Tobias van Gent, een van de schrijvers van een boek over de Slag om de Schelde, legde in een volle Sint Jacobskerk in Vlissingen uit dat de Slag om de Schelde „heel belangrijk” was voor de bevrijding van het gebied van de Westerschelde. Toch is de Slag om de Schelde, die in 2020 is verfilmd, in vergelijking met andere militaire operaties lang onbekend gebleven. Daarvoor zijn meerdere antwoorden”, aldus Van Gent. Als verklaring noemde hij onder meer de Zeeuwse mentaliteit van „niet zeuren, maar doorgaan”, die ervoor zorgde dat de Zeeuwen de slag niet zelf nadrukkelijk onder de aandacht brachten.

Onderdeel van de Slag om de Schelde was de landing van geallieerden in de ochtend van 1 november in Vlissingen. Deze amfibische landing had de codenaam Uncle Beach. Twee dagen later werd Vlissingen bevrijd, maar daarvoor werd een zware tol betaald, zei burgemeester Bas van den Tillaar. „Voor de vrijheid zijn heel veel offers gebracht. De stad lag volledig in puin.”

Gijs Tuinman, staatssecretaris van Defensie, zei dat vrijheid ook nu niet vanzelfsprekend is. „Vrijheid is fragiel, en moet altijd beschermd worden.” De Zeeuwse gedeputeerde Arno Vael sloot zich aan bij de woorden van Tuinman. Ook merkte Vael op dat „er op enkele uren afstand vliegen van Nederland nog oorlogen worden gevoerd”. De gedeputeerde verwees daarbij naar de strijd tussen Israël en het Palestijnse Hamas.

Behalve in Vlissingen is er tijdens de Slag om de Schelde op Walcheren ook zwaar gestreden in Westkapelle en bij de Sloedam. Ook de strijd om de Sloedam, destijds de enige toegang tot Walcheren over land, is zaterdag herdacht. De Middelburgse burgemeester Yvonne van Mastrigt wees er tijdens die herdenking op dat media vandaag de dag dagelijks met informatie komen over „verschrikkingen niet zo heel ver hier vandaan”. Ze stelde dat strijd begint in een wereld waarin mensen verschillend denken en dat het daarom belangrijk is met elkaar te blijven praten.