Veel Russische analisten tegen Oekraïneoorlog
Het is een zware uitdaging voor het Westen om adequaat te reageren op Poetins moorddadige gedrag in Oekraïne, zonder Kremlin en volk over één kam te scheren. Maar de begane wreedheden moeten we objectief weergeven. Dat heeft niets te maken met demonisering van Rusland.
Michiel van Heeks artikel ”Oekraïneoorlog gaat door zolang wij vijandbeelden koesteren” (RD 11-10) is belangrijk in die zin dat het de wens uitschreeuwt dat mensen zich redelijk gedragen, ook in de zwaarste internationale conflicten. Hij ziet geen oplossing zolang het Westen Rusland „voortdurend negatief blijft afschilderen om de oorlog op gang te houden”. Wie echt vrede wil, moet goed kijken naar „het grotere plaatje, dat ver voor de oorlog begint”.
Wat betreft Ruslands wrede, niet uitgelokte oorlog en de voorgeschiedenis ervan is het echter essentieel om de volgende feiten te kennen: Allereerst is er wel degelijk een ”goede” en een ”foute” kant. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft dat helder gesteld in zijn (bindende) uitspraak van 17 maart: Rusland moet zijn „militaire operaties op Oekraïens grondgebied onmiddellijk stoppen”.
Aan de leiband
Daarnaast moet men beseffen dat Poetin niet gelijkgesteld kan worden aan Rusland. Poetin en zijn kliek hebben de afgelopen twintig jaar alle macht in handen weten te krijgen, met dwang, bedrog en omkoping. Zij hebben zich wanstaltig verrijkt op kosten van de Russische bevolking en een gezonde ontwikkeling van de samenleving. Verkiezingen worden gemanipuleerd. De media zijn in handen van de staat of bevriende oligarchen en spuien verfoeilijke propaganda. Rechters lopen aan de leiband van het Kremlin. Zo is er al jaren geen vrij openbaar debat meer. Eerder dit jaar benadrukte de inmiddels gearresteerde oppositiepoliticus Kara-Murza dat een democratisch Rusland een fundamenteel andere (lees: minder agressieve) buitenlandse politiek zou voeren.
Ook is in het Westen nog altijd onvoldoende bekend dat er veel goed geïnformeerde onafhankelijke analisten, journalisten en oppositiepolitici in Rusland zijn die Poetins kliek precies zo duiden als wij dat in het Westen doen. Probleem is dat zulke waarnemers door de kneveling van de media nooit deel konden uitmaken van het publieke debat. De ervaren politicoloog Andrei Piontkovski zou zich flink ergeren aan van Heeks verwijt dat het Westen zijn invloedsfeer de afgelopen decennia gevaarlijk uitbreidde richting Rusland. Eerder dit jaar stelde hij op radio Exo Moskvi: Door hun verschrikkelijke ervaringen in de Sovjet-Unie zochten landen als Polen en de Baltische staten begrijpelijkerwijs bescherming bij het Westen zodra ze in 1991 onafhankelijk werden. „Ruslands ontwikkelingsmodel en buitenlands beleid stoten bijna al zijn buren af”, schreef de Russische oud-kolonel-generaal Leonid Ivashov in februari. Tegelijk benadrukte deze dat er geen dreiging uitging van de NAVO of Oekraïne en dat er daarom geen enkele oorlogsreden voor Rusland was.
”Maffiabaas”
Het Westen heeft ook nooit goed willen inzien uit welk hout Poetin en zijn kliek precies gesneden zijn. De oorlog met Oekraïne heeft dat op tragische wijze getoond. Wie onafhankelijke Russische media als Exo Moskvi of Novaya Gazeta las, had al jaren kunnen weten welke duistere KGB-opleiding en -loopbaan Poetin en zijn belangrijkste trawanten gemeen hebben, alsook een aangeboren haat en jaloezie tegenover de VS en een verwrongen gedrevenheid om Ruslands imperium in ere te herstellen.
Catherine Belton beschrijft dat in detail in haar boek ”Putin’s people” (2020). Oppositiepoliticus Garry Kasparov noemt de Russische president al jaren een ”maffiabaas” en de Russische politicoloog Ivan Preobrazjenski bestempelde hem onlangs nog als ”psychopaat”.
Wat betreft Van Heeks kritiek op mijn uitleg van de door Poetin opgerichte stichting ”Russkii mir” (Russische wereld): Natuurlijk verricht die ook goed werk met het organiseren van taalcursussen en culturele bijeenkomsten en het aanhalen van de banden tussen het moederland en Russische emigranten. Feit blijft echter dat de stichting als hoofddoel heeft deelnemers te laten denken als Russen zoals die het Kremlin voor ogen staan. Dat is nu net niet het soort Russen dat Rusland nodig heeft om zich positief te ontwikkelen.
Het is een onvoorstelbaar zware uitdaging voor het Westen om adequaat te reageren op Poetins moorddadige gedrag in Oekraïne, zonder het Kremlin en de bevolking over één kam te scheren en zonder het Russische volk te vernederen. Daar heeft Van Heek een punt, dat in het Westen steeds meer een discussiethema is.
Een objectieve analyse van de feiten leert echter dat het Kremlin vanuit zijn verwrongen, ja zieke kijk op de werkelijkheid in Oekraïne zijn griezelige stokpaard aan het berijden is. Met als gevolg niet voor te stellen wreedheden. Deze onderdelen van de ”Russkii mir” objectief weergeven, heeft niets te maken met demonisering van Rusland.
Gorbatsjov
Van Heek is terecht positief over wijlen Michail Gorbatsjov, vanwege diens „afwijzing van geopolitieke competitie”. Helaas legt hij niet uit hoe diens benadering van toen door het Westen nu zou kunnen worden gebruikt om het conflict met het Kremlin te ontzenuwen. Als Gorbatsjov de afgelopen twintig jaar president van Rusland was geweest, zou dat land nooit zo’n agressief buitenlands beleid hebben gevoerd als Poetin in Georgië, de Krim, Donbas en nu in heel Oekraïne. Dan had Van Heek ook geen beroep op hem hoeven te doen.
De auteur is voormalig afdelingshoofd Europese Commissie analist internationale politiek Brussel.