Om de provincie Judea op de kaart te zetten, komt er in de Israëlische nederzetting Susiya een Psalmenmuseum, vlak bij de grot waar koning David mogelijk zijn psalmen schreef. „Hier hield hij zich schuil voor koning Saul.”
De Arabieren noemen de ondergrondse verblijfplaats, net buiten de nederzetting Susiya, al eeuwenlang ”De grot van de rode man”. Aryel Tsion, een Nederlandstalige gids, legt uit dat de Arabieren in hun traditie geen mensen met rood haar kennen. De ”rode man” moet dus wel een Jood zijn geweest. Van koning David is bekend dat hij roodharig was. Zou dit dan echt de verblijfplaats geweest zijn van de koning van Israël, die zo’n 3000 jaar geleden leefde?
Schuilplaats
De grot, met twee ingangen, ligt langs een oude handelsroute die dwars door Judea loopt. Het is de omgeving waar de latere koning David kwam toen hij op de vlucht was voor zijn schoonvader, koning Saul. Staande voor de grot kijk je uit over het weidse landschap van Judea. Heuvelachtig, bedekt met stug gras, stekelige distels en prachtige lelies, vanwege de overvloedige regenval van de laatste weken. De omgeving ligt helemaal vol met zware rotsblokken, grote keien en veel kleinere brokken. Als vanzelf worden de woorden uit Psalm 91 helder: „Opdat gij uw voet aan geen steen stoot.”
Het is in diezelfde psalm, maar ook in Psalm 31 bijvoorbeeld, dat er gesproken wordt over een schuilplaats. De grot net buiten Susiya is zo’n schuilplaats. In de heuvel valt de ondergrondse verbergplek helemaal niet op, de toegang gaat op in de omgeving.
Met een paar treden daal je af in de grot. Eenmaal beneden valt op hoe groot het verblijf is. Rechts is een vuurplaats, duidelijk nog recent gebruikt. Een opening daarboven zorgt voor de rookafvoer. In de lengterichting is er een wandelpad. Links en rechts ervan zijn verhogingen zichtbaar. Het zijn de slaapplaatsen, maakt de gids duidelijk. De grot, met genoeg staruimte voor uit de kluiten gewassen Europeanen, is een prachtige schuilplaats, tegen de weersinvloeden en tegen de toenmalige vijanden.
Hasmoneeën
Weer buiten is daar een robuuste vesting die bovenop de grot gebouwd is. Die blijkt een overblijfsel te zijn uit de intertestamentaire periode. In die tijd heersten de Hasmoneeën in Judea. De bekendste leden van de groepering waren Mattathias en zijn vijf zonen, ook wel de Makkabeeën genoemd. Onder Johannes Hyrcanus, kleinzoon van Mattathias, werd de Hasmonese overheersing gevestigd in Judea. De Hasmoneeën zagen zichzelf als voortzetters van het koningshuis van Israël. Ze droegen ook de titel van koning. Op de plaatsen waar David verbleef, hebben zij hun bouwwerken gezet om de voortzetting van die koninklijke lijn uitdrukking te geven. Naast Susya vind je ook Hasmonese bouwwerken boven de grot van Adullam en op de Massada, waar resten van een fort uit de tijd van koning David zijn gevonden.
Psalmenmuseum
In een omgeving die zo doordrenkt is van de gebeurtenissen uit de tijd van het Oude Testament moeten wel stromen toeristen komen. Toch is dat niet het geval. Volgens gids Aryel is dat een werkpunt. „In Galilea en Jeruzalem weten toeristen goed de weg. Hier in Judea is dat aanmerkelijk minder. Het ministerie van Toerisme wil de landstreek Judea meer op de kaart gaan zetten. Het toerisme moet hier een impuls krijgen.”
In coronatijd waren er nauwelijks toeristen in Israël. Het zorgde er ook voor dat er goed nagedacht kon worden over het belang van Judea voor de toeristenstroom.
In Susiya komt daarom een heus ”Psalmenmuseum”. Aryel: „Dat past ook precies in deze omgeving. Veel psalmen van David zijn hier gecomponeerd. Ze kwamen voort uit de feitelijke beleving van David in dit gebied. Hier hield hij zich schuil voor koning Saul en deze beleving, die hij in de psalmen beschreef, waren de voorbereiding op zijn koningschap, eerst over Judea en daarna over heel Israël. Het was een beproeving van zijn Godsvertrouwen. Dat God de belofte van het koningschap waar zou maken, ondanks het feit dat hij nu moest vluchten en zich schuil moest houden voor de huidige koning, Saul. Bovendien: Israël kent al veel musea en heilige plaatsen, maar een Psalmenmuseum is daar nog niet bij. Vreemd eigenlijk als je bedenkt welke invloed psalmen hebben, zowel op joden als op christenen. In beide tradities zijn de psalmen ingebed in de liturgie en daarmee een onderdeel van de geloofsbeleving.”
Medio 2023
De opzet van het Psalmenmuseum is om het een plaats te maken voor zowel joodse als christelijke toeristen. De herkenbaarheid van het gebied komt in de psalmen tot uitdrukking. De psalmen gaan daardoor meer ‘leven’ en dat maakt deze omgeving geschikt voor dit museum, aldus Aryel.
Op dit moment wordt gesproken met christelijke voorgangers en joodse rabbijnen om de invulling van het Psalmenmuseum exact vast te leggen. Ook een aantal Nederlandse toeristen heeft in een enquête ideeën aangedragen, die worden meegenomen in de voorbereidende gesprekken.
Naast dat er een Psalmenmuseum wordt geopend, verrijzen er in Susiya ook nieuwe accommodaties om de te verwachten toeristen onderdak te kunnen bieden. De bedoeling is dat het Psalmenmuseum medio 2023 zijn deuren opent.