OpinieSchepping en evolutie

Wetenschap kan raadsel schepping niet oplossen

Hoe kan het licht van verre sterren reeds na enkele duizenden jaren de aarde bereikt hebben, gezien de eindige snelheid van het licht? Het RD (13-7) schonk aandacht aan deze vraag. Toch is de oplossing niet bevredigend.

Drs. H. Ligtenberg
3 August 2022 17:57
„Als God het heelal in volwassen vorm schiep, zou de Schepper ”fake news” verspreiden en gebeurtenissen voorspiegelen die nooit hebben plaatsgevonden.”
„Als God het heelal in volwassen vorm schiep, zou de Schepper ”fake news” verspreiden en gebeurtenissen voorspiegelen die nooit hebben plaatsgevonden.”

In zijn zoektocht naar een antwoord gaat Jason Lisle uit van de veronderstelling –zelf spreekt hij van een ”conventie”– dat het licht naar de aarde tóe, in de richting van de waarnemer, met oneindige snelheid reist. Dat zou inhouden dat de aanblik van het heelal ook de werkelijke situatie van dat moment weerspiegelt. In de omgekeerde richting zou dan de helft van de algemeen aanvaarde lichtsnelheid gelden, dus 150.000 kilometer per seconde.

Hoewel deze curieuze opvatting door enkele creationisten wordt omarmd, heb ik er toch moeite mee. Immers, wat gebeurt er als bron en waarnemer van plaats zouden wisselen? Lisle beweert ook hierop een antwoord te hebben. Zelfs geeft hij aan dat je pas kritiek mag uiten als je een aantal van zijn, nogal wiskundige, publicaties hebt gelezen!

Tijdsverschil

Er zijn waarnemingen gedaan van zogeheten gravitatiegolven. Deze zijn afkomstig van een energierijke gebeurtenis in het heelal, zoals het samensmelten van twee zwarte gaten. Die golven gaan met de lichtsnelheid. Men zou dan verwachten dat deze golven twee verschillende plaatsen op aarde met een klein tijdsverschil zullen bereiken. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Bij een PET-scan gaat het ook om stralen die tegelijk worden uitgezonden maar, omdat ze verschillende afstanden moeten afleggen, niet op hetzelfde moment worden geregistreerd. Dat is zelfs essentieel voor een juist resultaat van het onderzoek. Het lijkt echter in strijd met de conventie van Lisle. Maar deze reageert daarop in de trant van: „wie zegt dat de klokken op de plaatsen van registratie echt gelijklopen?”

Kortom, aan de opvatting van Lisle zitten nogal wat haken en ogen en, eerlijk gezegd, weet ik ook niet wat je ermee aan moet.

Lichtshow

Anderen hebben voorgesteld dat God de wereld in ”volwassen vorm” heeft geschapen, inclusief het licht dat zich vanaf de sterren naar de aarde spoedt. Die laatste mogelijkheid wordt gelukkig ook door Lisle afgewezen. Immers, het sterrenlicht bevat ”informatie” – de ster zelf kan variaties in helderheid vertonen en het licht kan onderweg een donkere nevel passeren. Dat heeft gevolgen voor de op aarde waargenomen straling. Deze variaties moeten we blijven interpreteren als het gevolg van werkelijke gebeurtenissen. Anders moet de conclusie zijn dat de Schepper (bij wijze van spreken) ”fake news” zou verspreiden, dus ons gebeurtenissen zou voorspiegelen die nooit hebben plaatsgevonden. En dat alles wat we aan de hemel waarnemen deel uitmaakt van een kosmische lichtshow. In een creationistisch werk las ik zelfs dat de bomen in de hof van Eden gewoon jaarringen hebben gehad…

De gevestigde wetenschap heeft sterk de neiging te extrapoleren naar het verleden. Veel wetmatigheden die we nu kennen, moeten dan óók in het verre verleden hebben geheerst. Maar wees voorzichtig: de natuurwetten dateren van een voltóóide schepping. Niemand weet hoe en in welke volgorde die wetten zijn gemaakt. In de woorden van prof. dr. Marc de Vries: „De wording van hemel en aarde bevindt zich buiten het bereik van ons natuurwetenschappelijk instrumentarium.” Ook volgens wijlen Robert Jastrow van de NASA is de mens niet in staat de sluier over de schepping op te lichten. Over de natuurwetenschapper zei hij: „Hij heeft de bergen van onwetendheid beklommen, hij staat op het punt de hoogste top te bereiken, en als hij zich over de laatste rotspunt hijst, wordt hij begroet door een horde theologen die daar al eeuwenlang hebben gezeten.”

Bovendien zien velen –intuïtief– de tijd als een soort vast ”decor” waartegen de gebeurtenissen zich afspelen. Alsof in het heelal een fictieve klok hondstrouw de seconden wegtikt. Dan zou er dus één tijd gelden voor het hele universum. Einstein heeft radicaal met deze gedachte afgerekend. De loop van de tijd wordt beïnvloed door bewegingen en de aanwezigheid van massaconcentraties (zoals in de buurt van een zwart gat, waar de tijd zeer sterk vertraagt). Wie weet hoe de constellatie van het heelal was tijdens of direct na de schepping? Is één dag op aarde gelijk te stellen aan een dag elders in het universum? Sommige creationisten hebben met dit idee gespeeld en er zelfs aan gerekend!

Verwondering

De biologische evolutietheorie drijft vooral op interpretaties en ”wishful thinking”. Echter, in de astronomie moeten we veel duidelijke observaties uiterst serieus nemen. Toegegeven, kosmologische theorieën hebben vaak grote problemen. Denk aan de oerknal of de onvolledig verklaarde draaiing van sterrenstelsels. Maar kunnen Bijbelgetrouwe christenen die wel in een handomdraai oplossen? Meer leren we van Job (weergave van P. Oussoren): „Zie, dit zijn de uitlopers van Zijn weg, en wat een flard woord maar horen wij van Hem! - een donderslag van Zijn kracht, wie kan die verstaan?” (Job 26:14)

De auteur is natuurkundige.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer