Wat doet een jaar corona met een gemiddelde winkelstraat? Op de Nieuwe Burg in hartje Middelburg had de heremodezaak het zwaar, maar draaide de woninginrichter op volle toeren. „Toch zie ik deze straat langzaam kapot gaan.”
Een druilerige vrijdagochtend in Middelburg. In de Nieuwe Burg, een winkelstraat tussen de monumentale Abdijtoren Lange Jan en de Markt, staan enkele winkelpanden leeg. ”Te huur”, meldt een affiche voor het raam. Genekt door de coronacrisis? De resterende ondernemers in de straat doen hun best om het hoofd boven water te houden. Met wisselend succes, blijkt uit een rondgang langs een paar winkels in de Nieuwe Burg.
Robert Bijleveld, eigenaar van Bijleveld Mannenmode, wil wel vertellen hoe hij het voorbije coronajaar heeft ervaren. „Het is natuurlijk een moeilijk jaar geweest”, zegt hij. „Afgelopen zomer hebben we best goed gedraaid. We moesten er alleen wel op letten dat er niet te veel klanten tegelijk binnen waren. We hebben toen het fikse omzetverlies van de periode van maart tot eind juni redelijk kunnen goedmaken.
Maar de tweede lockdown was een klap. „Op Walcheren moeten we het echt hebben van de toeristen. Ze komen het hele jaar door en vinden het leuk om in een historische stad als Middelburg te winkelen. Het najaarsseizoen brak aan en we verheugden ons al op de Kerstvakantie waarin we gewoonlijk heel goed draaien, toen het kabinet op 13 oktober het mes in onze mogelijkheden zette.”
Toeristen
Hij haalt normaal 30 tot 35 procent van zijn omzet uit aankopen door toeristen. „Hier hebben we vakantiegangers gewoon nodig, Maar na de persconferentie van 13 oktober gingen die er halsoverkop vandoor. Er waren op dat moment veel toeristen aan de Zeeuwse kust, het was herfstvakantie. In één klap kelderde de omzet.” Bijleveld heeft zijn reserves moeten aanspreken om te overleven. Toch ziet hij de toekomst van zijn zaak „voorzichtig positief” tegemoet.
De winkel zit al dertig jaar in de Nieuwe Burg nummer 12 en bestaat al sinds 1966. „Op dit moment heb ik niet heel veel zorgen, ik zal het heus allemaal wel overleven. Maar het blijven spannende tijden; de druk loopt verder op en dat doet wel wat met je. Het maakt mij erg onrustig. Ik weet niet of komende zomer iedereen weer normaal zal kunnen winkelen.” Ondertussen zit hij als winkelier wel met zijn inkoopplanning. „Die moet gewoon doorgaan, maar dat wordt lastig als ik niet weet waar ik aan toe bent. Dat geldt niet alleen voor mij. Ik denk dat de helft van de herenmodezaken in ons land op dit moment op een kantelpunt zit van overleven of omvallen.”
Drukker
Decorette Woonatelier, op nummer 33 van de Nieuwe Burg, liep juist als een trein. Ook al was de winkel de laatste tijd alleen op afspraak te bezoeken en sinds half december de niet-essentiële winkels op slot gingen. „Het is bij ons drukker dan vóór corona”, vertelt eigenaresse Manuelle Meijaard. „We worden platgebeld. Ik zou elke dag wel tot negen uur ’s avonds door kunnen gaan.”
Die drukte komt omdat de bouw van woningen gewoon is doorgegaan, coronacrisis of niet, zegt ze. „Wij richten namelijk ook nieuwbouwhuizen compleet in. Maar je ziet ook dat door het verplichte thuiswerken de eigen woning steeds belangrijker wordt. Mensen willen hun huis, dat nu ook kantoor is, mooier en comfortabeler maken. Ze hebben daarnaast steeds vaker akoestische klachten; doordat mensen thuis meer op elkaars lip zitten, gaan ze zich ergeren aan bepaalde geluiden. Ze willen dan bijvoorbeeld andere vloerbedekking of nieuwe gordijnen”
Wel moet de onderneemster veel meer regelen dan voorgaande jaren. „Het kan zomaar gebeuren dat we een afspraak om ergens een trap te bekleden op het allerlaatste moment moeten annuleren omdat de klant belt dat zijn zoontje snotterig is.”
Meijaard ziet dat collega-ondernemers op de Nieuwe Burg het moeilijk hebben. „Ik zie de straat langzaam kapot gaan. Iedereen hier heeft het zwaar, de situatie mag niet te lang meer duren. Bijna niemand krijgt overheidssteun, omdat vaak de partner een baan heeft.” Haar collega’s in de straat zitten in dezelfde situatie als waarin Decorette tijdens de kredietcrisis zat. „Toen zat de hele woningmarkt op slot en verhuisde bijna niemand. Wij hadden toen weinig klandizie.” Meijaard mag dan economisch weinig te lijden hebben onder de coronacrisis, ze zegt wel alle registers te moeten opentrekken. „Ik moet het organisatorisch allemaal aan elkaar knopen. Dat kost een hoop energie.”
Neergestoken
„Het was een heel raar en heftig jaar”, vertelt goudsmid Yves Trimbach, bedrijfsleider van juwelierszaak ’t Gouddoppertje aan de Nieuwe Burg 14. Wie de winkel binnen wil, moet aanbellen. Vermoedelijk niet alleen vanwege corona, aan het verhaal van Trimbach te horen.
In augustus vorig jaar waren hij en een medewerker het slachtoffer van een poging tot overval in de zaak. Het tweetal werd daarbij neergestoken. „De dader is inmiddels veroordeeld, maar ik heb er nog steeds last van”, zegt Trimbach. In het afgelopen jaar is zijn winkel mede gered door het toerisme, aldus de ondernemer. „We hebben geen topjaar gehad, maar ik mag niet klagen. We hadden het best druk. Dat kwam denk ik doordat mensen uit de omgeving niet met vakantie konden, èn door de toeristen en dagjesmensen die toch wel het hele jaar door bleven komen.”
„Het was een bizar jaar”, blikt hij terug. „Niemand wist wat ons te wachten stond. Mijn bedrijf is er redelijk goed uitgekomen. Onze klanten kunnen –ook voor reparaties– op afspraak bij ons terecht of sieraden en juwelen bestellen in onze webshop. Maar eerlijk gezegd houd ik mijn hart vast voor wat de regering in de komende tijd nog allemaal voor ons in petto heeft.”