Bij de energietransitie gaat het veel te weinig over energiebesparing. Alles lijkt erop gericht om met allerlei kunstgrepen het huidige welvaartsniveau vast te houden.
Op papier ziet de toekomst er zonnig uit. Vaak gaat het daarbij om doelstellingen in een nog redelijk verre toekomst die theoretisch haalbaar zouden moeten zijn. Bovendien blijkt een begrip als ‘duurzaam’ zo rekbaar dat zelfs het opstoken van gekapte bomen voor groen kan doorgaan. Zo knutselen we een kunstmatige werkelijkheid in elkaar die de illusie nog even in stand houdt dat er zoiets bestaat als eeuwige groei.
In werkelijkheid loopt de energietransitie op sommige plaatsen nu al vast door gebrek aan capaciteit van het stroomnet waarvoor miljardeninvesteringen nodig zijn. Tegelijk botst ruimtegebruik in dit dichtbevolkte land steeds vaker op ruimtegebrek. Van alle mooie en schone voornemens aan het begin van de coronapandemie lijkt ook niet veel over, want vrijwel iedereen wil zo snel mogelijk terug naar het oude overspannen normaal. Niemand vraagt zich af of het ook anders kan.
Zo werd ik deze week nog weggehoond op sociale media toen ik verheugd meldde dat voor een verblijf in Duitsland geen vaccinatiepaspoort of negatieve testuitslag nodig is. Een reis naar onze oosterburen geldt voor veel mensen niet als ‘vakantie’, want daarvan is pas sprake wanneer je je per vliegtuig naar een ver land verplaatst. Tegenwoordig wordt zelfs al gesproken van een ‘staycation’ als je in eigen land vertier zoekt, terwijl het voorheen betekende dat je de hele zomer lang thuisbleef.
In geen enkel scenario lijkt de nadruk te liggen op de meest voor de hand liggende uitweg uit deze cyclus. Misschien wel omdat het woord ‘minder’ achteruitgang suggereert en wordt geassocieerd met armoede en afzien. In werkelijkheid is het helemaal geen ramp om minder ver op vakantie te gaan, net zoals het ook niet heel irrationeel zou zijn om veel minder grote elektrische auto’s te ontwerpen in plaats van de bakbeesten die nu rondrijden.
Minder autokilometers maken hoeft niet te betekenen dat je mokkend thuis achterblijft. Je kunt juist meer tijd in de buitenlucht doorbrengen. Zo heb ik afgelopen maand bij elkaar opgeteld meer dan 1150 kilometer gefietst en amper achter het stuur van een auto gezeten. Consuminderen vraagt vooral om een andere mindset.
Wij wonen als gezin in een bescheiden vrijstaand huis uit 1900 met op de bovenverdieping overal nog enkel glas. Toch verbruikten we, met 3 personen, het afgelopen jaar niet meer dan 881 kuub aardgas, precies net zoveel als een gemiddeld gezin in een portiekwoning. Tegelijk zijn er huishoudens van gelijke grootte in een twee keer zo groot huis die drie keer zoveel aardgas verbruiken.
Daar valt dus nog een wereld te winnen. Je kunt met allerlei kunstgrepen proberen om op duurzame (of ‘duurzame’) wijze steeds meer energie op te wekken voor steeds meer mensen. Maar je zou ook op de rem kunnen trappen en kunnen afschalen naar een iets minder excessief welvaartsniveau zonder dat dat echt ten koste hoeft te gaan van comfort of levensgeluk.