Binnenlandslag om chora in afghanistan
Nederland moet schade vergoeden voor onrechtmatig bombardement

Het Nederlands bombardement tijdens de slag om Chora (Afghanistan) in 2007 was onrechtmatig. De rechtbank in Den Haag heeft dat woensdag bepaald en zegt dat de Staat de schade van de slachtoffers moet vergoeden. Bij het bombardement op een ommuurd wooncomplex kwamen vijftig tot tachtig burgers om het leven.

ANP
Advocaat Liesbeth Zegveld komt aan bij de rechtbank voor een zaak over een bombardement in de Chora-vallei in de provincie Uruzgan in Afghanistan. Zegveld eist namens vier Afghanen dat het ministerie van Defensie logboeken vrijgeeft van de Nederlandse Apache-gevechtshelikopters en F16's die bij de aanval betrokken waren. beeld ANP, Sem van der Wal
Advocaat Liesbeth Zegveld komt aan bij de rechtbank voor een zaak over een bombardement in de Chora-vallei in de provincie Uruzgan in Afghanistan. Zegveld eist namens vier Afghanen dat het ministerie van Defensie logboeken vrijgeeft van de Nederlandse Apache-gevechtshelikopters en F16's die bij de aanval betrokken waren. beeld ANP, Sem van der Wal

Het was bekend dat in het complex in de Afghaanse provincie Uruzgan burgers woonden. Volgens de Nederlandse overheid gebruikte de Taliban het complex echter voor militaire doeleinden en was het bombarderen in juni 2007 daarom niet onrechtmatig. De rechtbank ziet dat anders. „Uit de rapporten die de Staat heeft overgelegd, met daarin logboeken over de uren vlak voor het bombardement, kan die conclusie niet worden getrokken.” De rechtbank noemt het bombarderen daarom in strijd met het internationaal oorlogsrecht. „Het bombardement is om die reden dus wel onrechtmatig”, aldus de rechtbank in de uitspraak.

De zaak loopt al sinds 2019 en was aangespannen door diverse slachtoffers en nabestaanden. Ze lagen met hun families in de huizen te slapen toen de bommen vielen en vroegen een schadevergoeding van Defensie. De vergoeding is nu toegewezen door de rechtbank, maar de hoogte moet in een nieuwe procedure duidelijk worden.

Advocaat Liesbeth Zegveld, die de nabestaanden bijstaat, is opgelucht door de uitspraak. „Ook vanuit een belang van het oorlogsrecht. Dat je als land regels moet respecteren. Dat verwachten we nu van Rusland, maar is in deze zaak niet gebeurd.”

„Het draait allemaal om de vraag of het gaat om een burgerdoel of een militair doel”, zegt Zegveld. „Bij twijfel blijft iets een burgerobject. Je kunt niet te snel overgaan dat iets een militair doel is, want de consequenties zijn gigantisch. Er zijn hier zeven bommen op drie verschillende woonhuizen en een moskee terechtgekomen. Die moskee is bovendien een religieuze plek en geniet specifieke bescherming binnen het oorlogsrecht.”

Het ministerie van Defensie laat in een reactie weten het vonnis te gaan bestuderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer