De voormalige voorzitter van het bestuur en oprichter van het Nationaal Orgelmuseum, Maarten Seijbel, bevestigde dinsdag desgevraagd dat een half jaar geleden de stekker uit Stichting Reformatiemuseum is getrokken. Hoewel de plannen voor de huisvesting van een Reformatiemuseum in de historische binnenstad in een vergevorderd stadium waren en er al een pand was gevonden, kreeg het bestuur de financiering niet voor elkaar.

De totale investering, inclusief het geschikt maken van een te huren pand in de oude vesting, werd in 2017 geschat op zo’n 250.000 euro. De exploitatie van het museum zou jaarlijks 60.000 euro gaan kosten.

Seijbel had gehoopt op meer animo in reformatorische kring. De donaties bleven echter achter, waardoor het plan op losse schroeven kwam te staan.

Een deel van de beoogde achterban heeft wél gedoneerd. Wat doet u met dat geld?

„Met de gelden die er nog zijn –niet zo gek veel– gaan we een bepaald plan uitwerken. Daar wordt nog aan gewerkt. Nee, daar vertel ik nu nog niets over. Dat horen jullie later wel.”

Hebben de nieuwe plannen op de een of andere manier nog betrekking op het Reformatiemuseum?

„Nou, zijdelings wel. We zullen de gelden overeenkomstig de doelstelling van het museum besteden.”

Hoeveel was er nog in kas?

„Dat durf ik niet te zeggen. Ik was voorzitter van de stichting, geen penningmeester.”

Wie beheert de donateursgelden?

„Omdat de bankrekening opgeheven moest worden, is het geld op het ogenblik in beheer bij het Nationaal Orgelmuseum. Het wordt op een aparte rekening bewaard.”

Had u dat niet eerder moeten communiceren?

„Wij zijn nog bezig met de afhandeling van de zaak. Als we die rond hebben, krijgen mensen bericht van ons. We willen geen halve berichten de wereld in sturen.”

Wanneer horen donateurs meer?

„Met een half jaar.”