Iraanse christenen slachtoffer van nieuwe wet
Drie Iraanse christenen kregen zaterdag vijf jaar gevangenisstraf opgelegd op grond van een nieuwe wet die is bedoeld om religieuze minderheden nog strenger aan te pakken.
Daarmee gaf de Iraanse rechter hen de zwaarst mogelijke straf. De drie bekeerlingen met een moslimachtergrond –Amin Khaki, Milad Goodarzi en Alireza Nourmohammadi– zijn veroordeeld voor „propaganda die op een afwijkende manier onderwijst en in strijd is met de heilige religie van de islam.” Ook kregen ze volgens mensenrechtenorganisatie Article18 elk een boete van zo’n 1500 euro. Het drietal gaat in beroep tegen de uitspraak.
De Iraniërs moesten zich vorige week maandag tijdens een uur durende zitting zelf verdedigen in de rechtszaal. Volgens de voorzitter van de rechtbank was de advocaat van de beklaagden niet geregistreerd en werd hem daarom de toegang tot de rechtszaal geweigerd. Dat ze het zonder een advocaat moesten doen, was een duidelijke schending van hun rechten, stelt Article18.
De aanklacht tegen de bekeerlingen volgde na een inval van de Iraanse inlichtingendienst in de huizen van de drie mannen, eind vorig jaar. Er vonden toen geen arrestaties plaats. Wel werden Bijbels, mobiele telefoons en computers in beslag genomen. Daarnaast kregen ze het bevel hun christelijke activiteiten te staken. Dat weigerden ze.
In mei van dit jaar pakten de autoriteiten ze alsnog op, om het drietal kort daarna weer vrij te laten. De bekeerlingen moesten zich wekelijks melden bij de politie.
Omstreden
De drie Iraanse mannen zijn de eerste bekende voorbeelden van christenen die zijn aangeklaagd op grond van een omstreden recente wijziging in het Iraanse wetboek van strafrecht, artikel 500-b. Dat handelt over „sektarische activiteiten.”
Het amendement werd aangenomen door het Iraanse parlement en ondertekend door de vertrekkende president Hassan Rouhani in februari 2021. Het stelt dat „elk afwijkend onderwijs of elke vorm van propaganda die de heilige islamitische sharia tegenspreekt of verstoort, streng zal worden gestraft.” Overtreders kunnen maximaal vijf jaar cel, ontneming van burgerrechten en een hoge boete krijgen.
De wet leek in eerste instantie gericht tegen „verkeerde sektes”, groepen die zich afscheiden van het twaalver sjiisme, de officiële islamitische religie in Iran. Nu blijkt dat de nieuwe bepaling ook wordt ingezet tegen bekeerlingen vanuit de islam tot het christendom. Die worden van oudsher in Iran aangeklaagd voor „propaganda tegen de staat” en „acties tegen de staatsveiligheid.”
Repressie
Toen president Rouhani de wijziging, samen met een andere, in februari ondertekende, uitten mensenrechtenorganisaties al hun zorgen dat deze zouden worden gebruikt om niet-erkende religieuze minderheden, waaronder christelijke bekeerlingen, verder aan te pakken.
Mensenrechtenadvocaat Hossein Ahmadiniaz waarschuwde dat de wijziging van de wet „de repressie en bestraffing van christelijke bekeerlingen en anderen die tot niet-erkende religieuze groeperingen behoren, zou vergemakkelijken.”
„De wet moet burgers, inclusief christelijke bekeerlingen en bahai, beschermen tegen de regering”, zei hij. „Maar in Iran is de wet een instrument geworden om de gewelddadige behandeling van bekeerlingen en andere niet-erkende minderheden door de regering te rechtvaardigen.”
In deze tweewekelijkse rubriek worden verdrukte en vervolgde christenen voor het voetlicht gebracht.