Hoewel openstelling van winkels een kwestie van tijd lijkt, staat veel eigenaren het water aan de lippen. Faillissementen lijken onvermijdelijk, vooral in de steden. Komt er ook een kaalslag in dorpen en streekcentra? Daar kent de ondernemer zijn klant. „Die wil dat we blijven bestaan. Je proeft de gunning.”
Magazijnen en distributiecentra van retailers puilen uit met niet-verkochte spullen. Het blijft stil in de winkelstraat, terwijl Bol.com, Zalando en Coolblue bezorgdiensten als PostNL en DHL bijna tot wanhoop drijven.
Niet-essentiële winkels zijn maandenlang gesloten. Dat leidt tot verwarring, onbegrip en soms ook verbijstering. Waarom mag een supermarktketen handdoeken in de uitverkoop doen, terwijl de plaatselijke winkelier tandenknarsend voor de zoveelste keer zijn assortiment afstoft? Waarom is sterkedrank verkrijgbaar, terwijl geestelijk voedsel –in de vorm van boeken– in een donkere etalage moet blijven liggen?
Van internet moeten plaatselijke detailhandelaren het vaak niet hebben. Sommigen hebben zelfs helemaal geen website. Het gevolg? Grote webwinkels nemen een deel van de klandizie over. De steun van de overheid houdt de middenstander wankelend overeind.
De versoepeling van maatregelen, die sinds een paar weken geldt, helpt lang niet altijd. Volledige openstelling heeft de rechter vorige week in kort geding afgewezen. Premier Rutte heeft beloofd vanaf eind maart met verdere versoepelingen te komen. Net op tijd of te laat? Veel deskundigen vrezen dat in de steden een faillissementsgolf wacht. Treft die ook de plaatselijke meubelboer, schoenmaker en boekhandel?
Creatieve ideeën met bezorgen, afleveren en afhalen brengen niet heel veel geld in het laatje, maar helpen wel om de moed erin te houden. Veel hangt af van de klant. Blijft die trouw en hoe groot is de gunfactor? Ligt er een taak voor christenen om hen die de winkel op zondag dichthouden, te helpen?
Drie ondernemers aan het woord over hoop in donkere coronatijden.