GeschiedenisTweede Wereldoorlog
Evacués overleefden in het Openluchtmuseum

Zeshonderd Arnhemmers vonden tijdens de laatste oorlogswinter onderdak in het in 1918 geopende Openluchtmuseum. Onder primitieve omstandigheden. Ze spoelden de was in de vijver; een bedstede was biechtstoel.

L. Vogelaar
Met 37 lichtprojecties vertelt het Openluchtmuseum over de tijdelijke bewoning door evacués in de laatste oorlogswinter. beeld RD
Met 37 lichtprojecties vertelt het Openluchtmuseum over de tijdelijke bewoning door evacués in de laatste oorlogswinter. beeld RD

Het museum vertelt het verhaal van de tijdelijke bewoners tijdens een ”lichtwandeling”. Al bij de ingang staan bezoekers oog in oog met de oorlog: Operatie Market Garden staat met grote lichtbeelden geprojecteerd op het entreegebouw, met bijbehorende geluiden. Vliegtuigen komen over, parachutisten dalen neer.

Vanwege de Slag om Arnhem moesten de inwoners van de Gelderse hoofdstad in september 1944 huis en haard verlaten. Eerst werd de binnenstad ontruimd, daarna de buitenwijken. Bewoners van de wijken Alteveer en Geitenkamp vonden een manier om zo dicht mogelijk bij hun huis te blijven: ze betrokken de gebouwen van het Nederlands Openluchtmuseum, dat in 1918 was geopend op landgoed De Waterberg. Interimdirecteur dr. Glazema wilde er maximaal 200 mensen toelaten, maar de Arnhemmers braken de personeelsingang open of klommen over de hekken. Ze sliepen in de boerderijen en de huisjes of in een blokhut van boomstammetjes. Een onbewoonbaar verklaarde woning bleek twintig mensen te kunnen herbergen: drie gezinnen op de deel, twee in de kamer en een in de melkkelder.

Mevrouw Glazema achter haar typmachine. De museumbewoners waren niet veilig voor de Duitsers. beeld RD

Er zaten mensen in de molen en zelfs achter de planken ónder de molen. De laatste evacués kregen onderdak in de drie tentoonstellingsgebouwen, op de plaats van het huidige entreegebouw. De collectie was in allerijl in veiligheid gebracht.

Blijde gezichten

Met lampjes is nu een route door het museum uitgestippeld. Op tientallen gebouwen zijn lichtbeelden geprojecteerd. Daar worden de belevenissen van Jacob –een fictieve tienjarige jongen– verteld of klinkt een fragment uit het dagboek van de vrouw van de museumdirecteur. Een deel van de informatie is verzameld tijdens reünies van oud-museumbewoners in 1984 en 1994.

Lichtprojectie op de broodbakkerij. beeld RD

Op de gevel van een boerderijtje zijn blijde gezichten te zien: de bevrijders werden verwelkomd. Arnhem bleek echter een brug te ver; het noorden van Nederland moest nog zeveneneenhalve maand op de vrijheid wachten.

Intussen probeerden de evacués in het Openluchtmuseum te overleven. De vrouwen spoelden de was in de grote vijver, ook al zwom de museumdirecteur daar elke morgen spiernaakt rond. Mannen hakten hout. De kinderen speelden met elkaar. Daar hadden ze alle tijd voor, want naar school hoefden ze niet. Er waren zowel protestantse als rooms-katholieke kerkdiensten, eerst in de open lucht, later in een boerderij. Een bedstede deed dienst als biechtstoel.

Vliegtuigen, angstige gezichten… beeld RD

De ouders van Noud Lubbers ontmoetten elkaar toen ze in het museum geëvacueerd waren. Na de oorlog zijn ze getrouwd. De rest van hun leven hadden ze gratis toegang tot het terrein. Hun zoon geeft er rondleidingen en vertelt dan graag dat hij een kind van het museum is.

Leeggeroofd

Het museum was een levendig dorp aan de rand van een spookstad waar niemand meer woonde. Een Ausweis –vrijstellingsbewijs– zorgde ervoor dat de museumbewoners de stad in konden om eten uit de winkels te halen. Stiekem maakten ze daar foto’s van Duitsers die de huizen leegroofden.

Toiletten had het museum te weinig, dus er werden latrines gegraven. Op een plek in het bos was water te halen. Dokter Nieveen leidde de openluchtbijeenkomsten waar de dorpsaangelegenheden geregeld werden. Mededelingen werden verspreid via plakkaten aan de bomen.

Een zeventienjarige jongen kwam om toen een granaat insloeg op het museumterrein. Hij werd begraven in een hoek van de kruidentuin. Naast hem kreeg de 43-jarige boekhandelaar een graf die tijdens een razzia werd neergeschoten.

Bij de broodbakkerij klinkt het verhaal van de ziekenzaal die hier tijdens de laatste oorlogswinter was gevestigd. Een apotheek was er ook, en op het plafond zijn nog steeds namen van medicijnen te lezen.

Er werden kinderen geboren en een van hen kreeg de namen Nora Olga Marijke. De voorletters verwezen naar de afkorting van het Nederlandse Openluchtmuseum.

Wandeling ”Uitgelicht” kan tot 3 november worden gemaakt, vanaf een half uur na zonsondergang. De vierde druk van het boekje ”Gesloten wegens bewoning” is te koop.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer