Floris V en Drees sneuvelen in herijkte canon
De Nederlandse geschiedenis begint voortaan bij een ‘gewone’ vrouw: Trijntje, een jager-verzamelaar uit de steentijd. Haar skelet werd in 1997 bij Hardinxveld-Giessendam opgegraven.
Trijntje valt de eer te beurt om de herziene Canon van Nederland aan te voeren die maandagmorgen is gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in het Openluchtmuseum in Arnhem. Het bijbehorende rapport ”Open vensters voor onze tijd” werd overhandigd aan minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een commissie onder voorzitterschap van historicus prof. dr. James Kennedy, kreeg in juli 2019 de opdracht van de minister om de Canon van Nederland te herijken. Deze canon werd in 2006 ontwikkeld door de commissie-Van Oostrom. Aan de hand van vijftig thema’s (”vensters”) werd de Nederlandse geschiedenis inzichtelijk gemaakt voor het onderwijs, met name voor de hoogste klassen van het basisonderwijs en de onderbouw van het voorgezet onderwijs en voor inburgering van nieuwkomers.
„Wikkend en wegend” is de commissie gekomen tot een nieuwe selectie, met bijbehorende nieuwe chronologische slingerlijn.
De nieuwkomers zijn: Trijntje (een jager-verzamelaar uit de middensteentijd van wie in 1997 het skelet werd opgegraven), Jeroen Bosch, Maria van Bourgondië, Johan van Oldenbarnevelt, Sara Burgerhart, Anton de Kom, Marga Klompé, De gastarbeiders, Kolen en gas en Het Oranjegevoel, een venster over de Nederlandse sportgeschiedenis.
Tien vensters keren niet terug in de herijkte canon. Het gaat om Floris V, Karel V, De Republiek, Grachtengordel, Buitenhuizen, De Stijl, Willem Drees, Crisisjaren, Veelkleurig Nederland en De gasbel. In een enkel geval is de titel (en soms ook de invalshoek) aangepast. De Beeldenstorm werd De Opstand, De VOC werd VOC en WIC, Verzet tegen kinderarbeid werd Het Kinderwetje van Van Houten, Suriname en de Nederlandse Antillen werd Het Caribisch gebied.
De keus voor Trijntje is typerend voor de nieuwe koers die is uitgezet: meer aandacht voor vrouwen en voor ‘gewone’ mensen. Een beetje jammer is wel dat ze –zij het op het randje– in Holland leefde, want in de nieuwe canon krijgt de wereld buiten de huidige Randstad óók wat meer aandacht.
De commissie-Kennedy heeft bij de herziening gekozen voor „evolutie” en niet voor „revolutie”, zo blijkt uit het rapport. „Het onderwijskundig en maatschappelijk functioneren van de ”Canon van Nederland” is gebaat bij een geleidelijke ontwikkeling”, aldus de commissie. „Een van de belangrijkste redenen om de canon indertijd samen te stellen was immers gelegen in de constatering dat het collectieve geheugen van onze samenleving wat achterstallig onderhoud vertoonde. En dat samenlevingsgeheugen is gebaat bij langere lijnen en een bepaalde mate van continuïteit. Diezelfde principes gelden nog sterker voor het onderwijs: ook de leerlingen van nu zijn straks als volwassenen gebaat bij een gedeelde ervaring van en kennis over de vijftig stapstenen in de rivier van de Nederlandse geschiedenis.” Er is daarom voor gekozen om in de canon niet meer dan tien van de vijftig ”vensters” te vervangen.
De nieuwe canon wil aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij. „Een canon is dienstbaar aan de huidige samenleving, zonder er overigens de knecht van te mogen worden”, aldus de commissie. „We vinden het belangrijk om een Canon van Nederland te hebben waarin veel verschillende mensen en groepen zich kunnen herkennen, die ruimte biedt aan verschillende interpretaties van de geschiedenis en oog heeft voor de samenstelling van de huidige maatschappij.”
Om die reden is er bijvoorbeeld voor gekozen om Anton de Kom als venster op te nemen. De Kom was een Surinaamse antikoloniale schrijver, activist en verzetsheld. In 1934 publiceerde hij zijn boek ”Wij slaven van Suriname”, een aanklacht tegen racisme, uitbuiting en koloniale overheersing. „Nog steeds wordt zijn boek veel gelezen, omdat het de koloniale machtsstructuren inzichtelijk maakt voor een groot publiek”, aldus de tekst bij dit venster.
Bij Michiel de Ruyter wordt om die reden nu een kanttekening geplaatst. „Hoewel De Ruyter nog altijd als bekendste admiraal in de Nederlandse geschiedenis geldt, staat zijn zeemanscarrière ook ter discussie. Er wordt dan gewezen op zijn rol in de verovering van de handelsforten aan de Afrikaanse westkust, waarmee Nederland zijn positie in de slavenhandel kon behouden.”
Overigens vindt de commissie-Kennedy niet dat het nodig was om in de herijkte canon extra aandacht te vragen voor de schaduwkanten van het verleden. „Onze taxatie is dat de canon van Nederland al behoorlijk evenwichtig was in het agenderen van zogenoemde ”zwarte bladzijden” met aparte vensters voor slavernij, Max Havelaar, Anne Frank, Indonesië en Srebrenica, terwijl er ook in de teksten van andere vensters werd stilgestaan bij de minder florissante verhalen die te vertellen zijn rond bijvoorbeeld de VOC, kinderarbeid en de Eerste en Tweede Wereldoorlog.”
De commissie beseft dat de gemaakte keuzes discussie zullen oproepen en dat sommige mensen teleurgesteld zullen zijn. „Door onze prioritering is er bijvoorbeeld minder aandacht voor de architectuur in Nederland, terwijl die van groot belang is geweest voor de Nederlandse geschiedenis. Er is in de commissie ook besproken of we niet meer met het thema natuur zouden moeten doen, dat nu alleen in vensters als Trijntje en Watersnood en de hoofdlijn ”Kwetsbare delta” naar voren komt. De commissie heeft ook geworsteld met de wijze waarop verschillende seksuele geaardheden historisch behandeld zouden kunnen worden, zoals verwijzingen naar homoseksualiteit. De commissie heeft er nu voor gekozen deze te benoemen in de vensters van de Grondwet en Annie M.G. Schmidt. En het is onze commissie niet gelukt om muziek als vormend element in de samenleving een plek te geven in de herijkte canon.”
Zo zijn er tal van thema’s te bedenken die gemist zullen worden in het herijkte palet, stelt de commissie. „Evenredigheid op ieder front is binnen het huidige canonconcept onhaalbaar. De beperking tot vijftig vensters laat veel te verlangen over. Anders gezegd: wie in de canon niets mist, mist iets.”
Daarom onderstreept de commissie dat de Canon van Nederland „niet het alleenrecht heeft om te bepalen wat belangrijk is in de Nederlandse geschiedenis en wat niet. Veel belangrijke thema’s komen er simpelweg niet in voor. Desondanks heeft de commissie vertrouwen in de eigen afgewogen keuzes en menen wij dat deze Canon voor onze tijd een mooi en evenwichtig beeld geeft van het Nederlandse verleden.” En daarbij: „Elke canon zal tijdgebonden zijn – over pakweg tien jaar zal een volgende canoncommissie ongetwijfeld weer haar eigen aanpassingen voorstellen, en dat is ook niet erg.”
Van alle vensters is ook de inhoud en de verwoording van de bijbehorende teksten tegen het licht gehouden. Waar dat mogelijk was is er voor gekozen om internationale verbanden te leggen en „wat meer de blik naar buiten te richten: welke vergelijkbare ontwikkelingen zijn er tegelijkertijd aan te wijzen in andere landen of werelddelen?” Het vernieuwde venster over Willibrord bijvoorbeeld wordt nu meer in verband gebracht met de kerstening van Europa.
Ook de gewone man of vrouw komt meer in beeld. ”In veel vensterteksten hebben we gewone mensen nadrukkelijk of meer terloops over het voetlicht gebracht. Armen, reizigers en bedevaartgangers bij Jeroen Bosch, Afrikaanse zeelui bij Rembrandt, fabriekskinderen in het Kinderwetje van Van Houten, de gastarbeiders, of het venster Kolen en gas, waarin mijnwerkers het icoon vormen.”
Meer aandacht is er verder voor de regio’s buiten de Randstad. Zo is het oude venster De gasbel getransformeerd in Kolen en gas, waardoor ook Limburg nadrukkelijker in beeld kon komen en de (oorspronkelijke) Friezen komen prominenter naar voren in het venster over de Romeinse Limes.
Waar nodig zijn actuele ontwikkelingen meegenomen. Bij het venster ”Statenvertaling” wordt verwezen naar de Herziene Statenvertaling die inmiddels in gebruik is.
Een laatste punt waarop de herziene canon afwijkt van de oude betreft de hoofdlijnen. De commissie-Van Oostrom had 14 van zulke hoofdlijnen bedacht: rode draden door de geschiedenis van Nederland die de dwarsverbanden tussen de vensters lieten zien en samenhang in de canon aanbrachten. „Een tamelijk onbekend en ondergewaardeerd aspect van de eerste canon”, aldus de commissie-Kennedy. Er is daarom voor gekozen het principe van de hoofdlijnen te handhaven, zij het dat het aantal is gehalveerd en dat ze op een andere manier zijn ingevuld. Het gaat om „belangrijke thema’s in de geschiedenis van onze samenleving, die kunnen fungeren als verbindingslijnen tussen de canonvensters van de prehistorie tot aan onze tijd.” Voorbeelden van zulke hoofdlijnen zijn: ”Leven in een kwetsbare delta – Nederland waterland”, ”Wat geeft betekenis? – zingeving en levensbeschouwing” en ”Knooppunt van verbindingen – wereldeconomie”. Aan deze hoofdlijnen kunnen verschillende vensters worden gekoppeld.
De vernieuwde canon is vanaf heden te vinden op de website canonvannederland.nl. Deze vervangt de website entoen.nu. De afgevallen vensters zullen nog twee jaar zijn te vinden op de nieuwe website. Er is nog geen besluit genomen over de vraag of de teksten bij deze vensters worden geactualiseerd.
In het Nederlands Openluchtmuseum is vanaf dinsdag 22 juni een wisseltentoonstelling over het werk van de commissie-Kennedy te zien.
De commissie stelt voor om de canon voortaan elke tien jaar te herzien. „Dat lijkt ons een gepaste periode die lang genoeg is om een bepaalde vastigheid van de canon te garanderen en tegelijkertijd kort genoeg om de canon voor opzichtige veroudering te behoeden.”
In de herzieningscommissie zitten behalve voorzitter prof. dr. James Kennedy de schrijver Abdelkader Benali, historicus dr. K.J. Fatah-Black, Kayleigh Goudsmit van het NIOD, Marjan de Groot-Reuvekamp, docentvakdidactiek geschiedenis bij de Pabo, Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis en Hubert Slings, lid van de wetenschappelijke staf van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.