De donkere avondlucht is gevuld met lampionnen. Tijdens een boeddhistisch feest worden deze aangestoken en opgelaten. Hoe verder de lampion reist, hoe meer voorspoed het komende jaar brengen zal, zo is de gedachte.
Je vraagt je af wat er door de mensen heen gaat wanneer hun lampion binnen enkele meters brandend naar beneden stort.
Een paar weken later, net voor zonsondergang, maak ik met mijn zoon een wandeling op een van de bergen die de stad omringen. Een van de weinige plaatsen waar je de benen kunt strekken zonder voortdurend te hoeven letten op voorbij scheurende brommers.
Terwijl ik luister naar alle vragen die uit het kleuterbrein voortkomen, realiseren we ons dat de zon hier veel sneller ondergaat dan we in Nederland gewend waren. Met de snel invallende duisternis wordt het smalle pad een stuk dreigender. Er huist van alles tussen het hoge struikgewas dat het pad omgeeft.
Groene slang
Terwijl de tocht in een verhoogd tempo wordt vervolgd, zorgt de situatie ook voor een mooi gesprek over de goede zorgen van onze hemelse Vader. Juist op momenten waarop wij het pad zelf even niet meer weten. Op dit moment ook in letterlijke zin, want de weg naar onze brommer terugvinden blijkt een stuk moeilijker dan gedacht. Toch leidt Hij ons veilig langs de struiken en kunnen we opgelucht de laatste meters naar de brommer maken.
Daar aangekomen worden we opgewacht door een groene slang, mogelijk een van de gevaarlijkste soorten hier. Bij het zien van onze zaklamp maakt de slang gelukkig plaats en zo kunnen we aan het rijdende deel van onze afdaling beginnen.
Offerschaaltjes
Terwijl we God danken voor deze veilige aftocht, overvalt het me hoe dreigend deze duisternis voelde, die allerlei mogelijke gevaren in zich herbergt. De lampionnen in de lucht en de bosjes wierook en offerschaaltjes langs de weg zijn dan opeens een stuk beter te begrijpen. Het biedt de mensen hier een gevoel van veiligheid en bescherming in de grote, overweldigende schepping, die wij niet in onze hand hebben.
Wij zijn opgegroeid met de wetenschap dat onze God dit alles gemaakt heeft en dat zelfs de grootste stormen moeten bedaren op één wenk van Zijn hand. Hier is deze kennis grotendeels niet. Nog niet. Want het (mosterd)zaadje van Gods Koninkrijk is ook hier gezaaid, het schiet wortel en met enorme groeikracht is het bezig uit de grond op te komen.
Johan is, samen met zijn vrouw Anne en hun kinderen, uitgezonden door een hersteld hervormde gemeente naar Zuidoost-Azië. Zij werken daar voor Wycliffe Bijbelvertalers aan een vertaling van de Bijbel.