Rugpijn met heftige afloop
Voor een spoedbeoordeling ontmoet ik haar. Ze is 82 jaar. Al twee jaar heeft de vrouw pijn in de rug en benen, eerst vooral bij het staan en lopen, later ook bij het liggen. Sinds twee weken gaat ze snel achteruit. Het lopen gaat helemaal niet meer, ze komt in bed te liggen en de rugpijn neemt verder toe. Wanneer ik een gesprek met haar probeer te voeren, slaapt ze snel in door de hoge dosering morfine.
Samen met haar zeer betrokken man en dochter neem ik de MRI-scan door. Een ernstige vernauwing door slijtage laag in de rug, met beklemming van zenuwbanen, is de oorzaak van de pijn. Drie sessies op de pijnpolikliniek hielpen haar niet. Besloten wordt tot opname, met als doel ontlasting van haar familie, en inventarisatie van de behandelmogelijkheden.
De echtgenoot en dochter van de patiënt geven aan dat ze met de huisarts besproken heeft dat ze euthanasie wil als het probleem onoplosbaar is.
De volgende dag is ze verward. De pijn is niet verminderd. Uit overleg met de neurochirurg komt naar voren dat operatieve behandeling geen optie is. Opnieuw komt de euthanasiewens naar voren, bij voorkeur in de thuissituatie. Ik geef aan dat de verwardheid en sufheid van patiënte de uitvoerbaarheid van euthanasie bemoeilijken. Palliatieve sedatie wordt overwogen, waarbij de patiënt in slaap wordt gebracht zodat deze minder last heeft van pijn en benauwdheid in de laatste levensfase.
Morfine
Gezien de ongewone situatie bespreek ik de situatie binnen de neurologengroep. Ondanks eerder driemaal pijnbehandeling zonder resultaat, dringen m’n collega’s erop aan dit nog eenmaal te proberen. Helaas gebruikt patiënte bloedverdunners, waardoor de pijnbehandeling vijf dagen later pas kan. Op de derde dag wordt de patiënte toenemend kortademig en krijgt ze hoge koorts. Er wordt een longontsteking vastgesteld, waarop de familie aangeeft geen verdere behandeling te willen. De kortademigheid wordt behandeld met extra morfine. De daaropvolgende nacht overlijdt patiënte.
Later kom ik haar dochter in de hal tegen. Ze houdt me staande en met tranen in haar ogen bedankt ze me voor de begripvolle en warme begeleiding.
Einde van alles
Ruim veertig jaar geleden zat ik als zeventienjarige bij een lezing over euthanasie. Wat was de wereld eenvoudig. Natuurlijk was euthanasie fout. Palliatieve sedatie en stoppen met behandelen werden bestempeld als „passieve euthanasie”, waarmee de gevoelswaarde duidelijk was. Ondertussen is euthanasie gemeengoed geworden. Voor het overgrote bevolkingsdeel is overlijden het einde van alles, en is euthanasie een manier om lijden te besparen.
Geleidelijk heb ik geleerd dat euthanasie over het algemeen gevraagd wordt vanuit diepe liefde voor de betrokkene. Dan is het zoeken naar een juist moment om aan te geven dat je als behandelend arts vanuit principe een stapje terug doet voor de uitvoering van euthanasie. Dit ontslaat niet van de plicht om een juiste begeleiding te geven naar de overdracht aan een collega.
In deze bijdrage hoop ik u meegenomen te hebben in de moeilijke beslissingen die soms genomen moeten worden rond het levenseinde binnen de principiële kaders als hulpverlener. Het laat ook zien de belangrijke rol van collega’s in het besluitvormingsproces, óók van collega’s met ruimere principiële kaders.
De auteur is neuroloog in het Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht