Archeologen hebben in Jeruzalem een zegel gevonden uit de tijd van de Bijbelse profeet Jesaja. Op het zegel staat een afbeelding van een figuur met vleugels met daarop een tekst in proto-Hebreeuws.
De archeologen vonden het object bij de zuidelijke muur van de Tempelberg in het Davidson Archeologisch Park. Dat gebeurde tijdens opgravingen van de Israëlische Oudheidkundige Dienst en de organisatie Stad van David.
Het gebied rondom de Tempelberg staat al jarenlang in de belangstelling van archeologen. Hier zijn tal van vondsten gedaan die licht werpen op het leven in de tijden van de eerste tempel (1000-586 voor Christus) en vooral de tweede tempel (536-70 na Christus).
Vleugels
Op het zegel staat een wezen afgebeeld met twee vleugels, dat een lang gestreept gewaad draagt. Het heeft manen die over zijn nek hangen. Op zijn hoofd draagt het een kroon of een hoed. Het strekt zijn arm vooruit, met een open handpalm: mogelijk om iets te laten zien wat het vasthield.
Volgens archeoloog en assyrioloog dr. Filip Vukosavović gaat het om een uiterst zeldzame ontdekking. „Het is voor het eerst dat er binnen de Israëlische archeologie een gevleugeld, beschermend magisch figuur is gevonden. Figuren van gevleugelde demonen zijn bekend in de neo-Assyrische kunst van de negende tot zevende eeuw voor Christus. Het lijkt erop dat het object is gemaakt door een plaatselijke vakman, een Judeeër die het amulet op verzoek van de eigenaar produceerde.”
„Het lijkt erop dat het object is gemaakt door een plaatselijke vakman, een Judeeër” - Dr. Filip Vukosavović, archeoloog en assyrioloog
Het inschrift in spiegelschrift luidt: ”Yeho’ezer ben Hosh’ayahu” (Yeho’ezer zoon van Hosh’ayahu). Waarschijnlijk heeft Yeho’ezer het sieraad van zijn vader overgenomen toen die overleed en zijn naam toegevoegd.
Het zegel werd gebruikt door een hoge functionaris in het koninkrijk van Juda om documenten mee te verzegelen. Er was een gat door de lengte van het zegel geboord, zodat de eigenaar er een draad door kon steken en dit als amulet om zijn nek kon hangen. De afzender gebruikte het zegel als stempel door het te drukken op een stukje klei. Deze klei werd gebruikt om een document mee dicht te maken.
Artistiek
Volgens opgravingsdirecteuren dr. Yuval Baruch en Rom Navot is het zegel een van de mooiste zegels die ooit ontdekt zijn bij opgravingen in het oude Jeruzalem. Het getuigt van „het hoogste artistieke niveau”.
De naam Yeho’ezer komt in een afgekorte vorm als Joëzer voor in de Bijbel (1 Kronieken 12:6). „Dit is bewijs van de lees- en schrijfvaardigheden die in deze periode bestonden”, zegt Baruch. „In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, lijkt het erop dat geschreven zegelafdrukken, in proto-Hebreeuws schrift, voorkwamen in de omgeving van de stad van David en het koninkrijk Juda.”
De vondst laat volgens Baruch zien dat Juda en Jeruzalem in cultureel en artistiek opzicht beïnvloed werden door het Assyrische Rijk. Met de afbeelding toont de eigenaar weliswaar dat hij deel uitmaakte van de brede culturele context, maar uit de naam en het Hebreeuwse schrift blijkt dat hij ook vast wilde houden aan Juda’s cultuur.
Beroering
Het zegel werd gemaakt in de periode waarin de profeet Jesaja optrad. Het betrof een tijd van grote politieke en militaire beroering. Assyrië was een groot en machtig rijk.
De Assyriërs voerden oorlog tegen het tienstammenrijk (Samaria) en het tweestammenrijk (Jeruzalem). In 722 voor Christus trok koning Salmanasser V op naar Samaria, nadat de koning van Israël weigerde belasting op te brengen. Zijn opvolger, Sargon II, deelde in zijn annalen mee dat hij Samaria innam en 27.290 inwoners wegvoerde. Hij plaatste ballingen uit andere delen van zijn rijk in Samaria, die zich vervolgens mengden met de achterblijvers. Deze bevolkingsgroep werden de Samaritanen.
Koning Hizkia van het koninkrijk Juda kon de verovering van de stad Lachis door koning Sanherib (705-681 voor Christus) niet voorkomen. Maar Sanherib slaagde er niet in de stad Jeruzalem te veroveren.