Kerk & religieWekelijkse meditatie

Wekelijkse meditatie: Eeuwig goed

Psalm 119 zegt in de oude berijming in vers 36: „Geen meerder goed Heer’ Gij mij geven meugt, dan dat Gij mij vernedert en maakt kleine.” Dat „meerder goed” is dus niet te overtreffen. Het is het allerhoogst en eeuwig goed.

Ds. G.M. de Leeuw
26 April 2025 08:48Leestijd 4 minuten
beeld RD
beeld RD

Waartoe zijn we in deze wereld? Hebben we hier op aarde een taak, een opdracht, een roeping? Ja, die hebben we inderdaad. Die opdracht en die roeping zijn al naargelang onze bekendheid met het Woord van God en de getrouwe prediking daarvan. We kunnen weten hoe het dierbare Woord Gods eerst alleen onder de Joden kwam. „Eerst de Jood, daarna de Griek” (Rom. 2:10).

De Heere Jezus zei eens: „Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis Israëls.” Maar, dan toch ook eenmaal tot de niet-Joden, de heidenen, wat wij allen oorspronkelijk waren.

We schrijven deze regels in Noord-Amerika, waartoe ook Canada behoort. Sinds wanneer hebben we hier het zuivere woord der prediking? Vergeleken met Europa een paar eeuwen later. Wat dan ook inhoudt dat miljoenen mensen op dit continent geen ware religie kenden. Daar is pas verandering in gekomen voor wat betreft Amerika in de jaren 1500, en voor Canada, later. Nu heeft het de Heere behaagd om het ene werelddeel eerder van de zuivere waarheid te voorzien dan het andere. Daarin komt ook zo uit Gods soevereiniteit.

Noemt de Heere Zichzelf niet de grote Pottenbakker?

Denkt u dat eens in: namelijk dat miljoenen op deze wereld voor lange tijd ten enenmale verstoken waren van het zuivere Woord Gods. Met alle eerbied gesproken: waarom niet alles in één keer van Noord tot Zuid en van Oost tot West? Och, wie zijn we om dat te vragen? Is de Heere niet soeverein? Noemt Hij Zichzelf niet de grote Pottenbakker (Rom. 9:21)?

De gedachte dat miljoenen voor ons zijn geboren en gestorven zonder een enkele lichtstraal van het goddelijke Evangelie gezien te hebben – moeten we hier niet met de apostel Paulus uitroepen: „O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods! Hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen” (Romeinen 11:33)? Ondoorzoekelijk wil zeggen: er is geen zoeken aan, het is zo verborgen voor ons. En dat geldt ook voor het onnaspeurlijke van Zijn wegen. Dan komen we daar niet uit. Dat gaat ver boven ons vermogen. Daarin hebben we God God te laten.

In Gods dierbaar Woord hebben we genoeg om ons als leerjongens van Christus te laten onderwijzen. Dat heeft de Heere door Zijn knecht Paulus ook aan de Romeinen duidelijk gemaakt. Daar getuigt deze brief van op elke bladzijde. We begrijpen wel dat de Romeinen geen Joden waren en de Joden geen Romeinen. Maar, en dat is nu altijd weer het wonder zoals de berijmde psalm het zegt: „Hen tellen als bij Israël ingelijfd, en doen de naam van Sions kinderen dragen.” Mocht u, geliefde lezer, en ook jullie, jongens en meisjes, al iets leren van deze dingen?

We weten dat Rome in die tijd al zeer bekend was. De brief door Paulus aan hen geschreven, getuigt van hun kennis der waarheid. Het is een leerstellige brief. Nee, het is absoluut niet nodig dat elke door het Amerikaanse volk gekozen president zijn opwachting maakt in Rome. Dat is, jammer genoeg, al een verkeerd begin ten aanzien van het ”in God we trust”. Zij zullen het eenmaal moeten verantwoorden dat het bloed der martelaren aan hun roomse handen kleeft en tegen hen getuigen zal. We moeten het beëindigen, komen ook nooit verder dan een begin.

De Heere gedenke ons, te midden van de zeer ernstige roepstemmen. Hij ondersteune de rouwdragenden. Geliefde jongens en meisjes, jongeren, ouderen, gehoorzaam je ouders wanneer je die nog hebben mag. Kom niet op de plaatsen der ijdelheid, waar je consciëntie je doet weten: hier hoor ik niet. En, volk des Heeren, mocht Hij u, naar uw begeerte en verlangen, bezoeken met Zijn heil. „Uw komst is het, die ons heil volmaakt.” O, wat zijn ze gelukkig in wiens leven Hij gekomen is. Hij sterke in verdriet, rouw en moeite.

Er zijn hier in Far West zulke slagen gevallen, jonge levens zijn weggenomen. Mocht de Heere het heiligen aan ons aller hart. Uit loutere genade om Christus’ wil. Dat zij zo.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer