Ondanks de oplopende besmettingscijfers gedragen mensen zich niet voorzichtiger dan voorheen, blijkt uit RIVM-onderzoek. Dat is niet vreemd. „Een gevoel van kwetsbaarheid is de belangrijkste motivator voor het naleven van de regels. Door vaccinatie verdwijnt dat gevoel.”
Het kabinet beslist vrijdag of er nieuwe maatregelen nodig zijn om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Een belangrijke factor in de besluitvorming is het gedrag van de bevolking. Gelet op de minimale gedragsveranderingen die het RIVM de afgelopen weken bespeurde (zie: ”Naleving niet verbeterd, draagvlak wel”) is er weinig reden voor optimisme.
„Het idee van het kabinet is dat mensen hun verantwoordelijkheid nemen”, reageert prof. Frenk van Harreveld. „Zo van: als ze zich aan de regels houden, hoeven we geen zwaardere maatregelen te treffen. Ik heb echter mijn twijfels bij de mate waarin mensen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen.”
Het is volgens de gedragswetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam voor veel mensen moeilijk om zich vrijwillig aan de regels te houden. „Vorig jaar maart was die bereidheid heel hoog, omdat de angst voor het virus groot was. Naarmate de angst bij veel mensen afnam, verminderde ook de bereidheid om zich aan de regels te houden.”
Een gevoel van kwetsbaarheid is volgens Van Harreveld de belangrijkste motivator voor het naleven van de regels. „Door vaccinatie verdwijnt dat gevoel. Als 85 procent van de mensen is ingeënt, voelt 85 procent zich veiliger dan een jaar geleden. Daarmee vervalt een belangrijke reden om je aan de regels te houden.”
In landen als Duitsland, Portugal en Japan is de bereidheid om zich aan de regels te blijven houden over het algemeen groter dan in Nederland. Volgens de gedragswetenschapper heeft dat met de volksaard te maken. „Wij Nederlanders laten ons niet zo gauw vertellen wat we moeten doen.”
Persoonlijke verhalen
Minister De Jonge moet meer nadruk leggen op het naleven van de basisregels, vinden SGP-Kamerlid Kees van der Staaij en BBB-politica Caroline van der Plas. Van Harreveld is het deels met hen eens. „Ik denk zeker dat de overheid daar meer aan kan doen. Anderzijds werkt de boodschap van je verantwoordelijkheid nemen niet. Daarvoor ervaren veel mensen te weinig noodzaak om zich aan de maatregelen te houden.”
Wat wél helpt, denkt Harreveld: gebruikmaken van persoonlijke verhalen van mensen die hard zijn getroffen door het virus. „We hebben gedurende de hele crisis geen duidelijke campagne gezien waarin mensen wordt verteld hoe gevaarlijk het virus kan zijn, ook voor gezonde mensen. Zulke persoonlijke verhalen hebben meer effect dan kille statistieken zoals besmettingscijfers.”
Om de zoveel weken kondigt het kabinet nieuwe maatregelen aan, hetzij versoepelingen, hetzij verzwaringen. Is dat jojobeleid? Nee, vindt Harreveld. „Als het buiten warm is, zet ik de verwarming uit. Als het koud wordt, zet ik de verwarming aan. Zo stemt het kabinet zijn beleid af op de veranderende omstandigheden. Dat lijkt me heel redelijk.”
Wel vindt de gedragswetenschapper het belangrijk dat het kabinet duidelijk uitlegt waarom het bepaalde maatregelen neemt. „Transparantie is een belangrijke basis voor vertrouwen.”
Biedt het kabinet voldoende perspectief? „Minder dan het zou kunnen”, vindt Harreveld. „Nu weten we vooraf welke veranderingen er aankomen doordat er zaken uitlekken. Beter zou het zijn als de overheid zegt: als de cijfers er over twee weken x uitzien, dan kiezen we voor maatregelenpakket y. Dat biedt voorspelbaarheid.”