Politicus, houd zelf de touwtjes in handen op sociale media
Hoewel politici volop actief zijn op sociale media zoals Hyves en Twitter, is het een illusie dat zij zo beter naar burgers kunnen luisteren, schrijven Maurits Kreijveld en Chris Aalberts. Politici kunnen zich beter richten op de meningen en gevoelens achter de berichten van burgers en zelf een leidende positie innemen.
Sociale media zoals Hyves, YouTube en Twitter hebben de afgelopen jaren een enorme opmars laten zien. Burgers hebben hiermee een mogelijkheid gekregen om hun mening te laten horen. Meer dan ooit kunnen ze hun stem laten horen richting de politiek, in de hoop dat die luistert. Ook politici hebben de sociale media ontdekt. Tweede Kamerleden, gemeenteraadsleden en Europarlementariërs twitteren erop los en hebben de afgelopen jaren volop Hyvespagina’s en YouTubekanalen geopend. Voor hen zijn er nog nooit zo veel mogelijkheden geweest om hun boodschap te verspreiden.
Al met al zijn er dus ook talloze communicatieboodschappen. Er wordt veel informatie verzonden, maar wordt er ook geluisterd? Dat laatste lijkt hard nodig, want de achterban van politieke partijen is al decennia lang tanend. Er wordt al jaren gesproken van een kloof tussen politiek en burgers die hoognodig gedicht moet worden. Uit ons onderzoek naar het gebruik van sociale media door politici en burgers blijkt dat de praktijk weerbarstig is en dat beter luisteren naar burgers niet de oplossing kan zijn om de kloof te dichten.
Niet bruikbaar
Politici ontvangen meer berichten van burgers dan ooit. Waren het eerst de e-mails, nu zijn daar onlinereacties, krabbels en tweets bij gekomen. Een niet-aflatende stroom berichten bereikt de politicus, die amper personeel heeft om deze te verwerken. Het is onmogelijk ze allemaal te lezen, laat staan erop te reageren. De kwaliteit van de reacties varieert en past niet altijd bij de politieke kleur van de politicus. Veel van de berichten zijn dus simpelweg niet bruikbaar.
Het enige wat politici kunnen doen is selectief een beperkt aantal reacties uit de grote stapel halen en deze gebruiken om hun eigen verhaal te versterken. De rest blijft ongelezen, krijgt een bedankje of een standaardantwoord. Daar komt bij dat de berichten die de politicus via sociale media bereiken, afkomstig zijn van een select groepje politiek actieve burgers. Deze berichten zijn dus niet vanzelfsprekend representatief voor wat er breder in de samenleving leeft. Dat staat haaks op de suggestie die sociale media wekken dat zij in staat zijn de kloof tussen burgers en politiek te dichten.
Spagaat
De politicus komt gemakkelijk in een spagaat terecht: niet meedoen met sociale media kan hem het imago opleveren niet te luisteren naar de burger, wel meedoen brengt hem in een situatie waarin hij niet elke burger tevreden kan stellen. Vroeg of laat zullen mensen tot de conclusie komen dat er niet naar hen wordt geluisterd en dat hun mening er niet toe doet. Er zullen altijd burgers blijven die geen antwoord krijgen op hun vraag, die hun inbreng nergens terugzien en die zich niet serieus genomen voelen. Sociale media zouden het immers heel makkelijk maken om ‘even’ te reageren?
Deze spagaat leidt er op dit moment toe dat politici steeds meer kiezen voor symboolpolitiek en populisme: krachtige voorstellen om kiezers te plezieren en daadkracht te tonen, zoals onlangs met het voorstel om bonussen voor bankiers met 100 procent te belasten. Iedereen weet dat het onuitvoerbaar beleid is, maar er zijn ongetwijfeld veel burgers die er –al dan niet via sociale media– om hebben gevraagd.
Tegelijkertijd leidt deze harde lijn tot steeds meer eenheidsworst onder de politieke partijen. Het onderscheid zit steeds meer in details waar de burger amper het nut van inziet of die hij simpelweg niet opmerkt.
Er is echter een alternatief: niet voortdurend luisteren naar individuele wensen van burgers, maar naar de onderstroom in de samenleving. Oog hebben voor de meningen en gevoelens van burgers achter de tweets en de e-mails. Politici moeten vooral een antwoord formuleren op die onderstroom, door afstand te nemen van dagelijkse ideeën en ergernissen, door minder de waan van de dag te volgen, maar terug te gaan naar de grote verhalen waaruit bezieling spreekt, die burgers kunnen begrijpen en invoelen. Dat is precies het probleem waar met name de middenpartijen de laatste jaren mee kampen: ze zijn het juist op deze hoofdlijnen met elkaar eens.
Het enige advies aan politici kan dus zijn: niet voortdurend de burger volgen, maar zelf leidend zijn en een visie neerzetten. Daar kunnen politici vervolgens via sociale media ongetwijfeld volgers bij vinden.
De auteurs zijn respectievelijk futuroloog en toekomstverkenner en docent en onderzoeker politieke communicatie. Hun boek ”Veel gekwetter, weinig wol” kwam deze week uit.