Kerk & religie
Dé kerk bestaat niet meer in Utrecht

De tijd dat dé kerk bestond in Utrecht is voorbij. Dé kerk, dat was in veel gevallen de gereformeerde, hervormde of rooms-katholieke, hoewel er in Utrecht door de eeuwen heen altijd meer smaken waren. De Utrechter anno 2013 heeft de keuze uit tachtig gemeenten, met daar­binnen vaak weer allerlei verschillende vormen van kerk-zijn.

Eunice Hoekman-van Stuijvenberg en Albert-Jan Regterschot
Veel protestantse gemeenten in Utrecht proberen de inhoud van prediking en belijdenis op een eigentijdse wijze vorm te geven. Beeld RD, Anton Dommerholt
Veel protestantse gemeenten in Utrecht proberen de inhoud van prediking en belijdenis op een eigentijdse wijze vorm te geven. Beeld RD, Anton Dommerholt

Aan diversiteit geen gebrek in Utrecht. Van koptisch-orthodox tot gereformeerde gemeente in Nederland, van de evangelische Victory Outreach Church tot een roomse kerk waar de Latijnse mis nog wordt gelezen. Het kerkelijk leven in de domstad floreert als nooit tevoren. Tenminste, als het om verschillende soorten kerkgenootschappen gaat. Van de tachtig die er zijn, is ongeveer de helft betrokken bij de plaatselijke Raad van Kerken.

Utrecht is op kerkelijk gebied in Nederland altijd een kruispunt geweest. De centraal gelegen stad vormde al de uitvalsbasis van Willibrord, de monnik die vanaf 695 vanuit deze stad de Nederlanden kerstende. Nog steeds herinneren tal van monumenten in de binnenstad aan de vele kerken en kloosters die de domstad in de middel­eeuwen bevatte.

Opvallend genoeg zet de stad de traditie om een centrumfunctie te vervullen voort, juist na een eeuw van ongekende secularisatie. Zeker, tientallen kerken in Utrecht sloten in de achterliggende decennia hun deuren. Nog maar kortgeleden werd het aantal rooms-katholieke parochies teruggebracht van twaalf naar vier. De Utrechtse gereformeerde kerken, inmiddels onderdeel van de protestantse gemeente Utrecht, haalden eerder al de bezem door het aantal gemeenten. Verspreid door de stad vielen diverse bedehuizen ten prooi aan de slopershamer.

Toch trekt de domstad nieuwe kerken als een magneet aan. Zo ontstonden in de achterliggende decennia tientallen migranten­gemeenten. Dankzij een onderzoek van de Utrechtse missioloog dr. J. J. Visser (zie RD 1-5) is bekend dat deze vaak honderden nieuwe kerkgangers per gemeente aan zich weten te binden.

Diversiteit

Bij de traditionele kerkelijke gemeenten voltrekt zich ondertussen ook een verandering. Diverse betrokkenen bij het Utrechtse kerkelijk leven vertelden tegenover deze krant hoe in veel kerken een omslag plaatsheeft. Die houdt niet op bij kerkmuren en beperkt zich niet tot liturgie en de tijd en plaats van samenkomst. Geloof en geloofsbeleving zoeken nieuwe uitlaatkleppen, soms op zondag in de kerkdienst, maar ook op andere tijden en plaatsen.

Een van de gesprekspartners zag trends opkomen: de veranderingen in de liturgie, de invoering van miniwijken en huiskringen, maar ook trends verdwijnen, zoals de jeugdkerk. Veel energie ging bij kerkenraden zitten in het tegenhouden van ontwikkelingen of juist in het enthousiast meegaan. Wat nogal eens ontbrak was de bezinning op de onderliggende cultuur­verandering, stelt iemand. „Mensen geven op een andere manier uiting aan hun betrokkenheid. Vroeger bezochten ze twee kerkdiensten op een zondag. Nu komen ze niet meer naar de middagdienst, maar zien ze de huiskring als een alternatief daarvoor.”

De relatief grote groep jongeren tot 35 jaar die in het centrum van Utrecht woont, beïnvloedt het kerkelijk leven. Als het gaat om een eigentijdse invulling van het kerk-zijn, waarbij gepoogd wordt geen concessies te doen aan de inhoud van de prediking en de belijdenis, wordt in veel protestantse gemeenten gepionierd.

