Gefascineerd en verbaasd volgde sektekenner Durk Hak afgelopen dagen het nieuws over het boerderijmysterie in Ruinerwold. Een vader en zes van zijn kinderen zonderden zich negen jaar af van de omgeving. „Ik kan nauwelijks geloven dat buren niets in de gaten hebben gehad.”
De vader en zes van zijn kinderen zaten negen jaar verscholen in de boerderij in Ruinerwold. Wat zegt dat u?
Godsdienstsocioloog en sektekenner Hak: „Verschrikkelijk als jonge mensen zo moeten leven. Je mag vermoeden dat klusjesman Josef B., die vastzit, en de vader van het gezin lijden aan een mentale stoornis. Een kind mag je niet opsluiten, niet meenemen naar demonstraties. Ik ben blij dat ze nu ergens in alle rust en vrede worden opgevangen. Opmerkelijk is dat de moeder al jaren geleden is overleden. Dat kan grote impact hebben op zo’n gezin.”
Hak deed onder meer onderzoek naar het Efraïm Genootschap van sekteleider Heinrich van Geene. Die groep noemde zich de „bruid van Christus” en hield de Joodse sabbatdag in ere.
Het gezin uit Ruinerwold zou te maken hebben de Moonsekte. Een van de rituelen is dat volgelingen elk halfuur in een cirkel moeten bewegen.
„Ooit trouwden honderden stellen van de Moonsekte op hetzelfde moment. Mensen hebben het recht op hun rituelen. Al gaan ze op hun hoofd staan. Ik vind iets niet zo gauw vreemd. Het is maar net vanuit welk perspectief je de zaken bekijkt. Ik wil bijvoorbeeld klusjesman Josef B. en de vader van het gezin ook niet zomaar misdadigheid verwijten. Ik ben voorzichtig met dat soort woorden. Misschien haalden de gezinsleden wel vreugde uit rituelen, zoals een rondje lopen.”
Ziet u raakvlakken tussen leden van dit gezin uit Ruinerwold en bijvoorbeeld het Efraïm Genootschap?
Hak, die meeschreef aan het boek ”Maar nog is het einde niet”, over eindtijdverwachting: „Dit soort groepen probeert zo geïsoleerd mogelijk te leven. Ze wachten bijvoorbeeld op het einde der tijden. Maar dat hoeft in kringen van de Moonsekte niet per se het geval te zijn. Opvallend in de zaak-Ruinerwold is wel dat de sekte min of meer binnen één gezin zit. Het Efraïm Genootschap haalde zijn volgelingen uit verschillende gezinnen.”
Het lijkt erop dat de 25-jarige gevluchte zoon Jan, die zich in verwarde toestand meldde bij een kroeg in Ruinerwold, het geheime verblijf van het gezin aan het licht heeft gebracht. Hoe taxeert u dat?
„Zo’n vlucht is ingrijpend voor zo’n jongeman. In zo’n groep op de boerderij zal hij sterk afhankelijk zijn geweest van de anderen. Je bent als het ware met handen en voeten gebonden. Je houdt rekening met straf. Maar je kan ook warmte ervaren. Breek je uit zo’n groep, dan verlies je als het ware je existentie.”
De jongeman blijkt afgelopen tijd actief te zijn geweest op sociale media. Verbaast u dat?
„Nee. Stel dat hij banden heeft met de Moonsekte, dan zal hij via internet contact gehad kunnen hebben met andere leden. Voor een deel is de geïsoleerdheid van de jongeman dus relatief.”
De jongeman stelt op internet dat hij thuis persoonlijk onderwijs van zijn ouders kreeg. Hoe beziet u zo’n opmerking?
„Ik hield er van meet af aan rekening mee dat de vader zijn kinderen op een of andere manier tijdsbesteding moet hebben geboden. Op de boerderij in Ruinerwold kun je kinderen niet de hele dag grassprietjes laten tellen of hout laten kappen. Ze moeten wat te doen hebben. Zelf de meest gehoorzame kinderen kun je niet de hele dag op een stoel laten zitten.”
Een broer van de Oostenrijkse verdachte Josef B. zegt dat Josef in vroeger jaren aangaf zich beter dan Jezus te voelen en dat hij hebzuchtig was. Wat leidt u daaruit af?
Hak, redacteur van het tijdschrift Religie en Samenleving: „Die broer trekt die vergelijking niet zomaar. Misschien had Josef B. een grote, dwingende invloed op het gezin in de boerderij, maar dat is slechts een vermoeden.
Ik ben opgegroeid in een Fries dorp en als iemand raar deed, dacht ik: Die heeft een steekje los, die moet naar Franeker. In Franeker kon je geestelijke gezondheidszorg krijgen. Als wetenschapper ben ik voorzichtiger geworden. Ik kom veel dwazen en gekken tegen, althans mensen die als zodanig worden getypeerd. Maar dan moeten we wel bedenken dat we redeneren vanuit ons eigen beperkte perspectief. Zaken liggen soms ingewikkeld. Wat we in het westen vreemd religieus gedoe vinden, wordt in andere delen van de wereld weer anders beleefd. En mensen hebben meer kanten. Zo heb ik begrepen dat Josef B. bekend stond als een zeer vakkundig houtbewerker.”
Wat verbaast u tot op heden het meest aan de affaire in Ruinerwold?
„Ik kan me haast niet voorstellen dat omwonenden op het Drentse platteland, het land van Bartje, niets geweten hebben. Als de schoorsteen rookte van de boerderij zullen ze toch wel eens gedacht hebben: Wie woont daar onder dat dak? Het gezin leefde nota bene negen jaar in afzondering, dus niet maar een paar maanden. Mogelijk hebben omstanders en bijvoorbeeld ook de politie weggekeken. Ik vermoed dat mensen steken hebben laten vallen.
Al kan ik me ook voorstellen dat het niet opkomt in het hoofd van bijvoorbeeld een politieman dat iemand een compleet gezin afschermt voor de buitenwacht. En als een burger de politie had gebeld met de mededeling dat zich in de boerderij al jarenlang een sekte schuilhoudt, had die melder misschien te horen gekregen: Ga toch fietsen.”
Je vraagt je af hoe zo’n gezin negen jaar lang uit het zicht kan blijven van bijvoorbeeld gemeentelijke controleurs.
„Nederland kent op allerlei gebied uitgebreide regelgeving. Maar ik zeg wel eens tegen mijn kinderen: Hoe meer regels en hoe meer bureaucratie, hoe makkelijker je daar doorheen kan fietsen. Want een veelvoud aan voorschriften valt niet te handhaven.”
Er zouden camera’s rond de boerderij hangen. Wat zegt dat u?
„Mensen die afgschermd willen leven, dulden natuurlijk geen pottenkijkers. Toen ik onlangs in de Amerikaanse stad Los Angeles voorbij een pand van de Scientologykerk liep, zag ik ook overal camera’s hangen.”