U alstublieft niet meer weggaan?”
Ds. Comrie schrijft verder dat het grondwoord nog veel krachtiger is. Eigenlijk staat er ‘vastgelijmd.’ Misschien heb jij wel eens twee houten delen op elkaar gelijmd. Eigenlijk waren het twee losse delen, maar door de lijm is het zo vast aan elkaar, dat het niet meer loskomt. De Heere vindt Zijn kinderen als zondaren. Los gezondigd van Hem vandaan. De Heilige Geest zoekt hen op en brengt hen bij Christus. Het bloed van Christus is als de lijm, zegt Comrie. Dat verbindt zondaren met Jezus. Dat gaat nu nooit meer los. Zo hangt Christus aan een zondaar, en een zondaar aan Christus. En door het geloof houdt je Hem vast. Totdat je eenmaal voor altijd aan Hem verbonden bent. Dan hoef je niet meer bang te zijn dat het losraakt. Want: „Gij hebt mijn rechterhand gevat” (Ps. 73:23).
----
Bewerking van ”Het ABC des geloofs” van Alexander Comrie voor jongeren