Of God bestaat, weet ze niet en toch bekijkt of beluistert Annemarieke Graveland (19) elke zondagmorgen een kerkdienst, zoals die van de gereformeerde gemeente in Uddel, afgelopen zondag. Op Twitter en in een column doet ze verslag van haar bevindingen.
Annemarieke woont nog thuis, op de boerderij van haar ouders in het Drentse Wijster. Het afgelopen collegejaar studeerde ze geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Maar de studie beviel niet. Nu overweegt de boerendochter een studie Nederlands. Ze trekt de aandacht, met haar openhartige columns en tweets over de kerkdiensten die ze bijwoont.
Tot enkele jaren geleden beperkte haar kennis van het christendom zich tot de Bijbelverhalen die ze op de basisschool had horen vertellen. Haar ouders, hoewel zelf niet kerkelijk meelevend, stuurden haar met opzet naar een protestants-christelijke basisschool. Ze vonden het belangrijk dat hun dochter iets van die verhalen meekreeg.
Zelf breekt Annemarieke op de middelbare school met het geloof uit haar jeugdjaren. „Ik weet nog dat ik YouTube-filmpjes opzocht over atheïsme. De argumenten die ik tegenkwam, overtuigden me. Christelijk onderwijs noemde ik indoctrinatie en bovendien vond ik het verkeerd dat volwassenen kinderen dingen leren die niet waar zijn. Inmiddels vind ik het juist nuttig dat kinderen daar kennis van nemen.”
Waarom begon je aan een digitale ‘kerkentocht’?
„Toen ik er achter kwam hoe groot de invloed van het christendom is geweest, wilde ik meer kennis opdoen over de inhoud ervan. Met een mogelijke bekering was ik niet bezig. Misschien had ik zelfs iets sceptisch. De schrijvers van de Bijbel hadden immers zo veel minder kennis van de wereld dan we nu hebben. Ik ging de Bijbel lezen. Eerst bladerde ik wat, later las ik de vier Evangeliën en verschillende hoofdstukken uit het Oude Testament. Ik vond ze veel interessanter dan ik had gedacht.”
En vervolgens besloot je naar de kerk te gaan?
„Inmiddels had ik best wat Bijbelverhalen gelezen, maar ik vond ze soms lastig te begrijpen. Ik vatte het spontane idee op om naar kerkdiensten te gaan kijken, want daar wordt de Bijbel uitgelegd. Omdat ik zelf niet een specifieke kerkelijke achtergrond heb, leek het mij leuk om allemaal verschillende stromingen uit te proberen. Mogelijk zou er eentje bij zitten die iets voor mij is. Of zou ik juist ontdekken dat ik mezelf niet elke zondag naar de kerk zie gaan.”
Inmiddels heeft Annemarieke acht verschillende kerkdiensten bekeken en beluisterd. Diensten van onder meer de gereformeerde gemeente in Woerden, de Sint-Jansgemeente in Gouda (PKN), de protestantse gemeente in Beilen, de Vrije Baptistengemeente Bethel in Drachten, Beam (EO) en een rooms-katholieke mis op NPO 2. Haar ervaringen plaatste ze op Twitter. Al snel vroeg het Christelijk Informatie Platform (CIP) Annemarieke voor een column, waardoor ze nu via verschillende kanalen haar bevindingen deelt.
Je gaat niet fysiek naar de kerk. Voel jij je desondanks welkom?
„Christelijke twitteraars zijn heel hartelijk. Ze willen mijn vragen beantwoorden en met mij praten. Ik kreeg ook uitnodigingen om mee te gaan. Ja, ik ben warm ontvangen door de christelijke Twittergemeenschap. Ook heb ik reacties gehad van twee predikanten.”
Voel jij je persoonlijk betrokken bij wat er in de kerk gebeurt?
„Ik ben een gevoelsmens en probeer tijdens het kijken bij mezelf na te gaan wat ik ervaar. Ik weet niet hoe de aanwezigheid van God zou moeten voelen, maar op een gegeven moment merkte ik wel dat de preek ging over iets waarmee ik toevallig bezig was in mijn leven, namelijk zelfstandig worden en bij je ouders vandaan gaan. En toen ik eens over iets piekerde, hoorde ik in de kerk dat Jezus in Mattheüs 6 zegt: „Maak je geen zorgen over de dag van morgen.” Dat soort dingen vind ik heel toevallig. Dan grap ik bij mezelf: zou het dan toch echt zijn?”
Heb je overeenkomsten ontdekt tussen de verschillende kerken?
„In alle kerken wordt er omgezien naar elkaar. Die saamhorigheid vind ik heel mooi. Een andere overeenkomst: overal hoor je dat God of Jezus altijd aanwezig is en dat Hij gelovigen met veel liefde en steun wil benaderen. Daarvoor moet je dan wel je zonde belijden.”
Wat vind je van zo’n oproep?
„Ik vind het wel belangrijk dat je nadenkt over hoe je een beter mens zou kunnen worden. Maar daarvoor hoef je niet per se christelijk te zijn. Ik ben meer bezig met de vraag of God überhaupt bestaat. Ergens vraag ik me wat cynisch af: Waarom zou Hij zich druk maken over bijvoorbeeld godslastering? Hij is zo veel groter, Hij staat daar toch boven? Of: Waarom zou het Hem kunnen schelen als ik weer eens over iets in zit?
In mijn laatste column schrijf ik dat er in de Gereformeerde Gemeenten veel nadruk ligt op ootmoed en onderdanigheid aan God. Ik ben een vrijdenker, iemand die graag haar eigen weg gaat. Ik houd totaal niet van onderdanigheid. Het idee dat God ootmoed verlangt, maakt me zelfs een beetje wrevelig.”
Je kon niet alle diensten van plaatselijke gereformeerde gemeenten beluisteren, als buitenstaander.
„Als je negatief in het nieuws komt, wil je misschien geen pottenkijkers meer. Ik heb daar wel begrip voor. Maar ik kom uit pure nieuwsgierigheid, niet om lelijke dingen te schrijven.”
Blijf je naar de kerk gaan?
„Voorlopig ben ik het nog niet zat, al weet ik niet of ik ooit christen zal worden. Daarvoor is het nog te vroeg. Ik heb ook geen idee wat er daarvoor zou moeten gebeuren. Misschien kan ik geloven als ik een wonder meemaak. Dan moet ik wel zeker weten dat het een wonder is.”