De meeste discussie vrijdag na de persconferentie ging over de uitbreiding van de coronapas. Zo’n toegangsbewijs zal en mag bij de kerkdeur niet gevraagd worden. Maar voor kerken heeft een andere maatregel veel directere gevolgen. De afstandsregel is namelijk ook binnen de kerkmuren wettelijk verplicht. Hoe zit dat ook alweer? Zeven vragen en antwoorden.
In de kerk gelden de coronamaatregelen toch alleen als adviezen?
Voor veel regels klopt dat inderdaad. Dat heeft alles te maken met de vrijheid van godsdienst. Die ligt in Nederland stevig verankerd in artikel 6 van de Grondwet.
Als de coronacrisis iets heeft duidelijk gemaakt, is het hoeveel vrijheid kerken in Nederland hebben. De noodverordeningen tijdens het begin van de crisis, waarin de overheid groepsgroottes bij samenkomsten –ook binnen kerken– wilde beperken, bleken op gespannen voet te staan met deze vrijheid.
Dat besef dringt steeds meer door en bewindslieden en woordvoerders van ministeries zijn inmiddels zeer terughoudend geworden in wat zij over kerken zeggen. Het gaat om dringende adviezen, benadrukken zij, waarin kerken hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
Kerkenraden zijn dus helemaal vrij hoe zij de maatregelen vertalen naar de eigen gemeente?
Nee, dat niet. Niet elke maatregel is namelijk een advies. Er zijn ook regels die wél juridisch van kracht zijn – ook binnen het kerkgebouw.
Sinds vorig jaar is de ”Tijdelijke wet maatregelen Covid-19” van kracht. Inmiddels kennen we die beter als de coronawet. Hierin is de wettelijke basis gelegd voor de overheid om maatregelen te kunnen treffen tegen het coronavirus.
In de toelichting van de wet gaat de wetgever in op de positie van kerken en de vrijheid van godsdienst. Daarbij worden ook enkele maatregelen met name genoemd die binnen de kerkmuren gelden.
Om welke regels gaat dat dan?
Om precies te zijn, zijn dat er twee: de afstandsregel en hygiënemaatregelen, zoals het ontsmetten van de handen. Deze gelden ook binnen de kerken, schrijft de wet met nadruk.
Daarbij legt de coronawet overigens in de eerste plaats alle nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van kerken: hun zorgplicht. Een burgemeester kan niet zomaar ingrijpen in de kerk, een besloten plaats die „van oudsher in de wetgeving bescherming geniet.”
De regering wijst er in de wet op dat kerken sinds het begin van de coronacrisis deze zorgplicht „op zich namen”, wat blijkt uit de diverse communiqués die religieuze overlegkoepels –zoals het CIO– telkens afspraken.
De regel ligt er dus, maar de burgemeester handhaaft niet?
De mogelijkheid voor een burgemeester om een kerk te kunnen sluiten, lag in juni dit jaar op tafel in de Tweede Kamer. Het kabinet had een wetsvoorstel ingediend dat dit mogelijk moest maken, mede op advies van de Raad van State. Burgemeesters konden een kerkgebouw dan in uitzonderlijke situaties voor enkele weken sluiten, namelijk bij een ernstige plaatselijke corona-uitbraak als gevolg van het bezoeken van een kerkdienst. Deze wet kwam er uiteindelijk niet, omdat die op dat moment –met dalende besmettingscijfers– niet als urgent en proportioneel werd gezien.
Dat neemt niet weg dat de burgemeester in de coronawet –artikel 58n– ook nu al de ruimte heeft om wel degelijk in te grijpen in een besloten plaats als de kerk. De wet legt nadruk op „terughoudendheid” hiermee, om zo veel als mogelijk de godsdienstvrijheid te beschermen. Als het even kan moet de burgemeester zoeken naar „lichtere middelen.” Maar: „Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan evenwel het onmiddellijk staken van de activiteiten hier noodzakelijk zijn.”
Waarom gelden sommige maatregelen wél wettelijk binnen de kerk, maar andere niet?
Ook dat heeft alles te maken met de vrijheid van godsdienst. De kernvraag is: maakt een maatregel inbreuk op de vrijheid van mensen om hun godsdienst te belijden?
Het grenzen stellen aan de groepsgrootte in de kerk met een maximaal bezoekersaantal doet dat inderdaad, omdat dan bij voorbaat mensen de toegang tot de kerk wordt ontzegd. Dat is dus voor religieuze bijeenkomsten geen optie, schrijft de coronawet.
Hetzelfde gebeurt bij een coronapas. Zo’n toegangsbewijs kan bij de kerkdeur niet verplicht worden, omdat daarmee de vrijheid van het beoefenen van godsdienst voor mensen in het geding komt.
Maar bij de afstandsregel en de hygiëneregels is dat niet het geval. Bijvoorbeeld een hygiëneregel kan mogelijk wel „enige hinder opleveren”, schrijft de coronawet, „maar dat betreft naar het oordeel van de regering geen beperking van het recht als zodanig de godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden.”
Dus zondag moest iedereen in de kerk alweer afstand houden?
Dat ligt iets ingewikkelder. De afstandsregel verviel eind september. Nu die nog geen twee maanden later weer terugkeert, is die officieel niet gelijk juridisch van kracht. Dat bevestigde vrijdagavond ook een woordvoerster van het ministerie van Justitie. Om de regel weer een juridische grondslag te geven, is volgens de coronawet een zogeheten AMVB nodig: een Algemene Maatregel van Bestuur. Dat vraagt even tijd: de afstandsregel wordt ongeveer acht dagen na het afkondigen „daadwerkelijk afdwingbaar”, aldus de woordvoerster. De anderhalvemeterregel gold dus vanaf zaterdagavond 18.00 uur, maar is aan het einde van deze week ook juridisch weer van kracht.
Maar dat is natuurlijk de strikt juridische kant van het verhaal. De adviezen die kerken geven aan plaatselijke gemeenten zijn er veelal op gericht om de algemene maatregelen te vertalen naar een veilige vorm van erediensten. Kerken nemen hun zorgplicht dus serieus, of de maatregelen nu bindend zijn voor erediensten of niet. Zo adviseerde het CIO anderhalve week geleden al de afstandsregel weer „ernstig te overwegen” in kerken, nog voordat deze regel in de samenleving terugkeerde. En bijvoorbeeld de Gereformeerde Gemeenten adviseerden in diezelfde week hun kerkenraden „dringend” om de 1,5 meter weer in te voeren binnen de kerk.
Naar aanleiding van de persconferentie gaven zowel het CIO als de meeste kerken vrijdag aan dat zij in het begin van deze week zich bezinnen op de consequenties van de nieuwe maatregelen voor kerken.
Geldt de afstandsregel voor iedereen in de kerk?
Nee, de wet kent een uitzondering. De regering erkent namelijk dat afstand houden in de kerk „bij sommige aspecten van de belijdenis moeilijk kan zijn.” Concreet: dopen gaat lastig op 1,5 meter afstand. Maar de doop is wél een wezenlijk aspect van het belijden van de christelijke godsdienst. In zo’n geval botst de afstandsregel met de vrijheid van godsdienst.
Als de godsdienstige handeling dus echt niet anders kan, mag de anderhalve meter losgelaten worden door „geestelijke bedienaren en de personen jegens wie zij die handelingen uitvoeren.” In dit voorbeeld: als dominee en doopouders tijdens de doop geen afstand houden, overtreden zij op dat moment niet de wet.