De cocktail die uit al deze ingrediënten ontstaat, is die van een kerkelijk leven met vele gezichten. Zo stuurt de protestantse gemeente Utrecht bewust aan op onderscheid tussen kerkelijke gemeenten. De Domkerk heeft het stadsbrede citypastoraat, de Jacobikerk richt zich op de vorming van gemeenteleden in discipelschap én op hoogopgeleide zoekers (zie kader), de Janskerk is de thuishaven van oecumenische diensten, en elders is er aandacht voor zaken als het werken onder gevangenen, onder andere culturen en in andere talen.

De tijd dat kerkbezoekers uit de directe omgeving van het bedehuis kwamen, is ook in andere gemeenten voorbij. Drie kerkgenootschappen die in Utrecht met elkaar optrekken, de christelijke gereformeerde kerk, de Nederlands gereformeerde kerk en de gereformeerde kerk vrijgemaakt, werken ook meer met doelgroepbijeenkomsten. Zo ontstond er een gemeente van de gereformeerd vrijgemaakten die zich speciaal richt op moslims in de wijk Kanaleneiland. Ook werd als resultaat van evangelisatiewerk van de drie kerkgenootschappen in 2009 een nieuwe Ngk-gemeente gestart: RijnWaarde, die zich richt op mensen zonder kerkelijke achtergrond.

Minibiotoop

De domstad is als knooppunt van kerkelijk Nederland, met zijn grote verscheidenheid aan kerken en gemeenten, daarmee een unieke minibiotoop. De stad heeft de schaalgrootte om kerkelijke diversiteit te kunnen behappen, goede vestigingsvoorwaarden en vormt de scharnierpen tussen de Veluwe en Zuid-Holland, waar de meeste Nederlandse christenen wonen. Lukt het in deze minibiotoop om iets nieuws te starten op het gebied van kerkelijk leven, dan heeft het ook elders kans van slagen. Maar lukt het hier niet, dan is het de vraag of het op een andere plaats in Nederland wel succes heeft.

De relatief korte periode waarin leden in een kerk actief zijn, knaagt ondertussen wel aan de stabiele ontwikkeling van gemeenten. Er is bijna geen kerk te vinden die níét het beeld kent dat in enkele jaren tijd de helft van het ledenbestand vernieuwt. Oorzaak: gezinnen met kinderen trekken weg naar steden en dorpen rond de domstad. Waar wél een huis met tuin voor de kinderen te koop is. Een beweging die al zo’n dertig jaar gaande is en zich telkens herhaalt.

Gecombineerd met de meer informele betrokkenheid van leden is het vinden van kerkelijk kader een lastig punt, illustreert een oud-ambtsdrager. „Het gebeurt dat mensen halverwege hun termijn als ambtsdrager moeten stoppen. Vaak om goede redenen: ze moeten bijvoorbeeld voor hun werk naar het buitenland. Het gevolg voor de gemeente is echter dat er een stukje stabiliteit ontbreekt. Er is ook geen collectief geheugen meer.”

Geen schuchterheid

Hoe kan het dat menige Utrechtse binnenstadskerk een bloeiend kerkelijk leven kent? Een betrokkene meent dat zelfbewustheid bij de leden helpt om de kerk weer op de kaart te zetten. De schuchterheid om uit te komen voor het christelijk geloof, die enkele decennia geleden vaak zichtbaar was, wijkt voor een fris getuigenis. De vaak hoogopgeleide jonge leden van de kerken kiezen bewust voor een gemeente en zijn bereid zaken op te pakken.

Tegelijkertijd vormt diversiteit binnen de gemeenten voor veel kerken de sleutel tot het binden van mensen. Als het bezoek van de tweede kerkdienst op zondag terugloopt, zijn mensen vaak wel geïnteresseerd in het bezoek aan een huiskring, een samenkomst met geestelijke muziek of een debatavond over thema’s die christenen raken.

In het jonge, hoogopgeleide leden­bestand van een aantal kerken zit tegelijk nog een ander stukje verborgen kapitaal. Arie Noordemeer, ambtelijk secretaris van de Utrechtse Raad van Kerken, vraagt zich hardop af of die knappe koppen genoeg gebruikt worden in de kerk. „Ze kunnen helpen bij het nadenken over de vraag hoe meer mensen met de Bijbel bereikt kunnen worden, zijn soms een ster in organiseren en hebben misschien ongedacht grote kwaliteiten op het gebied van het beheer van gebouwen.”

Utrecht is een kerkelijk kruispunt. In een serie artikelen komen verschillende thema’s aan bod. Vandaag deel 8: diversiteit (slot).


Aandacht voor discipelschap stempelt gemeenteleven Jacobikerk

De Utrechtse Jacobikerk besloot ruim tien jaar geleden het actiegerichte missionaire werk (vanuit een inloophuis) los te laten en te gaan werken vanuit het kerkgebouw. De sociale netwerken van de gemeenteleden zouden de missionaire doelgroep van de stadskerk gaan vormen. Dit leidde in de achterliggende jaren tot het besluit om gemeenteleden meer te gaan toerusten tot discipelschap.

Het zogenoemde Whole Life Discipelship, discipelschap dat het hele leven doortrekt, bepaalt sinds 2009 het beleid van de grootste protestantse wijkgemeente in Utrecht. Een leefwijze die zo oud is als de Tien Geboden, maar die op dit moment opnieuw gestalte krijgt dankzij contacten van Nederlandse organisaties en kerken met het Institute for Contemporary Christianity (LICC) in Londen, dat is opgericht door de in 2011 overleden theoloog John Stott.

Aandacht voor discipelschap is er ook in stadsgemeenten als de Pelgrimvaderskerk in Rotterdam-Delfshaven, de Amsterdamse Jeruzalemkerk en de Martinikerk in Groningen, zegt ds. Arjan Markus, missionair predikant van de Jacobikerk (die juist deze week het beroep aannam naar Delfshaven). Ook bij de IZB, vereniging voor zending in Nederland, staat dit onderwerp hoog op de agenda.

De predikant schetst een verschuiving van projectmatig missionair werk –uitbesteed aan een aantal vrijwilligers– naar een aanpak die de hele gemeente aangaat. „Het werk dat in het inloophuis gebeurde, had weinig impact op gemeenteleden en er kwamen van daaruit weinig mensen in de kerk terecht.” De kerkenraad besloot te stoppen met losse missionaire projecten en zich te gaan richten op discipelschapsvorming van gemeenteleden. Ds. Markus: „Ons ideaal is dat gemeenteleden in hun netwerk –tijdens het sporten, op hun werk, met hun vrienden– leven als volgelingen van Jezus door wat ze doen en wat ze zeggen.” Een focus die het volledige beleidsplan stempelt en die alle aspecten en activiteiten van het gemeenteleven kleurt – van eredienst tot Bijbelkringen, van diaconale activiteiten tot het jeugdprogramma.

De netwerken van de kerkleden bleken vooral uit hoog opgeleiden te bestaan. Voor hen organiseert de kerk de Jacobidebatten, avonden met prominente gasten en een vrijblijvend karakter, maar ook kringen en cursussen. Voor zoekers is er verder eens in de twee weken een kleinschalige en laagdrempelige kerkdienst. „Er komen volslagen ‘heidenen’ op af”, zegt ds. Markus, „maar vooral zoekers met een rooms-katholieke of protestantse achtergrond.” Ook de gewone kerkdiensten trekken meer dan eerst niet-gelovige belangstellenden.

Voor de toerusting van gemeenteleden worden onder meer themalunches voor afzonderlijke beroepsgroepen belegd. Vorige week zondag was het de beurt aan mensen uit de financiële sector. „Zij ondersteunen elkaar en maken elkaar bewust van het feit dat ze op de werkvloer geen neutrale mannen en vrouwen zijn, maar vertegenwoordigers van het Koninkrijk van God. Dat zijn grote woorden, maar zo schrijft Paulus erover.” In de dienst die aan een themalunch voorafgaat, benoemt de predikant de desbetreffende beroepsgroep in zijn gebed, „zodat er ook in de dienst iets van het alledaagse leven binnenkomt.” Bijbelkringen –zo mogelijk wijkgebonden– nemen in de huidige visie op missionair gemeente-zijn een belangrijke plaats in. Ook het pastoraat gaat via deze kringen verlopen, geeft de missionair predikant aan.

De gemeente zoekt steeds naar nieuwe manieren om het aanmoedigen van discipelschap vorm te geven, bijvoorbeeld door het toerusten van mentoren, die op hun beurt anderen trainen. Want discipelschap is, als het goed is, geen trend die overwaait. Ds. Markus: „Gods Geest is een leven lang bezig om je die kant uit te trekken. De navolging van Jezus vraagt om volharding. Discipelschap in het alledaagse leven is, ook vandaag, de meest geëigende manier om missionair gemeente te zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer