„Een woedende, kolkende massa.” Anja Vink had een klas leerlingen tegenover zich. Gedesillusioneerd verliet ze de zwarte school waar ze enkele maanden lesgaf. De onderwijssegregatie werd een centraal thema in haar journalistieke werk.
Uitvoerig beschrijft Vink in ”Witte zwanen, zwarte zwanen” het ontstaan van het onderscheid tussen witte en zwarte scholen en de gevolgen ervan voor de leerlingen, de scholen en de samenleving. Het werd een boeiend relaas. Soms wel wat generaliserend: „Er werd niets gedaan…;” „Niemand dacht na over…”
Vink kreeg maandenlang de gelegenheid rond om te kijken in het veelbesproken Islamitisch College Amsterdam. Publicatie van een artikel daarover kwam haar op een wereldwijde e-mailactie te staan. „Na de moord op Van Gogh kwam dit niet lekker aan. Na een dag vol ongeloof naar mijn computer te hebben gekeken, besloot ik dat het waarschijnlijk bij deze actie bleef.” Haar zwager blokkeerde het mailbombardement. En geweld bleef uit.
Wat gaat Nederland doen aan de achterstand van de onderklasse, ook in het onderwijs? Met die vraag sluit het boek af. Scholen moeten naar een evenwichtige samenstelling van kansarme en kansrijke kinderen, stelt Vink. Dat de oorzaak van de segregatie wordt gezocht in artikel 23 van de Grondwet, is volgens de journaliste niet terecht. „Er zit genoeg ruimte in dit zogenaamd omstreden artikel om scholen met een gezond evenwicht van kansarme en kansrijke kinderen samen te stellen en ouders nog steeds keuzevrijheid te bieden.”
Witte zwanen, zwarte zwanen, Anja Vink; uitg. J. M. Meulenhoff, Amsterdam, 2010;ISBN 978 90 290 8504 5; 223 blz.; € 17,50.