Bijna een jaar had de Commissie Herijking Canon van Nederland nodig om de geschiedeniscanon uit 2006 te herzien. „Het was een uitdagende puzzel”, blikt commissievoorzitter prof. dr. James Kennedy terug. „We hebben naar een nieuwe balans gezocht.”
Als het aan James Kennedy ligt, kan de maandagochtend gepresenteerde herijkte ”Canon van Nederland” met vijftig ”vensters” op historische personen en gebeurtenissen de komende tien jaar weer mee.
Waarom was het nodig om de Canon van Nederland te herijken?
„Historische inzichten veranderen met de tijd, die blijven niet oneindig hetzelfde. De kennis over bepaalde onderwerpen neemt ook toe, en daar moet je iets mee. Daarnaast zijn er ontwikkelingen in de samenleving die een herijking nodig maken. We vinden nu andere dingen belangrijk dan vijftien jaar geleden. Daarom is het goed om de canon van tijd tot tijd tegen het licht te houden en je af te vragen of die nog de beste vorm en inhoud heeft.”
Over maatschappelijke ontwikkelingen gesproken. Het racismedebat staat momenteel op scherp. Heeft dat een rol gespeeld bij de herijking?
„Ja en nee. De fundamentele keuzes voor deze canon zijn al bijna een half jaar geleden gemaakt. Op de actualiteit van de laatste weken hebben we dus niet kunnen inspelen. Maar dat is ook niet de manier waarop we hebben gewerkt. Het was niet zo dat we elke dag de krant erbij pakten om te zien hoe we de canon moesten vormgeven. Wij probeerden ontwikkelingen van iets meer afstand te bekijken, los van de waan van de dag. Maar de discussie over ons slavernijverleden speelt natuurlijk al wel langer. In de wetenschap is er ook meer helderheid gekomen over de vraag hoe belangrijk de slavernij is geweest voor de Nederlandse economie. Vandaar dat we bijvoorbeeld het nieuwe venster over de Surinaamse schrijver Anton de Kom (1898-1945) hebben toegevoegd. De Kom keerde zich tegen racisme en kolonialisme.”
De spanningen lopen momenteel hoog op. Is het dan wel verstandig om in de canon een term als ”witte Nederlanders” in plaats van ”blanke Nederlanders” te gebruiken?
„We hebben termen gehanteerd die doorgaans door wetenschappers worden gebruikt. Natuurlijk heeft zo’n term een bepaalde lading, en dat laat zien hoe moeilijk het is om louter neutrale typeringen te gebruiken. Het is nu eenmaal niet mogelijk om een canon te maken waarmee iedereen het op alle punten eens is. Maar we hebben echt gestreefd naar verantwoord taalgebruik.”
U schrijft in het rapport bij de canon dat er ook meer aandacht voor religie is. Waaruit blijkt dat?
„Ook hier gaat het om kleine accentverschuivingen. Religie blijft een factor van betekenis in de Nederlandse geschiedenis, daar hebben we oog voor willen hebben. In het nieuwe venster over de kunstenaar Jeroen Bosch gaat het bijvoorbeeld over de vraag hoe er in zijn tijd werd gedacht over de hel en de hemel. En in het venster over hertogin Maria van Bourgondië komt onder meer het getijdenboek aan de orde dat zij gebruikte bij haar dagelijkse toewijding aan God. Soms wordt ook verwezen naar de religieuze afkomst van een persoon, bijvoorbeeld bij de politica Marga Klompé. In het venster over de gastarbeiders wordt verwezen naar het debat dat is ontstaan over de plaats van de islam in de Nederlandse samenleving. We hebben religie niet geaccentueerd, het gaat om een bescheiden toevoeging aan wat er al was.”
Geschiedenis staat of valt met interpretatie. Blijft daar ruimte voor?
„Absoluut. We willen beslist niet zeggen: dit is dé canon, een onwrikbaar stuk dat je maar tot je moet nemen. Dat is nooit de bedoeling geweest. De vensters zijn bedoeld als illustratie bij de kerndoelen die in het onderwijs gelden. Docenten hebben altijd de vrijheid gehad om zelf te bepalen hoe ze de canon willen gebruiken en welke accenten ze daarbij willen leggen. Wat ons betreft is dat een goede benadering.”
Geschiedenis is een discussie zonder eind…
„Ik wil graag beklemtonen dat we als commissie hebben geprobeerd om in veel vensters, zo niet in alle, meerstemmigheid een plek te geven. We laten zien dat er vaak verschillende manieren zijn om tegen een kwestie aan te kijken, dat er niet maar één antwoord mogelijk is. Wij bepalen niet wat mensen moeten vinden van de personen of gebeurtenissen die in de vensters worden beschreven. Dat hebben we ook wel teruggekregen van mensen die met ons meelazen. Ze vonden de vensterteksten afgewogen, met ruimte voor verschillende perspectieven. We willen graag de discussie aanmoedigen.”
Hoe belangrijk is het om als land een gemeenschappelijk geheugen te hebben?
„De overdracht van historische kennis in het onderwijs is er de laatste jaren niet echt beter op geworden. Met de canon hopen we leerlingen toch enige historische kennis bij te brengen, zodat ze ten minste iets weten van de samenleving waarvan ze deel uitmaken. Voor de samenleving als geheel is het ook goed dat er een zekere historische kennis aanwezig is. Mensen kunnen dan op een geïnformeerde manier met elkaar in gesprek gaan, op basis van een gedeeld verleden, en daardoor ook goede beslissingen nemen voor vandaag. In een maatschappelijk debat over bijvoorbeeld racisme kan dat zijn waarde hebben.”
Niet gespeurd naar zwarte bladzijden
De commissie-Kennedy vond het niet nodig om in de herijkte canon extra aandacht te vragen voor de schaduwkanten van het verleden. „Onze taxatie is dat de canon van Nederland al behoorlijk evenwichtig was in het agenderen van zogenoemde ”zwarte bladzijden” met aparte vensters voor slavernij, Max Havelaar, Anne Frank, Indonesië en Srebrenica, terwijl er ook in de teksten van andere vensters werd stilgestaan bij de minder florissante verhalen die te vertellen zijn rond bijvoorbeeld de VOC, kinderarbeid en de Eerste en Tweede Wereldoorlog.”
Belangrijker dan het opzoeken van schaduwkanten vindt de commissie het streven naar „voldoende zicht op meerstemmigheid.” Daarmee kan inzichtelijk worden gemaakt hoe complex het verleden is en kunnen binnen de vensters verschillende perspectieven op een persoon of kwestie worden belicht. „Vrijwel alle vensters kunnen op die manier tot bezinning en discussie leiden.”