Verlegenheid over het werk van Christus zorgelijk
De meeste reformatorische christenen zullen het werk van Jezus Christus belangrijker vinden dan kledingvoorschriften en de gebruikte Bijbelvertaling. De praktijk is echter weerbarstig.

„De kern is het werk van Jezus Christus.” Mijn hart maakte een sprongetje, toen directeur Erna Molenaar dit de kern van de identiteit van de Amersfoortse Johannes Calvijnschool noemde (RD 15-4). Op de vraag of het risico bestaat dat de identiteit van de school met de invoering van de versoepelde voorschriften verwatert, antwoordde zij dat het personeelsbeleid hetzelfde blijft en dat het personeel de identiteit van de school vormgeeft. Dan bedoelt zij waarschijnlijk niet primair dat vrouwelijke leerkrachten een rok dragen of de Statenvertaling gebruiken, maar dat de leerkrachten (willen) leven uit wat Jezus voor hen gedaan heeft aan in kruis en opstanding, dat de kinderen voorleven en heel hun onderwijs daardoor laten stempelen. Herkenning van deze kern en het vertrouwen dat de leerkrachten dit uitdragen, was een belangrijke reden voor mijn vrouw en mij om voor deze school te kiezen.
Ik vermoed dat de meeste reformatorische christenen het werk van Jezus Christus belangrijker vinden dan kledingvoorschriften en de gebruikte Bijbelvertaling. De praktijk is echter weerbarstig. Ik was bij de ouderavond over de toekomst van de school afgelopen najaar. Het was goed en verbindend om met elkaar in gesprek te zijn. Wel hebben we het in ieder geval in mijn groepje in mijn beleving meer gehad over kleding en Bijbelvertalingen dan over het werk van Jezus Christus. Ook uit de aandacht in RD en ND voor de gewijzigde voorschriften zou je bijna concluderen dat die belangrijker zijn dan de kern.
Ondergeschikt
Hoe komt het dat we het al gauw meer over bijvoorbeeld kleding en een Bijbelvertalingen hebben dan over de genoemde kern? Volgens mij heeft dit te maken met onze verlegenheid over de kern. Ik zie in ieder geval drie redenen voor deze verlegenheid.
Het kostte moeite om het gesprek om te buigen naar wat God voor mij betekent
In de eerste plaats ben ik er toch niet helemaal zeker van dat we het eens zijn over de kern. Leggen de aandacht voor en gevoeligheid van kledingvoorschriften en de gebruikte Bijbelvertaling misschien bloot dat we vinden dat dit wel tot de kern behoort? Of dat we het in ieder geval moeilijk vinden om dit ondergeschikt te laten zijn aan de kern? Deze indruk krijg ik ook als Ton van der Schans in het ND (16-4) zegt dat de Statenvertaling en het kledingbeleid „enorm samenhangen” met de identiteit van de reformatorische gezindte en „dat is onopgeefbaar, want daarin onderscheidt men zich”.
Is niet „Jezus Christus en Dien gekruisigd” (1 Korinthe 2:2) het enige wat onopgeefbaar is? En zouden we ons niet vooral moeten onderscheiden in liefde voor God en onze naaste? Ik zeg niet dat kleding en de Bijbelvertaling onbelangrijk zijn, maar ze zijn toch wel minder belangrijk dan dit?
Een tweede reden voor verlegenheid kan zijn dat we geen geloofszekerheid hebben en het dus moeilijk vinden om te praten over wat het werk van Jezus Christus voor ons betekent. Dat is begrijpelijk, maar kan als risico hebben dat we de focus verleggen naar zaken als kleding en de gehanteerde Bijbelvertaling en ons houvast daarin zoeken, terwijl we eigenlijk wel weten dat die ondergeschikt zijn aan Jezus’ verlossende werk voor zondaren.
Ouders
Als derde kan het ook zijn dat we wel geloofszekerheid hebben, maar toch verlegenheid ervaren om over de kern te praten, omdat we Gods liefde en genade niet altijd ervaren in ons hart en daar niet altijd volop uit leven. Ik herken dat wel bij mezelf. Ik had ook moeite om in ons groepje het gesprek om te buigen van kleding en de Bijbelvertaling naar wat God voor mij betekent en daar woorden aan te geven. Daarom bid ik met Psalm 86: „Neig mijn hart en voeg het saâm, tot de vrees van Uwe Naam.”
Ouders zijn voor hun kinderen de belangrijkste identiteitsdragers
Dat brengt me bij mijn laatste punt. Ja, het personeel geeft de identiteit van de school vorm, maar ouders zijn voor hun kinderen de belangrijkste identiteitsdragers. Laten we als ouders dus dicht bij de Heere leven en daar met onze kinderen en elkaar over praten. Als we dat niet of minder doen, ga ik me pas echt zorgen maken over de toekomst van reformatorische scholen.
De auteur is christelijk ervaringsgericht therapeut en pastor i.o.