Bewoner Kanaleneiland: Het is goed dat onze kinderen niet in Nederlandse bubbel opgroeien
Veel van hun buren komen uit Marokko of Turkije. Te midden van hen voelen Rijnie en Gerko Wassink zich prima op hun plek. „Het is goed dat onze kinderen merken dat er verschillende culturen zijn.”
Een zonnige nazomermiddag in september. Gerko (29) en Rijnie (31) Wassink zitten op de houten tuinbank voor hun huis, terwijl de oudste twee van hun drie kinderen met leeftijdgenoten op straat spelen. De zonnebloemen in de tuin springen in het oog. Diverse voorbijgangers kijken er met bewondering naar.
Rijnie vraagt een Marokkaanse buurman, die een praatje aanknoopt, of hij een paar bloemen wil hebben om in een vaas te zetten. De man reageert enthousiast, waarna Gerko er enkele voor hem afknipt. Het tekent de gemoedelijke sfeer in de multiculturele stadswijk.
Zo’n tien jaar geleden verhuisde Gerko vanuit Emmeloord naar Utrecht voor de studie biomedische wetenschappen. Op de studentenvereniging CSFR leerde hij Rijnie kennen. Zij reisde vanuit een studentenhuis in Kanaleneiland op en neer naar Gouda, waar ze de pabo-opleiding aan Driestar hogeschool volgde.
Rijnie, afkomstig uit Herkingen, herinnert zich nog goed dat ze de eerste keer in Kanaleneiland uit de bus stapte. „Ik dacht: Nu ben ik ongeveer in het Midden-Oosten beland. Maar zet dat niet als kop boven het artikel, want dat doet geen recht aan de wijk. Die is de laatste tien jaar veel diverser geworden.”
Dat laatste heeft alles te maken met het beleid van de gemeente Utrecht, vertelt Gerko. „In onze vorige woonbuurt in Kanaleneiland stonden zes flats op een rij die allemaal bestemd waren voor sociale huur. Er woonden bijna alleen arbeidsmigranten. In twee van die flats zijn nu koophuizen gekomen, terwijl twee andere zijn bestemd voor de vrije huursector.”
Rijnie en Gerko, die in 2015 zijn getrouwd, verhuisden vorig jaar van een driekamerappartement naar hun huidige eengezinswoning aan het eind van de Afrikalaan. Vanuit de voortuin hebben ze zicht op het Amsterdam-Rijnkanaal, waar net het vrachtschip ”Zeldenrust” passeert. „De scheepvaart gaat dag en nacht door”, zegt Gerko, die werkt als software testengineer.
Speeltuinen
Voor het kanaal bevindt zich een brede grasstrook met diverse speeltuinen en picknicktafels. In de zomer is dit gebied een ontmoetingspunt voor buurtbewoners. Rijnie zit er met haar drie kinderen, in de leeftijd van één tot en met vijf jaar, geregeld tussen de Turkse en Marokkaanse moeders. Het onderling contact typeert het stadsdeel, zegt ze. „In veel wijken zitten mensen vooral achter hun schutting in de achtertuin, hier zitten ze voor het huis op straat. Je maakt makkelijk een praatje.”
Ook de talloze winkels van zelfstandige ondernemers kenmerken de wijk, zegt Rijnie. Ze koopt vaak brood bij een Marokkaanse bakker. In het winkelcentrum iets verderop is ook een halal slager te vinden, naast een zaak die Turkse pizza’s aanprijst en een ”foodcenter” waar de klant avocado’s, vijgen en granaatappelen kan uitzoeken.
De winkeliers zijn heel vriendelijk, is Rijnies ervaring. „Als je je pinpas bent vergeten, kun je de boodschappen gewoon meenemen. „Kom morgen maar betalen”, zeggen ze dan.”
Straatcultuur
Kanaleneiland heeft ook kanten die Rijnie en Gerko minder aanspreken. Ze noemen als voorbeeld de „straatcultuur”, waarin soms flink wordt gescholden en onder kinderen vaak „het recht van de sterkste geldt.” Rijnie wijst ook op het vele afval op straat, waaronder brood, dat ratten aantrekt.
Eind juli was er een hevige explosie in een flatportiek in Kanaleneiland, waardoor meerdere woningen moesten worden ontruimd. Al snel werd er uitgegaan van een bewuste actie. Het incident had niet ver van de woning van het gezin Wassink plaats. „Maar we hebben het niet gemerkt. We zagen het op het nieuws”, zegt Gerko.
Een aanzienlijk deel van de bevolking van Kanaleneiland is moslim. In hun vorige woning hoorden Gerko en Rijnie vaak een luide gebedsoproep vanuit de naburige moskee. Rijnie: „Robin, onze oudste, zei op een gegeven moment: „Mama, het is tijd om te bidden.” Ik leerde hem aan op dat moment het Onze Vader te bidden.”
In het contact met islamitische buurkinderen komt het geloof af en toe ter sprake, bijvoorbeeld als moslims het Offerfeest houden of rond Kerst en Pasen.
Het gezin Wassink is lid van de christelijke gereformeerde kerk in Utrecht-West en bezoekt soms ook de internationale diensten van de bijbehorende ICF-gemeente. Toen de oudste naar school moest, oriënteerden de ouders zich eerst op scholen in de wijk. Uiteindelijk kozen ze voor de reformatorische Eben-Häezerschool elders in de stad. „Op een school in de wijk zou hij waarschijnlijk de enige Hollander en mogelijk de enige christen in de klas zijn. Op de Eben-Haëzerschool zien onze kinderen veel vriendjes uit de kerk.”
Rijnie en Gerko vinden het waardevol dat hun kinderen niet in „een Nederlandse bubbel” opgroeien. „Het is goed dat ze merken dat er meerdere culturen zijn en dat andere culturen niet per se eng zijn. Het wonen in een wijk als deze vraagt bovendien jezelf er goed van bewust te zijn waar je voor staat.”
serie Christen in Kanaleneiland
Deel 5 (slot) in een serie over de multiculturele wijk Kanaleneiland in Utrecht.