Per 1 januari stopt Pro Life Zorgverzekeringen met de schone basispolis. Directeur Jos Leijenhorst: „Je kunt niet je ogen sluiten voor de ophef die er is.”
„Ontdek wat ons uniek maakt”, luidt een van de koppen op de website van Pro Life. Na een muisklik volgt het antwoord: de zorgverzekeraar vergoedt geen medische levensbeëindiging. Het gaat om abortus in een ziekenhuis (behalve wanneer het leven van de moeder in gevaar is) en euthanasie. Ook hormoonbehandelingen en geslachtsveranderende ingrepen worden niet gedekt vanuit het Pro Life-basispakket.
Tot 1 januari aanstaande neemt Pro Life deze positie als buitenstaander nog in. Daarna gaat het roer om en biedt de christelijke zorgverzekeraar, die opereert onder de vleugels van Zilveren Kruis, net als alle andere branchegenoten de standaard basisverzekering. Inclusief de vergoeding voor euthanasie en diverse uiteenlopende vormen van anticonceptiva.
De ommezwaai doet pijn, erkent Leijenhorst. „Het is de roergangers die eind november een hetze tegen ons zijn gestart gelukt de zaak op de spits te drijven.” Deels doelt hij op de zoveelste scherpe vragen vanuit de Tweede Kamer over de Pro Life polis (dit keer van GroenLinks), maar met name op de geregisseerde ophef op de sociale media die daarop volgde. Twitteraars briesten: „Schandalig dat jongeren die zijn meeverzekerd via de Pro Life basispolis van hun ouders zo geen toegang hebben tot een pil met abortieve werking of tot goede transgenderzorg!”
Vele gesprekken volgden, onder meer met Zilveren Kruis en de Pro Life Adviesraad. Terugkerende vraag was steeds: Waar zijn we het meest bij gebaat?, zegt Leijenhorst.
„We moesten onder meer onder ogen zien dat het niet voor 100 procent mogelijk is een schone basisverzekering te hebben, in de zin dat je door voor onze polis te kiezen niet meebetaalt aan omstreden, medische ingrepen. Het stelsel dat sinds 2006 van kracht is, biedt daar domweg geen ruimte voor; al was het alleen maar omdat alle verzekerden de helft van de premie via de belastingen afdragen. Natuurlijk bleven we op een bepaalde manier onderscheidend, maar ook in de achterban gaf dat steeds meer discussie. Plus, al die aanvallen van buitenaf leidden af van het verhaal dat we blijvend willen uitdragen. Namelijk dat we geloven dat het God is, Die het leven geeft en neemt, dat we het leven beschermwaardig vinden van begin tot einde en dat we pal willen staan voor de toegang tot goede, christelijke zorg.”
Accent
In de nieuwe koers die hij met Zilveren Kruis uitstippelde, verschuift het accent „van wat Pro Life niet vergoedt naar wat de christelijke zorgverzekeraar kan betekenen voor verzekerden.” Voor klanten die vastlopen met vragen over het levenseinde, hun seksuele identiteit of hun onvervulde kinderwens komen er ruimere mogelijkheden om in gesprek te gaan met een christelijke vertrouwensarts, verduidelijkt Leijenhorst. Ook gaat Pro Life investeren in meer voorlichting over de ethische voors en tegens van nieuwe behandelmethoden. Onderzocht wordt nog of de verzekeraar via een fonds kan bijdragen aan bijvoorbeeld onderzoek naar embryobesparende vruchtbaarheidsbehandelingen.
Leijenhorst durft nog niet vooruit te lopen op hoe de boodschap bij de achterban valt. „Nu zeg ik onmiddellijk op”, zei een verzekerde maandag tegen me. „Ik heb geantwoord: Ik respecteer je keus, maar dat is wel het grootste cadeau dat je kunt geven aan degenen die deze hetze tegen ProLife hebben gevoerd.”
Of de naam ProLife blijft bestaan, weet Leijenhorst nog niet zeker. „We gaan nadenken of die ons nog helpt in deze tijd.”
Dubbel gevoel
De Pro Life Adviesraad blijft achter met een dubbel gevoel, zegt voorzitter en woordvoerder prof. dr. ir. H. Jochemsen. Hij stelt dat de druk om de polis op te doeken grotendeels afkomstig was van meerdere grote klanten van Zilveren Kruis. „Men dreigde zelfs met het opzeggen van de collectieve zorgverzekering van de werknemers.”
Vanwaar dat venijn?, vraagt de medisch-ethicus zich af. „Waar blijft de ruimte voor een sterk en vitaal maatschappelijk middenveld als een verzekeraar van christelijke signatuur onder het mom van diversiteit wordt uitgesloten?” Hij heeft respect voor de manier waarop moederconcern Achmea de besluitvorming heeft begeleid. „De organisatie is niet over één nacht ijs gegaan. Uiteindelijk heeft men aangegeven een christelijke verzekeraar overeind te willen houden, die op onderdelen het identiteitsgebonden karakter van de zorg mag versterken. Die motivatie kan ik billijken. Ik spreek echter namens alle leden als ik zeg dat de raad deze uitkomst betreurt.”
Het belangrijkste voornemen van de adviesraad is nu om te volgen of de extra investeringen die Pro Life mag doen in de kwaliteit en de identiteit van de zorg in de praktijk merkbaar zijn, aldus Jochemsen.