Uitslag referendum toont dubbelhartigheid burgers
Op sociale media circuleert momenteel een cartoon die goed weergeeft hoe dubbel de samenleving in elkaar zit.
Zegt het ene poppetje tegen het andere: „Ik heb tegen de sleepwet gestemd.”
Zegt het andere poppetje: „Ja, ik zag het op Facebook.”
Een spotprent is bedoeld om moeilijke zaken te versimpelen en zo inzichtelijk te maken. Bij dat versimpelen gaan nogal eens belangrijke details verloren. Dat is ook in dit geval zo.
Toch kun je, twee dagen na de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum over een nieuwe inlichtingenwet, niet anders concluderen dan dat de Nederlandse samenleving niet alleen steeds gefragmenteerder is geworden maar ook dubbelhartiger. Miljoenen mensen hebben er geen enkel bezwaar tegen om hun gegevens bij supermarkt of tankstation af te geven voor een paar extra punten of zegeltjes bij een spaarprogramma. Evenmin schuwen het om hun persoonsgegevens toe te vertrouwen aan een organisatie als bijvoorbeeld Facebook. En dat terwijl allang duidelijk was hoe gemakkelijk persoonlijke gegevens aan derden worden doorgegeven.
Intussen stemt, ondanks dit alles, een nipte meerderheid van de Nederlanders in het referendum dat woensdag werd gehouden tegen een nieuwe inlichtingenwet. De wet betekent voor een meerderheid van de kiezers blijkbaar een te grote inbreuk op hun privacy. Je weet immers maar nooit wat de overheid met al die verzamelde gegevens doet.
Een nogal wonderlijke redenering. In het geval van de nieuwe inlichtingenwet dient het belang van die inbreuk op de privacy de veiligheid. En niet, zoals bij de supermarkt, je portemonnee. Of zoals bij Facebook de privé-etalage op internet waarin je een zo positief mogelijk beeld van jezelf aan vrienden kunt tonen.
Zo bezien, laat de voorspelde uitslag van het referendum pijnlijk zien dat een groot deel van de bevolking blijkbaar meer vertrouwen heeft in commerciële partijen dan in de overheid. Voor hen is het minder erg dat Facebook en Google meer zaken van ons weten dan de overheid. De eerste partij heeft echter maar één doel en dat is winst maken. De overheid daarentegen wil de samenleving beschermen tegen het gevaar van bijvoorbeeld terroristische aanslagen.
Natuurlijk is daarmee niet gezegd dat de inlichtingenwet niet voor verbeteringen in aanmerking komt. En natuurlijk moeten er maximale zekerheden ingebouwd worden zodat dat de verzamelde informatie niet in verkeerde handen kan komen. Maar de conclusie kan niet anders zijn dan dat burger nogal eens met twee maten meet. En dat heeft veel meer te maken met een dubbelhartige burger dan met een onbetrouwbare overheid.
Wat de overheid overigens niet van de opdracht ontslaat alles in het werk te stellen dat vertrouwen terug te winnen.