Pandemie hardhandig lesje in deemoed en bescheidenheid
Afgelopen kerstvakantie zat ik voor de tweede keer in negen maanden tijd de drukproef te corrigeren van een nieuw boek. In korte tijd is het leven radicaal veranderd.
De afgelopen twee weken heeft u deze column moeten missen omdat er op beide vrijdagen geen krant verscheen. Op zich kwam mij dat wel goed uit, want ik was druk bezig met het aanbrengen van de laatste correcties in mijn nieuwe boek. Doordat ik niet hoefde na te denken over een actueel onderwerp voor in de krant, kon ik me volledig focussen op dit inspannende en bij vlagen vervelende karwei.
Het interessante is dat ik helemaal niet van plan was om alweer zo snel aan een nieuw project te beginnen. Toen ik in maart mijn laatste boek aan het redigeren was, dacht ik zelfs even dat ik daarmee echt mijn láátste boek had geschreven. Dat is een euvel waar meer schrijvers last van hebben, want zodra je een punt zet achter een verhaal, voelt het alsof je daarmee meteen een punt zet achter je schrijverscarrière.
Nietsvermoedend
Op 1 maart zaten we nietsvermoedend met het hele gezin in een pizzeria om te vieren dat we eindelijk hypotheekvrij waren. We beseften niet dat dit voorlopig de laatste keer zou zijn dat we in een restaurant konden eten en hadden geen benul van wat ons allemaal boven het hoofd hing. In mijn laatste boek komt weliswaar 23 keer het woord ‘crisis’ voor, maar tot dat moment had het een volstrekt abstracte betekenis en gebruikte ik het niet zelden om te verwijzen naar de vorige economische dip.
Op dinsdag 3 maart meldde ik me uit voorzorg af voor een bijeenkomst. Een dag later begon ik met het aanleggen van een strategische voedselvoorraad.
Zelfisolatie
Toen op vrijdag de dertiende het grote hamsteren begon, had ik me al thuis opgesloten in een soort vrijwillige zelfisolatie en begon ik te werken aan een soort appendix. Wat ik toen nog beschouwde als een soort nawoord en een noodzakelijke toevoeging, kan echter best het eerste deel blijken te zijn van een lange reeks coronakronieken.
Ogenschijnlijk hebben beide boeken –en beide onderwerpen– nauwelijks iets met elkaar te maken, maar er is een interessante overeenkomst tussen de begrippen ‘hypotheekvrij’ en ‘coronaproof’. In beide gevallen ben je bezig belangen tegen elkaar af te wegen en neem je noodzakelijke maatregelen om bepaalde risico’s te minimaliseren of zelfs helemaal uit te sluiten.
Overdrijving
Je kunt met enige overdrijving zelfs zeggen dat wij als gezin eind 2008 zijn gaan leven alsof de intelligente lockdown toen al van kracht was. In mijn nieuwe boek ga ik daar uiteraard veel dieper op in, al blijft het frappant dat wij precies van onze hypotheekschuld verlost waren op het moment dat deze nieuwe beproeving zich aandiende. Uiteraard is dat slechts toeval, maar het zorgt er wel voor dat je met andere ogen naar de coronacrisis kijkt dan de meeste mensen. Je kunt ook zeggen dat mijn boeken een pleidooi vormen voor een eenvoudig en bescheiden leven, terwijl je de pandemie kunt beschouwen als een hardhandig lesje in deemoed en bescheidenheid.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann.
Reageren? hormann@refdag.nl