Met een drone is de inspectie van De Hef zo gepiept: „de software herkent roestplekken”
Steeds meer gemeenten willen drones inzetten voor inspectiewerk en andere taken. Rotterdam gaat er binnenkort dagelijks mee vliegen. „Ga er voorzichtig mee om.”
„Iedereen achteruit.” Aan de waterkant stuurt Senal Erkan met een controller een drone de lucht in. Even blijft het gevaarte doodstil boven de kade hangen, waarna het zoemend koers zet naar de Koningshavenbrug, beter bekend als De Hef.
In een busje van de gemeente, geparkeerd op de kade, komen de videobeelden live binnen. Uit de bus steekt een lange antenne, die in contact staat met de luchtverkeersleiding. Op een grote tv in de achterbak verschijnen de monumentale spoorbrug en de Rotterdamse skyline haarscherp in beeld. Met een druk op de knop wordt de infraroodcamera geactiveerd. Op het scherm licht de brug, opgewarmd door de zon, geel op.
De gemeente geeft vandaag een demonstratie van wat spoedig een alledaags tafereel zal zijn. Voor uiteenlopende taken wil Rotterdam drones gaan gebruiken. Landmetingen, inspecties van bruggen en kades, faunabeheer, noem maar op. Veel gemeenteafdelingen staan erom te springen, vertelt Erkan. „We gaan ze binnenkort echt dagelijks inzetten.”
Niet alleen Rotterdam, ook tientallen andere gemeenten en overheidsdiensten willen dronetechniek benutten of experimenteren er al mee. De verleiding is groot. Inspecties van gebouwen en infrastructuur, die normaal gesproken complex en tijdrovend zijn, worden met drones binnen een paar minuten afgewerkt.
Zo hoeft er geen inspecteur meer De Hef op te klimmen. „De software kan zelf roestplekken of loszittende bouten herkennen”, legt dronepiloot Erkan uit. Maar ook boswachters doen er hun voordeel mee. Nu varen zij nog in een bootje naar een eiland in het Zuiderpark om ganzennesten te tellen. Een van hen is daarbij laatst in het water gekukeld. „De infraroodcamera van een drone ziet die nesten ook. Veel handiger.”
Strenge voorwaarden
Efficiëntere inspecties zijn nog maar het begin. Talloze toepassingen zijn denkbaar, schetsen experts. Zo kunnen drones mensenmassa’s en verkeersstromen analyseren, computermodellen maken van fabrieken, gasmetingen in de lucht uitvoeren, ondergrondse leidingen in kaart brengen en invasieve exoten in duingebieden spotten.
Ook wordt er geëxperimenteerd met drones die spoedtransporten verrichten van het ene ziekenhuis naar het andere, bijvoorbeeld met bloed, medicijnen of organen aan boord. En er zijn autonome drones die automatisch uitvliegen na noodmeldingen om poolshoogte te nemen – de Twentse brandweer heeft er al eentje.
In de toekomst behoren vracht- en zelfs personentransport tot de mogelijkheden, zegt Theo de Vries, directeur van Unmanned Valley, een cluster van organisaties en bedrijven die zich met dronetechnologie bezighoudt. „Fabrikanten kloppen op de deur. De techniek is er al; alleen qua regelgeving en verzekeringskwesties is er nog een lange weg te gaan.”
Mag dat allemaal? Tot vier jaar geleden was vrijwel niks toegestaan in het stedelijk luchtruim. En hoewel Brussel de regels heeft versoepeld, zijn drones nog altijd gebonden aan strenge voorwaarden. Gemeenten hebben geen zeggenschap over hun luchtruim. In een stad als Rotterdam, dat vanwege zijn luchthaven bijna volledig een no-flyzone is, is voor elke dronevlucht een aparte vergunning en contact met de luchtverkeersleiding nodig. Voor een vlucht boven de haven heeft de gemeente toestemming nodig van het havenbedrijf.
En dan zijn er nog privacyregels. Wie met een drone boven nietsvermoedende mensen wil vliegen, moet zijn plan eerst laten toetsen. Mensen en auto’s die herkenbaar op beeld worden vastgelegd, dienen te worden geblurd. In het geval van crowdcontrol mag een drone er geen individuen uitpikken.
„Burgers kunnen het gevoel krijgen dat hun privacy wordt geschonden” - Theo de Vries, directeur Unmanned Valley
Gaaf dit!
Zulke waarborgen nemen het ongemak bij burgers niet weg. Toen enkele gemeenten in de coronaperiode drones lieten opstijgen boven parken en pleinen om te zien of het er niet te druk werd, leidde dit tot een big brother-sentiment. „Het mag, omdat zo’n drone alleen abstracte gegevens verzamelt”, legt De Vries uit. „Maar burgers kunnen het gevoel krijgen dat hun privacy wordt geschonden.”
Hij vindt het daarom raadzaam weg te blijven van controversiële toepassingen. „Ga er voorzichtig mee om. Er kan zoveel moois, maar dan moet de publieke opinie zich niet tegen drones keren.”
Vanaf de kade stijgt een tweede drone op. Deze is uitgerust met lasers, vertelt piloot Erkan. Hiermee kun je onder meer 3D-modellen van bruggen maken of kabels en leidingen in de ondergrond traceren. De lasers kijken ook dwars door het bladerdak van bomen heen, handig voor natuur- en wegbeheerders.
Het apparaat is van marktleider DJI, een Chinese fabrikant. Is dat wel veilig? „We hebben een slot ingebouwd in het systeem, zodat de drone niets naar buiten zendt”, verzekert Erkan. „Alle data blijven hier.”
De dronedemonstratie wekt de belangstelling van enkele voorbijgangers. Even lijkt iemand verhaal te komen halen, maar het blijkt een enthousiaste agent van de zeehavenpolitie.
Zijn collega’s doen een training op de brug. Op het tv-scherm ziet hij hoe ze abseilen van de toren. „Dat zijn mijn maten. Gaaf dit!”