Het aantal gemeenten met vuurwerkvrije zones groeit gestaag. Voor de een het zoveelste bewijs dat oude tradities verdwijnen, terwijl de ander blij is met een rustige oudejaarsavond. Betekent een pleidooi voor een vuurwerkvrije zone rond de preekstoel ook het verlies van een oude traditie, of juist niet?
De kerkdienst op de laatste avond van het jaar hoort er sinds mensenheugenis bij. Hier blijkt echter dat mensen kort van memorie zijn, want deze dienst is een betrekkelijke nieuwkomer op de kerkelijke agenda. De Dordtse Kerkorde kent hem niet. Volgens de Synode van Dordrecht (1574) moeten gemeenteleden tevreden zijn met de zondag.
Pas in de negentiende eeuw doet de oudejaarsdienst zijn intrede. In het jaar 1817 adviseert de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk haar predikanten om voor die avond een kerkdienst te beleggen. Deze is bedoeld, aldus de synode, om tot ernstig nadenken te stemmen en de weg van God persoonlijk te overdenken.
Slordigheid
Hoewel de gereformeerde vaderen geen behoefte hadden aan een kerkdienst op oudjaar, is deze bij hun nazaten helemaal ingeburgerd; een mooi voorbeeld dat vernieuwingen niet per definitie verkeerd zijn. Uit het synodale schrijven van 1817 blijkt de bezorgdheid van het hervormde kerkbestuur over de achteruitgang van het kerkelijke leven. Men constateert slordigheid in de kerkgang en vooral een verminderde invloed van het geloof op de dagelijkse levenspraktijk. De oudejaarsdienst is een middel om kerkgangers tot bezinning te brengen.
Innerlijke uitholling
Het is een open deur om te stellen dat de afkalving die men destijds constateerde inmiddels breed om zich heen grijpt. Oppervlakkigheid, wereldgelijkvormigheid en het verlies van eeuwigheidsbesef gaan ook de gereformeerde gezindte niet voorbij. Het proces van innerlijke uitholling en geestelijke verschraling is inmiddels pijnlijk zichtbaar.
Daarmee is de synodale aansporing om rond de jaarwisseling kerkdiensten te beleggen nog altijd actueel; de oudejaarsdienst als een moment van inkeer. In de woorden van de synodevaders: bedoeld om gemeenteleden tot ernstig nadenken te stemmen en om de weg van God te overdenken.
Dit vraagt echter wel om bezinning op de oudejaarsdienst. Hij kan namelijk gemakkelijk ontaarden in kerkelijke folklore. Juist omdat deze kerkdienst appelleert aan iets waar mensen ten minste een dag per jaar vatbaar voor zijn: het gevoel dat de tijd vliegt. Ook als het bekende oudejaarslied ”Uren, dagen, maanden, jaren” niet wordt gezongen, verwoordt het wel het verwachtingspatroon van veel kerkgangers. Op oudejaarsavond wil de gemeente een gloedvolle preek, al naar gelang de kerkelijke snit geïllustreerd met voorbeelden uit het voorbije jaar of met een ernstige waarschuwing.
Oudejaarsconference
Het is verleidelijk voor predikanten om op oudejaarsavond een indrukwekkende preek te willen houden, waarin al of niet met zeker vertoon het jaar de revue nog een keer passeert. Juist daarin schuilt het gevaar van folklore: de preek hoort er dan bij, zoals de rest van Nederland zich via de tv vermaakt met de oudejaarsconference van Youp van ’t Hek of Herman Finkers. Zo’n optreden lijkt verdacht veel op een geseculariseerde oudejaarsdienst; een ritueel om afscheid te nemen van het voorbije jaar.
Het is de vraag of de christelijke gemeente op oudejaarsavond gediend is met een gloedvolle preek. Als die vooral appelleert aan het gevoel van ”waar blijft de tijd?”, is ze de volgende dag alweer vergeten.
De kernvraag rond de oudejaarsdienst is of er ruimte is om stil te zijn. Dit punt reikt overigens verder dan de diensten rond de jaarwisseling. De kracht van een gereformeerde eredienst is de sterke nadruk op de Woordverkondiging: een zorgvuldige uitleg van de Schrift, met een toepassing op de hoorders. De achilleshiel van een gereformeerde kerkdienst is echter dat er veel woorden klinken; te veel, wellicht. Hoewel soberheid kenmerkend is voor een gereformeerde liturgie, is het in de kerk vrijwel nooit stil. Een minuut stilte voelt al snel ongemakkelijk.
Voor de oudejaarsdienst is het heilzaam om het advies van de hervormde synode uit 1817 nog eens te overwegen. Dit vraagt om verstilling tijdens de kerkdienst. Noem het een vuurwerkvrije zone rond de preekstoel. In het diepe besef dat de HEERE vooral spreekt in het suizen van een zachte stilte.
Oudejaarsbijlage
Verstilling is overigens meer dan soberheid in woorden. Het betekent evenzeer taal geven aan het stil worden voor Gods aangezicht. Juist in een tijd waarin ook onder orthodoxe christenen het eeuwigheidsbesef afneemt, en daarmee de levensernst, zal de kerkdienst een plaats moeten zijn waar mensen leren stil te zijn. Dit hoort ook bij het werk van de Heilige Geest; stil zijn voor de HEERE is de praktische kant van wedergeboorte en bekering. In de woorden van Psalm 62: Mijn ziel is stil voor God; van Hem is mijn heil.
De preek hoeft het voorbije jaar niet samen te vatten – dat kunnen Elsevier en de oudejaarsbijlage van de krant veel beter. Evenmin hoeft de predikant alle gehouden preken nog eens dunnetjes over te doen. De Woordbediening is bedoeld om de gemeente tot ernstig nadenken te brengen, om de weg van God te overdenken. Er is dus niets mis met een ernstige preek. Integendeel.
Perspectief
Juist de oudejaarsdienst is een goede gelegenheid om te oefenen in stil zijn. Hij mag zelfs een beetje anders zijn dan andere kerkdiensten. Iets meer ruimte voor stilte, bijvoorbeeld. Voor inkeer en bekering.
Nu kleeft er aan ernstig nadenken ook een gevaar. Het kan de hoorder immers ook op zichzelf terugwerpen. Dan wordt het doodse stilte. Daar is niemand mee gediend. Net als alle kerkdiensten is echter ook de oudejaarsdienst bediening van de verzoening. Stil worden voor Gods aangezicht kan niet zonder Hem Die de stilte verbreekt: God Die Zich heeft uitgesproken in Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus. Zijn heil bevrijdt.
Deze dienst van de verzoening tilt de oudejaarspreek uit boven het niveau van een christelijke jaarafsluiting. Hij biedt perspectief voor alle vermoeiden en belasten.
Wie zo Gods heil ervaart, kan alle vuurwerk missen. Buiten én binnen de muren van de kerk.