Opinie
Snelheidslimiet vraagt meer dan wat drempels

Een algemene snelheidslimiet van 30 kilometer per uur in de bebouwde kom kan veel verkeersslachtoffers voorkomen. Maar voor veilige wegen moeten automobilisten zelfhandhaving toepassen.

Martin Kroon
Auto's worden toegerust met steeds meer pk's. Op de foto: Volkswagen model ID.5. beeld AFP, Jens Schlueter
Auto's worden toegerust met steeds meer pk's. Op de foto: Volkswagen model ID.5. beeld AFP, Jens Schlueter

De vier grote steden hebben onlangs in een brandbrief de regering gevraagd haast te maken met de invoering van 30 kilometer per uur als standaardsnelheidslimiet in de bebouwde kom. Parijs en Brussel hebben deze limiet al. Er kunnen vele tientallen verkeersdoden en duizenden gewonden mee voorkomen worden. Immers, hoe hoger de snelheid, hoe groter de klap en hoe vaker met dodelijke afloop. Ik juich een snelheidslimiet van 30 kilometer per uur in de stad als veiligheidsmaatregel toe.

Tegelijkertijd plaats ik ook een aantal kritische kanttekeningen.

Ten eerste over de handhaving van deze regel. Naleving van een 30 kilometerlimiet zal vooral van zelfhandhaving van automobilisten, motor- en scooterrijders moeten komen. Dat gaat bij wegen waar 50 kilometer per uur gereden mag worden al niet vanzelf, laat staan bij 30; iedereen met een rijbewijs is hierin ervaringsdeskundige. De politie komt dankzij de gewone criminaliteit en drugshandel al jaren nauwelijks meer toe aan preventieve handhaving van de verkeersregels. Daarom is persoonsgerichte politiehandhaving niet haalbaar.

Drempels

Een volgende vraag betreft de praktische inrichting. In 30 kilometerzones zijn snelheidsremmende maatregelen zoals drempels, wegversmallingen of flessenhalzen nog verplicht. Dergelijke ingrepen verhogen het brandstofverbruik en zijn dus niet goed voor milieu en klimaat. Gemeenten willen niet overal drempels aanleggen vanwege de doorstroming van bussen en hulpdiensten. Hier wringt de schoen: verkeersveiligheid moet voorop staan, maar is soms niet te waarborgen zonder andere belangen te schaden.

Autoverslaving

Steeds meer gemeenten zijn bezig met innovatieve maatregelen om het fietsen te bevorderen. Zo gaat de stad Utrecht parkeerplaatsen in het centrum opheffen om autobezit te ontmoedigen. Het ontmoedigen van autogebruik in de stad is altijd win-win voor milieu en leefbaarheid en logisch, gezien de korte binnenstedelijke afstanden waarop auto’s –vaak onnodig– gebruikt worden. Gemakzucht en autoverslaving veroorzaken miljoenen onnodige, sterk vervuilende korte autoritjes. Minder stedelijke autoritjes betekent ook minder ongevallen.

Afremmen van automobiliteit komt mij bekend voor. Eind jaren 80 werkten het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan allerlei maatregelen om de (milieu)­effecten van het groeiende autogebruik te beteugelen, rekeningrijden voorop. Van deze maatregelen zijn er weinig in praktijk gebracht.

Nu lijkt een kentering gaande vanwege de urgentie van klimaatdoelen, verslechtering van stedelijke luchtkwaliteit en groeiende aantallen verkeersslachtoffers. Het boek ”Het recht van de snelste”, van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet, heeft recent velen de ogen geopend voor de desastreuze effecten van de auto op leefbaarheid en verkeersveiligheid.

De auteurs bepleiten een omkering van normen en regels door de dominante positie van de auto op te geven ten gunste van de menselijke maat: spelende kinderen, voetgangers en fietsers.

Snelheidsverslaving

Zal het nieuwe elan helpen de speedaholics terug te dringen? Verkeersdeskundigen en overheden focussen vooral op verkeersregels en aanpassing van de infrastructuur om risicovol gedrag te verminderen. Ik denk dat we meer naar uitlokkende gedragsfactoren moeten kijken. In de 30 kilometerzone waar ik woon scheuren zowel jonge vaders als pizzacoureurs met 40 kilometer per uur over de drempels. Waarom? Omdat ze haast hebben, per aflevering (onder)betaald worden, en gewoon omdat het kan. Motorrijders die van 300 kilometer per uur op de A16 een kick krijgen tonen de ultieme vorm van snelheidsverslaving. Volgens de wet van Murphy blijven we brokken maken, en blijft ”nul doden in 2050” een wensbeeld.

Wat bevordert ongewenst risicogedrag? Het auto-industriële-culturele complex verleidt ons met steeds meer paardenkrachten (pk). De beschikbare waanzinnig hoge motorvermogens en prestaties zijn niet normaal en nergens voor nodig, maar unique sellingargument in automarketing. Al in 1991 vroegen de Europese verkeersministers de auto-industrie daarmee te stoppen vanwege veiligheid en klimaat; sindsdien zijn de motorvermogens juist verdubbeld! Dankzij turbo’s zijn moderne middenklassenauto’s nu sneller dan de eerste Porsche 911. Modale boodschappenautootjes hebben gemiddeld 100 pk en een topsnelheid van 200 kilometer per uur. Het vergt steeds meer zelfbeheersing, massale inzet van politie, en trajectcontroles om onze rechtervoet 24/7 te beteugelen.

Dat gaat dus niet lukken met 30 als norm, niet met meer drempels en niet met meer voorlichting. Veiligheid moet tussen de oren zitten maar vooral tussen de wielen. Intelligente snelheidsbegrenzers kunnen en moeten ons helpen ons overal aan de limiet te houden. Zonder voertuigzelfbeheersing blijft naleving van een 30 kilometerlimiet een illusie.

De auteur studeerde milieurecht en was tot 2006 werkzaam bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, onder meer als projectleider snelheidslimieten en rijgedrag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer