Nieuwe canon is slechts een beetje anders
Tien van de vijftig vensters in de Canon van Nederland zijn vervangen. Revolutionair is het allemaal niet, vindt Ton van der Schans, voorzitter van de Vereniging van Geschiedenisleraren in Nederland (VGN). „Er zitten wat modieuze oprispingen in, maar veel stelt het niet voor. Het christelijk onderwijs hoeft er niet van wakker te liggen.”
Na de presentatie van de vorige canon, in 2006, kwamen Van der Schans en enkele collega’s met een christelijke canon als alternatief. Een van de medewerkers op de achtergrond was James Kennedy, nu voorzitter van de Commissie Herijking Canon van Nederland die haar werk maandag presenteerde.
De alternatieve canon –en er waren er nog veel meer– paste in het heftige debat van destijds, zegt Van der Schans. Dat is nu niet te verwachten. „Zo ingrijpend zijn de veranderingen niet.”
Vrouwen
Bij de tien nieuwe vensters zijn er vier waarin een vrouw een centrale plaats krijgt. „Dat was opdracht van de minister”, zegt Van der Schans laconiek. „Soms is het een beetje gezocht. De achttiende-eeuwse burgerlijkheid kun je aan de orde stellen aan de hand van een man. Maar dat doen ze nu met Sara Burgerhart. Dat is een cosmetische kniebuiging voor wensen uit de politiek. De Habsburgers worden nog steeds behandeld, maar nu niet meer met Karel V, maar met Maria van Bourgondië. Klompé krijgt aandacht als eerste vrouwelijke minister; ach ja, het is slechts een kapstok voor een hele periode, waarbij onder meer de verzorgingsstaat aan de orde komt.”
„Heel aardig” vindt Van der Schans, zelf geschiedenisdocent aan Driestar hogeschool in Gouda, het dat de canon opent met Trijntje, het veenlijk uit Hardinxveld-Giessendam: „Wij beginnen onze geschiedenismethode voor het reformatorisch onderwijs ook met haar.”
De canon moest minder Hollandocentrisch zijn, maar dat is slechts ten dele gelukt. „Logisch. Het meeste gebeurde nu eenmaal in de Randstad.”
De herziening van de canon is met veel tamtam aangekondigd, maar Van Oostrum, de voorzitter van de commissie die de canon in 2006 ontwikkelde, kan tevreden zijn: het grootste deel van zijn bouwwerk staat nog overeind, constateert de pabodocent. De kwetsbaarheid van de Nederlandse delta had volgens Van der Schans wat meer aandacht mogen krijgen.
Religie
De herijkingscommissie zegt meer aandacht aan religie besteed te hebben. „Dat zie ik in de keuze van de vensters niet terug. Misschien in de begeleidende teksten; die moet ik nog lezen.”
De canon is niet meer dan een hulpmiddel, beklemtoont de Bodegraafse docent. „In het voortgezet onderwijs heeft hij nauwelijks invloed, want de meeste van de genoemde onderwerpen werden daar allang behandeld. In het basisonderwijs speelt de canon juist een grote rol. Dat komt doordat het geschiedenisonderwijs daar te weinig aandacht krijgt. Het aantal uren per jaar voor dit vak is teruggelopen van 80 tot 25 á 40. Voor de onderwerpkeuze is de canon daardoor behoorlijk sturend geworden, doordat hij er vaak als methode wordt gebruikt. De beste methode is echter nog steeds de leraar.”
Beeldenstorm
De Surinaamse schrijver Anton de Kom is nieuw in de canon. „Slavernij en Suriname zat er al in; dit is een beetje extra”, zegt Van der Schans. „Een tegemoetkoming aan het maatschappelijk debat.”
Dat debat volgt Van der Schans met gemengde gevoelens. „Neem nu de huidige beeldenstorm. Je hoort de stoerste woorden over het racisme van vroeger, maar we zijn aan het doorslaan. Datzelfde geldt voor de discussie over misdrijven die de Nederlanders in Indië hebben begaan. Het evenwicht is zoek. Intussen zegt niemand: Breek de pyramides in Egypte af vanwege de vele arbeiders die na de bouw vermoord werden. In Rome worden ook nog geen pogingen ondernomen het Colossseum af te breken vanwege de vele mensen, onder wie christenen, die hier gedood zijn. En niemand haalt het beeld van Erasmus omver of vraagt om een andere naam voor de Erasmusbrug in Rotterdam, terwijl Erasmus antisemitisch was. De verontwaardiging van de moderne mens is selectief. We moeten ons niet boven het verleden verheffen.”