Kerk & religieMeditatie
Meditatie: Schuldig
Maarten Luther

„Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij, mijn sap werd veranderd in zomerdroogten.”
Psalm 32:4

Door deze zondelast drogen hart, moed en geest uit. Zelfs het lichaam van die mens verzwakt. „Daarom maak ik U mijn zonde bekend.” Nu word ik gewaar dat er niets beters is dan voor U te belijden dat ik louter zonde ben en dat er geen goed aan mij is. Dit alles opdat alleen Uw genade geprezen en begeerd wordt en ieders roem en vertrouwen op verdiensten en goede werken moeten vergaan! „En ik verberg mijn misdaden niet.” Zoals die mensen wél doen bij wie het bedrog in de geest een ongegrond vertrouwen wekt, omdat ze zichzelf zonder vrees durven rechtvaardigen en zichzelf voor onschuldig houden. Daarom maken ze ook ruzie met ande­re mensen, want ze vallen in hoogmoed, toorn, haat, ongeduld, oordelen, kwaadspreken en roddelen. Door hun onschuld worden ze pas écht schuldig! En ze houden daarbij nog vol dat ze in alles toch juist, goed en recht gehandeld hebben. Zulke mensen verber­gen hun boosheid heel goed. Ze kijken immers naar hun vroomheid en belijden hun zonde niet oprecht voor God – ze spreken ook niet over het inwendige bedrog van hun geest. Maar oprechte mensen verbergen hun zonde niet. Ze worden niet boos of driftig, ook al zou men hun onrecht aandoen. Want zij zijn van mening dat hun geen onrecht aangedaan kán worden – ze vinden immers geen enkele gerechtigheid in zichzelf.

_Maarten Luther,
reformator te Wittenberg

(”De zeven boetpsalmen”, 1525)_

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Meditatie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer