Politiek

Kamerlid vanachter de eettafel

Kamerleden zijn meer online dan ooit tevoren. Noodgedwongen werken ook zij vanuit huis. De agenda van het parlement is schoongeveegd; slechts een enkel debat gaat door. Hoe vergaat het de parlementariërs?

Coen Hermenet en Addy de Jong
8 April 2020 17:47Gewijzigd op 16 November 2020 18:51
Kees van der Staaij. beeld RD, Henk Visscher
Kees van der Staaij. beeld RD, Henk Visscher

Naam: Kees van der Staaij (51)

Politieke partij: SGP (drie zetels)

Woonplaats: Benthuizen

„De coronapandemie zet mijn agenda al wekenlang op zijn kop. Normaal gesproken was ik een tijdje terug bijvoorbeeld bezig geweest me voor te bereiden op de SGP-Jongerendag. Maar die ging niet door. En dat geldt in deze weken voor zo veel dingen. Lezingen, werkbezoeken, allemaal geschrapt.

Voor mij is nu elke dag een coronadag. Ik voel me als Kamerlid zeer betrokken en medeverantwoordelijk voor het beleid. Zodoende ben ik de hele dag, vanaf mijn zolderkamertje in Benthuizen –dat sinds wij dit huis gekocht hebben nooit zo vaak gebruikt is als nu– aan het appen, mailen en bellen.

En het gekke is dat, hoewel er veel activiteiten zijn wegvallen, het leven aanvoelt als drukker dan anders. Ben ik bijvoorbeeld, op zaterdagavond nota bene, toch weer aan het bellen met de beroepsgroep van verplegenden en verzorgenden. Als volkvertegenwoordiger wil je in deze crisis nu eenmaal optimaal geïnformeerd zijn. En als je alle kranten gelezen hebt, denk je: toch nog even die of die bellen hoe de situatie nu is in de thuiszorg. Of in de palliatieve zorg.

Daarnaast gaan ook op andere beleidsterreinen de werkzaamheden van de Kamer zo veel als mogelijk is door. Zo hadden we pas een digitale procedurevergadering van de Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Om vast te stellen met welke wetsvoorstellen we door willen en welke we even in de pauzestand zetten.

Ik merk dat het voor mij in deze crisistijd moeilijker is me te ontspannen, om even rustig naar muziek te luisteren of zo. Wel probeer ik dagelijks –en dat is heerlijk– tussen de middag, een ommetje te maken met mijn vrouw.

„Bijna de hele dag ben ik aan het appen, mailen en bellen”

Ook dan voeren wij trouwens veel coronagesprekken. Marlies is namelijk betrokken bij een vrijwilligersorganisatie die zorg verleent aan mensen in de terminale of palliatieve fase in Benthuizen en bij de medische advieslijn van de NPV, en zodoende ook veel bezig met Covid-19.

Als gezin zit je in deze quarantainetijd dichter op elkaar. Je hebt daardoor meer contactmomenten. En op een bepaalde manier geeft deze tijd dus ook wel extra gezelligheid. Zo ben ik onze dochter van zestien nu de edele kunst van het schaken aan het bijbrengen. Leuk!

In Den Haag kom ik momenteel maar één dag in de week. Wel hebben we elke morgen via onze iPads een overleg: de drie SGP-Kamerleden en alle medewerkers. Dat overleg sluiten we steeds af met iets bezinnends: een gebed van Kohlbrugge, een gedicht van Nijhoff of wat dan ook.

Het is, vind ik, belangrijk ons in deze dagen niet alleen op het beleid te richten, maar ook op wat deze crisis ons geestelijk te zeggen heeft. Ook van dat laatste probeer ik iets te laten doorklinken in de bijdragen van de SGP aan Kamerdebatten over corona. Door bijvoorbeeld iets te citeren uit het Wilhelmus. Of door een verwijzing naar de Matthäus Passion.”

2020-04-08-katWO2-evavanesch-2-FC_web.jpg
Eva van Esch. beeld RD, Henk Visscher

Naam: Eva van Esch (33)

Politieke partij: PvdD (vier zetels)

Woonplaats: Utrecht

„In de afgelopen weken heb ik bijna overal in huis al wel gezeten. We wonen klein maar fijn in Utrecht. Boven hebben we twee slaapkamers, maar er is geen extra werkkamer. Ik zit nu lekker aan de eettafel met m’n iPad, maar het verschilt wel wat ik doe. Als er een debat aan staat, ga ik vaak op de bank voor de televisie zitten. Met wat langere conferencecalls ga ik, als de kinderen wakker zijn, vaak boven op hun slaapkamer zitten. Daar staat zo’n lekkere voedingsstoel. Af en toe zit ik in onze eigen slaapkamer op bed, omdat dat dan de rustigste plek is op dat moment.

Normaal gesproken heb ik bijna vier dagen in de week de tijd om naar Den Haag te gaan en daar al mijn dingen te doen; ik kan dan 100 procent op mijn werk focussen. Ik heb een tweeling van vijftien maanden, en die zijn nu altijd thuis. Gelukkig slapen die twee meiden nog twee keer per dag. Anderhalf uur ’s ochtends en anderhalf uur ’s middags; dat is ongeveer wat ik heb overdag, dus het is vooral veel avondwerk. Kijk, een coronadebat volg ik wel. Dan luister ik mee met de kinderen erbij. Maar ja, je moet je aandachtsspanne wel altijd delen. Het is dus echt wel even anders dan anders, maar er begint wel een werkvorm te ontstaan.

„Gelukkig slapen die twee meiden nog twee keer per dag”

Als woordvoerder VWS ben ik in principe degene die de coronadebatten voor de fractievoorzitter voorbereidt. Maar aangezien ik diabetes heb en tot de risicogroep behoor, werk ik geheel vanuit huis. Als team VWS –meerdere beleidsmedewerkers en ikzelf– zijn we eigenlijk wel de hele week bezig om het nieuws goed bij te houden, te zien welke ontwikkelingen er zijn, en het debat voor te bereiden. Mijn agenda zit daardoor eigenlijk wel vol genoeg, ook omdat andere onderwerpen ook blijven lopen. Zo zouden wij het liefst willen dat er voorlopig een stop komt op de granulietstort bij de gemeente West Maas en Waal.

Hoe ik contact onderhoud met mijn fractiegenoten? Zelf ben ik echt een apper en een beller. Als we met een grotere groep zijn, gebruiken we Pexip, een app voor telefonisch vergaderen. Daarmee doen we ook de fractieoverleggen op dinsdag.

Wat betreft debatteren via zo’n conferencecallmethode hebben wij wel zorgen over hoe je op die manier goed een debat kunt voeren. In deze tijd is het misschien een optie die we moeten proberen, maar wenselijk is het in ieder geval niet.

Ik begrijp de logica om te werken met schriftelijke overleggen, omdat bepaalde dingen verder moeten. Maar we moeten ook scherp blijven, dat we er nu niet te makkelijk onderwerpen doorheen gaan jassen omdat dat schriftelijk overleggen het meest praktisch is.

De coronatijd gaat in de samenleving zeker dingen wijzigen, denk ik. Of dat ook voor het parlementaire werkproces geldt, vind ik moeilijk in te schatten. Wel merk ik dat er nu met een grote saamhorigheid wordt gewerkt. Ik hoop dat die saamhorigheid straks ook bij andere onderwerpen aan het licht komt, bijvoorbeeld als we het klimaatprobleem weer gaan oppakken.”

2020-04-08-katWO2-renepeters-2-FC_web.jpg
René Peters. beeld RD, Henk Visscher

Naam: René Peters (44)

Politieke partij: CDA (negentien zetels)

Woonplaats: Oss

„Op de maandagen zit ik hier aan de keukentafel met een bak koffie werkbezoeken te doen. Normaal gesproken begin ik op maandag met werkbezoeken. Als ik bijvoorbeeld op woensdag een debat heb over jeugdzorg, zorg ik dat ik op maandag bij mensen langsga die te maken hebben met de onderwerpen waar het woensdag over gaat. In theorie klopt altijd alles; in de praktijk niet. Nu moet ik het doen met videobellen en onlinecommunicatie.

Op dinsdag hebben we wel gewoon de fractievergadering; dat blijft. De debatten over corona bereiden we gezamenlijk voor. Verder zijn er veel vragen over hoe het straks verder moet, hoe de wereld eruitziet na corona en of we daar iets mee kunnen. Daar houd ik me veel mee bezig. In het sociale domein, mijn portefeuille, kunnen er nu veel dingen worden geregeld waar je jarenlang mee bezig bent geweest.

Eens in de week moeten er verschillende Kamerleden naar Den Haag om in te checken; soms moet ik ook. Ik lijk wel een foute Europarlementariër. Het debat kan namelijk alleen doorgaan als de helft plus een van de Kamerleden er is.

„Ik voel de verantwoordelijkheid bijna fysiek”

Thuis werk ik beneden aan de keukentafel. Wij hebben niet zo’n heel groot huis, dus ik heb geen aparte werkkamer. Mijn dochter zit op haar slaapkamer, en mijn vrouw werkt in het onderwijs. Zij zit een deel van de werkweek tegenover mij aan de keukentafel, een ander deel is ze op school. Of het werk onder de streep rustiger is? Dat is moeilijk te zeggen. Het is zeker minder jachtig. Je zit thuis, hoeft niet te reizen en je agenda is minder vol. Maar het is wel zó heftig dat je ook wel druk voelt, eerlijk gezegd. Er gebeuren dingen die voor ons allen nieuw en onbekend zijn. Je zult moeten anticiperen; ik voel de verantwoordelijkheid bijna fysiek.

De gevolgen van wat er gebeurt zijn groot. Voor mij persoonlijk valt het mee; in onze familie zijn er geen mensen ziek of overleden. Mijn vader heeft wel een heel aantal vrienden die ziek zijn. Volgens mij zijn er inmiddels al acht overleden.

Wij zitten in een appgroep met vrienden, en daar komt het iedere dag wel voorbij: „Mijn schoonvader is overleden”; „Diegene z’n moeder is overleden”; „Er ligt iemand van 45 aan de beademing.”

Twee keer per week hebben we overleg met de hele fractie; één reguliere vergadering en één bijpraatsessie. Ook hebben we appgroepjes over bepaalde onderwerpen, en we doen veel aan videobellen. Met sommige fractiegenoten onderhoud je persoonlijk contact; ik bel vrij veel met Jaco Geurts en Evert-Jan Slootweg. Dat is gewoon persoonlijk, om te vragen hoe het gaat.

We moeten nadenken over hoe we op korte termijn een doorstart kunnen maken. Daarna moeten we nadenken over de vraag of de manier van leven die we met z’n allen hebben bedacht, vol te houden is. Daar kun je grote vraagtekens bij zetten. Ik denk dat we wat betreft de individualistische samenleving en de consumptiemaatschappij deels op onze schreden moeten terugkeren. Dat dacht ik hiervoor ook al, maar nu weet ik het zeker.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Nederland
Corona

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer