Rouwbeklag rond Peter R. de Vries dwingt tot bezinning
De moord op misdaadverslaggever Peter R. de Vries heeft om verschillende redenen gezorgd voor een nationale schokgolf.
De Vries was een bekende Nederlander. Met taaie vasthoudendheid loste hij belangrijke misdaden op. Groot is de bewondering voor zijn onvermoeibare strijd tegen misdaad en allerlei andere vormen van onrecht. En om nog een ding te noemen: de moord op hem laat zien hoe ver de macht van de georganiseerde misdaad gaat. Bij elkaar dus redenen genoeg dat zijn sterven al dagen onderwerp van gesprek is.
Het overlijden van De Vries heeft geleid tot collectieve rouw. Duizenden hebben de achterliggende dagen bloemen gelegd in de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam, de plaats waar hij werd neergeschoten. Eveneens duizenden trekken woensdag langs zijn baar. De bewogen reacties laten zien dat mensen echt geraakt zijn door zijn dood.
Deze emoties van veel burgers maken duidelijk dat met het sterven van De Vries een identificatiefiguur is weggevallen die als het ware de positie innam van een nationale vertrouwenspersoon. Hij kwam op voor de gewone man die zich in moeilijke situaties niet wist te redden en zich machteloos voelde. Voor die inzet bestaat terecht veel waardering.
Het rouwbeklag van deze week heeft overeenkomsten met dat rond de dood in 2002 van de vermoorde politicus Pim Fortuyn, van de in 2004 eveneens vermoorde columnist Theo van Gogh, met de massale aandacht voor het overlijden van André Hazes in 2004 en het nationale verdriet over het sterven van tv-presentator Jos Brink in 2007. Allemaal mensen die door hun mediaoptreden nationale bekendheid kregen. Daardoor waren ze voor miljoenen Nederlanders vaak minstens zo bekend als buren die honderd meter verderop wonen.
Rouwen bij het overlijden van iemand is nooit misplaatst. Elk sterven is immers een ernstig, ingrijpend gebeuren dat onlosmakelijk verbonden is met verdriet. Sterven is het verlies van het leven en afscheid moeten nemen van dierbaren. En de Bijbel leert ons dat sterven, van wie dan ook, het gevolg is van de zonde. Die ernst moet dwingen tot bezinning.
Tegelijk zijn er vragen te stellen bij het rouwbeklag rond mensen die tot nationale helden zijn uitgegroeid. Het is opmerkelijk dat er zo veel tijd en aandacht voor hun sterven is, terwijl in het algemeen de aandacht voor de dood afneemt. In het werk, in het verkeer, in de zakelijke contacten wordt rouwenden beperkt ruimte gegund. Het dagelijks, maatschappelijk en zakelijk leven moeten immers doorgaan. Is dat niet eenzijdig?
De tijd dat buren het als een plicht voelden om te zorgen voor een overleden naaste en zijn familie lijkt in veel steden en dorpen voorgoed voorbij te zijn. Is dat niet pijnlijk voor wie rouwt om het verlies van een dierbare? Het rouwbeklag rond Peter R. de Vries dwingt ook op dit punt tot bezinning.